Direct naar artikelinhoud

Ontdekt bij de maffia: 2 Van Goghs

Bij een grootschalige actie in het maffiacircuit hebben de Italiaanse autoriteiten twee schilderijen van Vincent van Gogh teruggevonden. De werken werden in 2002 uit het Van Gogh Museum in Amsterdam gestolen. Museumdirecteur Axel Rüger reageert opgelucht. 'Hier durfde ik niet meer op te hopen.'

Het was een van de meest beruchte kunstroven van de afgelopen decennia. In 2002 braken dieven in in het Van Gogh Museum in Amsterdam. Ze kwamen binnen door het dak om camera's en nachtwakers te omzeilen, en ze verdwenen weer met twee vroege werken van Vincent van Gogh, Zeegezicht bij Scheveningen (1882) en Het uitgaan van de Hervormde Kerk te Nuenen (1884-'85). Twee jaar later werden twee kunstdieven, Octave Durham en Henk Bieslijn, veroordeeld voor de diefstal, maar de werken bleven spoorloos.

Tot deze week. Bij een grootschalig onderzoek van de Guardia di Finanzia, dat de georganiseerde misdaad in Italië bestrijdt, kwamen beide schilderijen boven water. Ze waren opgeborgen in het huis van een internationale drugstrafikant uit Castellammare di Stabia, in de omgeving van Napels. Dat stadje stond lange tijd bekend als een bolwerk van de Camorra, de Napolitaanse maffia.

"Na zoveel jaar durf je niet meer te rekenen op een mogelijke terugkeer", verklaarde Axel Rüger, directeur van het Van Gogh Museum, na de vondst van de gestolen schilderijen. "Ze zijn terecht! Dat ik dat ooit nog zou zeggen, daar durfde ik niet meer op te hopen."

De timing van de vondst is wel opvallend: eerder dit najaar dook er ook al een tot nog toe onbekend schetsboek uit Van Goghs periode in Arles op, dat later dit jaar prestigieus wordt voorgesteld in Parijs.

90 miljoen euro

Volgens Italiaanse autoriteiten zijn de gevonden werken samen een kleine 90 miljoen euro waard. Vooral de kunsthistorische waarde van de twee schilderijen is groot, volgens het museum. "Zeegezicht bij Scheveningen is het enige schilderij in de museumcollectie uit Van Goghs periode in Den Haag (1881-'83). Het is een van de slechts twee zeegezichten die hij in zijn Nederlandse jaren schilderde en is een belangrijk voorbeeld van Van Goghs vroegste schilderstijl waarin hij zich al heel eigenzinnig toonde. Met de hopelijk aanstaande thuiskomst van Zeegezicht wordt een belangrijk hiaat in de museumpresentatie gevuld."

Het andere werk heeft een "grote emotionele waarde", omdat het de kerk afbeeldt waar Van Goghs vader predikant was. De lijst van beide schilderijen is verwijderd, maar ze zijn verder in relatief goede staat, enkele kleine beschadigingen aan de randen niet te na gesproken.

De Italiaanse minister van Cultuur, Dario Franceschini, ziet de vondst als een bewijs van "de kracht van het Italiaanse systeem in de strijd tegen de illegale kunsthandel", al zien experts dat vooral als een aanwijzing dat de handel in gestolen goederen in Italië welig tiert. "Italië heeft de beste maffiapolitie in de wereld, omdat het de machtigste maffianetwerken heeft", stelde historicus en Italië-specialist John Dickie in The Guardian.

Nog enig geduld

Het ziet er dan ook naar uit dat de twee kunstwerken nog niet meteen terug in Amsterdam hangen. Ze dienen immers nog als bewijs, en het onderzoek is nog niet afgerond. "Dat de werken terecht zijn is al een majeure stap. We hebben 14 jaar gewacht op dit moment. En dan wil je ze natuurlijk gelijk meenemen. Naar huis. We zullen nog enig geduld moeten uitoefenen, maar ik ben ervan overtuigd dat we kunnen rekenen op de steun van de Italiaanse autoriteiten", maakt Rüger zich sterk.