Direct naar artikelinhoud

Als hij maar geen voetballer wordt...

Frank Van Laeken is freelancejournalist. Hij schreef recent, samen met Paul Beloy, Vuile zwarte, over racisme in het Belgische voetbal.

Toffe gozer. Zo dachten BBC-kijkers jarenlang over Jimmy Savile, de excentrieke presentator van het immens populaire Top of the Pops. Vanwege zijn verdiensten voor het land mocht Savile zich 'Sir' noemen. Filantroop, noemde een kwaliteitskrant hem. De media hadden een boontje voor de man met het lange witte haar en de onafscheidelijke sigaar. Pas na zijn dood, in oktober 2011, werden jarenlange geruchten gestaafd door anonieme getuigenissen van slachtoffers van het seksdier dat Savile was. Vierenvijftig jaar lang had Savile zijn gang kunnen gaan met meer dan tweehonderd minderjarige jongens en meisjes tussen 8 en 18 jaar. Zo'n aardige man, toe nou!

Wie misbruikt werd, zweeg al die tijd. Zo gaat dat altijd. Ze schaamden zich of botsten op een muur van onbegrip. Ze sloten zich op in hun eigen wereld. Sommigen maakten een eind aan hun leven, omdat ze zich schuldig of onbegrepen voelden. Zij, de slachtoffers. En zo konden Savile en vrienden hun gang gaan.

Zo kon ook Barry Bennell zich minstens vijftien jaar seksueel uitleven. Bennell, 62, is geen gevierde tv-presentator, noch een rockster, maar een vroegere jeugdtrainer uit het Britse voetbal. Hij was actief bij vijf clubs. Ik maak een ster van je zoon, hield hij ouders voor. Ik heb een ster voor je, zei hij tegen clubvoorzitters. Maar in de kleedkamer vergreep hij zich na de training aan jongens van 11 tot 14 jaar. Daarvoor werd hij voor het eerst veroordeeld in 1994, toen hij betrapt werd tijdens een toer met zijn jeugdteam in Amerika. In 1997 zond ITV een documentaire uit over de zaak. Maar pas nu komen de stemmen goed los.

"Vergeleken met hem is Savile een koorknaap", zei een van de getuigen. Paul Stewart, een drievoudig Engels international, vermoedt zelfs dat er honderden kinderen meerdere keren misbruikt zijn door Bennell. Zelf werd Stewart verkracht door een andere jeugdcoach. Bijna elke dag, zo durfde hij nu pas, op z'n 52ste, naar buiten te brengen. Uit de getuigenissen die de politie verzamelt, blijkt inderdaad dat Barry Bennell niet de enige dader is. Het einde lijkt nog lang niet in zicht.

Als je er goed en wel over nadenkt, hebben pedofielen in het jeugdvoetbal vrij spel. Zolang ze maar het verschil tussen 4-4-2 en 4-3-3 kennen, en het goed kunnen uitleggen, liefst ook nog een trainersdiploma hebben, zijn ze welkom. Dat is niet eens een verwijt aan clubs en bonden, want wie houdt dit voor mogelijk? Wat nu in het Engelse voetbal gebeurt, doet heel sterk denken aan misbruik in de kerk of in de muziekwereld. Gesloten circuits, die zich boven en buiten de wet stellen, waar andere waarden en normen gelden (of geen), geheime genootschappen.

Waarmee ik niet beweer of suggereer dat kindermisbruik de norm is in het jeugdvoetbal, en dat geen enkele trainer te vertrouwen valt. Het tegendeel is ongetwijfeld waar, we moeten vooral niet in Dutroux-paranoia vervallen. Wat ik wel zeg: daders kunnen afgeschermd van de buitenwereld hun ding doen. Ongestoord.

Benieuwd of dit schandaal verder uitdijt en er ook bij ons getuigen zullen opstaan. Ik kan me niet voorstellen dat er hier geen gevallen van misbruik zijn. Hopelijk zet het de voetbalwereld aan tot reflectie, preventie en transparantie. Onlangs pleitte ik, samen met Paul Beloy, voor een meldpunt op de voetbalbond om racistische incidenten te kunnen melden. Misschien moet dat uitgebreid worden tot een meldpunt voor álle vormen van mishandeling.