Direct naar artikelinhoud

Westerlingen zien een wit licht als ze sterven, moslims een deur

Er zijn culturele verschillen in bijna-doodervaringen, zo ontdekte neuroloog Steven Laureys. Zo zien westerlingen een wit licht in een tunnel, moslims een deur en Indiërs een rivier.

Comaspecialist Steven Laureys verzamelde in twee jaar tijd meer dan 450 getuigenissen van mensen die schipperden tussen leven en dood, zo schrijft Het Nieuwsblad op Zondag. De grote constante: voor 90 procent is zo'n bijna-doodervaring erg positief. "Al lijkt dat ten dele cultureel bepaald te zijn. Ik ben net terug uit Rusland, en daar zou de helft van de verhalen niet zo positief zijn." Ook het licht aan het eind van de tunnel is niet universeel. "In India is die tunnel eerder een rivier. In de moslimwereld wordt het dan weer veeleer geïnterpreteerd als een deur. Het toont hoe de herinnering toch enigszins filosofisch of religieus gekleurd is."

Laureys' team riep bij vrijwilligers de ervaringen op door ze een appelflauwte te doen krijgen of bepaalde drugs te geven. "Dan konden we kijken wat er op dat moment in hun hersenen gebeurt. Een echte bijna-doodervaring is het niet, maar bepaalde aspecten kun je wel benaderen. Het uit het lichaam treden kun je opwekken door een bepaald deel van de hersenen te stimuleren." De professor speelde ook zelf proefkonijn. Hij kreeg psychedelische paddenstoelen intraveneus toegediend en ging op een militaire basis in Warschau in een centrifuge waar piloten het effect van extreme zwaartekracht kunnen voelen. "Ik zag zigzagpatronen in zwart-wit. Heel bijzonder."