Direct naar artikelinhoud

'Oké, hij heeft een naam. Maar wat voor een naam'

In Oudenaarde woedt de discussie over het graf van Jotie T'Hooft (1956-1977) weer volop. Wil de een dat het graf van de dichter beschermd wordt, dan vraagt het stadsbestuur zich vooral af wat het aan moet met het graf van de immer jonge junkie.

Het graf van Johan Geeraard Adriaan T'Hooft, kortweg Jotie, ziet er verwilderd en verlaten uit op de begraafplaats aan de Dijkstraat in Oudenaarde. Met dat zwarte houten kruis steekt het ook behoorlijk af tegenover de grijze statige graven, die vaak aan notabelen behoren uit de negentiende eeuw. Al maak je snel de bedenking dat dit een uiterst passend monument moet zijn, voor de dichter, die bekendstaat om zijn Junkieverdriet, de jonge romanticus die zichzelf in een zwart geschilderde kamer veertig jaar geleden van het leven benam met een overdosis cocaïne.

De steentjes die op het houten kruis liggen tonen ook aan hoe vaak de dichter nog bezoek krijgt. Volgens Lien, een jongedame op weg naar haar werk, zou er een vrouw zijn die op geregelde tijdstippen een glas whisky komt brengen naar het graf, al weet niemand wie ze is. Tussen de wilde struiken vinden wij enkel een gedicht, "De Olympus van ware goden/is in zoden", getekend Karel Thienpondt.

Het graf was deze week ook weer het onderwerp van een bitse discussie in de gemeenteraad van Oudenaarde. Op het voorstel van gemeenteraadslid Elisabeth Meuleman (Groen) om het onmiddellijk te laten beschermen, reageerde het stadsbestuur vrij lauw. "Je moet er geen heilige van maken", klonk het vanuit de meerderheid.

"Wij zijn al zeer lang vragende partij om het graf op een lijst van funerair erfgoed te laten zetten", zegt Meuleman. "En daar heb ik op de gemeenteraad een vraag over gesteld. Jotie T'Hooft is een dichter die overal in Vlaanderen gelezen wordt en die nog veel grote dingen had kunnen schrijven, maar nu afgerekend wordt op zijn levensloop."

Concessie

Het stadsbestuur verwijst dan weer naar de concessie die nog steeds loopt op het graf. In oktober liep die normaal gezien af, maar op het laatste moment heeft een anonieme weldoener 500 euro neergeteld om die met vijf jaar te verlengen. Het graf wordt zo niet geruimd, maar de procedure om het te beschermen wordt wel op de lange baan geschoven.

"Meuleman wil nu dat wij voor T'Hooft een uitzondering zouden maken door het graf toch te laten beschermen", zegt Carine Portois, schepen voor Burgerzaken (Open Vld). "Maar je moet hem niet zomaar op een piëdestal zetten. De meningen over hem zijn behoorlijk verdeeld. Hij wordt wel vereerd om wat hij heeft geschreven, maar er zijn hier veel oudere mensen die het niet eens zijn met de manier waarop hij heeft geleefd."

Binnen de literaire en de ruimere culturele wereld lijkt men toch vooral op het culturele belang van T'Hooft te wijzen. Zijn weduwe Ingrid Weverbergh verzamelde in 2008 met een petitie 1.100 handtekeningen om het graf te bewaren. Onder de ondertekenaars waren toen prominente schrijvers als Tom Lanoye en Herman Brusselmans. En zowel de vorige Vlaamse minister van Cultuur Bert Anciaux (sp.a), als de huidige Sven Gatz (Open Vld) hebben al beloofd om het graf te helpen behouden.

"Het graf is dan ook Vlaams cultureel erfgoed", zegt Luc Coorevits, directeur van de literaire organisatie Behoud de Begeerte. "Jotie T'Hooft is niet zomaar een wat misgelopen Oudenaardse jongeling, hij is net nog opgenomen in de grote bloemlezing over Nederlandstalige poëzie van Ilja Leonard Pfeiffer. En veertig jaar na zijn overlijden wordt Junkieverdriet nu opnieuw uitgegeven. Welke Vlaamse dichter kan dat zeggen?"

Maar in Oudenaarde moeten we niet zo lang zoeken naar inwoners die het niet echt hebben begrepen op de levensstijl van Jotie T'Hooft, al geven ze ook toe dat ze zijn werk niet hebben gelezen. "Oké, hij heeft nu een naam, maar wat voor een naam", zegt cafébaas Frank Debruyker, die de dichter in Gent nog heeft ontmoet. "Hij deed meer dan jointjes roken, hij zat echt aan de heavy stuff. Ik kan dan ook niet verstaan dat ze hier vlakbij een jeugdhuis naar hem vernoemd hebben."

Binnenin het jeugdhuis treffen we net Egon De Mil aan, de achterneef van Jotie T'Hooft. Met zijn 22 heeft hij zijn grootoom nu met een jaar overleefd. Hoewel hij zelf niet meer zo vaak langs de rustplaats van zijn familielid komt, kan hij wel verhalen vertellen van hoe fans - zelfs uit Limburg - bij het huis van zijn oom zijn komen aanbellen om te vragen waar het graf ligt. "En dan willen ze dit niet beschermen", zegt hij. "Ik kan zelfs niet begrijpen dat er hier discussie over is."