Direct naar artikelinhoud

'Politieke correctheid ga ik uit de weg'

Het is ongezien: een Franstalige die de State of the Union geeft op Het TheaterFestival. Een politiek statement wil Fabrice Murgia het niet noemen, 'maar het is wel een sterk signaal. De Vlaamse en Waalse podiumkunsten moeten elkaar beter leren kennen.'

"Ik ga de speech in het Nederlands brengen. Ik zal hard moeten oefenen", knipoogt de jonge directeur van het Théâtre National schuldbewust. "Ik ben opgegroeid in Eupen en daar werd onze derde landstaal onderwezen: het Duits. Ik heb nooit één les Nederlands gekregen. Maar nu wil ik een inhaalbeweging maken. Ik vind dat je als directeur van zo'n groot Brussels instituut ook Nederlands moet kunnen."

Amper 33 is hij, en nu al heeft hij een cv om u tegen te zeggen. Het multitalent werd vorig jaar aangesteld als artistiek directeur van de Franstalige Brusselse schouwburg. Naast zijn werk als acteur in film, theater en op televisie, verwierf hij vooral faam als weerbarstig podiumkunstenaar. In 2014 won hij de Zilveren Leeuw op de Biënnale van Venetië voor zijn verdienste als theatervernieuwer.

Met zijn gezelschap Cie Artara - dat hij ook als directeur van het Théâtre National blijft leiden - weet Murgia de tijdgeest op het podium te vatten. Vervreemding, migratie en de geglobaliseerde samenleving zijn thema's die in zijn werk zitten vervat. Onder meer dankzij zijn samenwerking met het Gentse muziektheater LOD leerde hij Vlaanderen beter kennen. Maar met zijn State of the Union reikt hij nu ook ostentatief de hele Vlaamse podiumsector de hand. "De titel van mijn speech is niet toevallig Let's Talk About Borders."

Het Vlaamse en Waalse culturele veld zijn twee gescheiden werelden.

"Heel jammer vind ik dat. Er zijn natuurlijk wel een aantal kunstenaars en gezelschappen die diepgaand samenwerken over de taalgrens heen, maar algemeen genomen stel ik een gebrek aan interesse in elkaars werk vast. En als er dan toch wordt samengewerkt, gaat het te vaak om een gezamenlijke communicatiestrategie in plaats van om een artistieke uitwisseling. Dat is zo teleurstellend.

"In Wallonië kennen we de grote Vlaamse namen zoals Jan Lauwers en Jan Fabre natuurlijk wel, maar het werk van jullie jonge makers is hier totaal onbekend. En jullie kennen op jullie beurt onze theatermakers niet."

U vindt dat er langs beide zijden van de taalgrens clichématig over elkaars werk wordt gesproken.

"Vlamingen denken vaak dat Waals theater een kopie is van wat er in Frankrijk te zien is. Maar wij maken helemaal geen oerklassiek teksttheater. In mijn stukken is de tekst niet de centrale betekenisgever, maar een element naast alle andere tekens die deel uitmaken van de dramaturgie van een voorstelling. Omgekeerd denken mensen uit Wallonië dat er op jullie podia voortdurend blote mensen dansen omdat jullie eigenlijk niets te vertellen hebben." (lacht)

U ziet het dan ook als een van uw taken om vanuit het Théâtre National de banden met Vlaanderen aan te halen.

"We werken nu al samen met De Munt en KVS. KVS ligt op een steenworp van hier. Vanuit mijn bureau kan ik bijna zwaaien naar Michael (De Cock, directeur van de KVS, CIH). We worden gescheiden door één klein straatje. Symbolischer wordt het niet. Alleen al daarom vind ik dat we de plicht hebben om samen in zee te gaan. Michael en ik zitten wat dat betreft helemaal op dezelfde lijn. We willen sowieso gemengde artistieke producties maken."

Klopt het dat het Théâtre National partner zal worden van Het TheaterFestival? Want ook dat zou redelijk baanbrekend zijn.

"Ja hoor, we gaan een partnerschap aan. Het TheaterFestival blijft natuurlijk een best of van het Vlaamse theater, maar onze schouwburg kan wel een plek worden waar die voorstellingen worden getoond. En wie weet ontstaat er ergens onderweg wel een zekere opening voor wat er op de Waalse podia is te zien."

U bent verbolgen omdat u op school zo weinig meekreeg over de Vlaamse cultuur.

"Vorig jaar maakte ik samen met LOD een bewerking van Louis Paul Boons novelle Menuet. Ik had nog nooit van hem gehoord tot Hans Bruneel (algemeen directeur LOD, CIH)me zei dat ik hem moest lezen. We weten in Wallonië hooguit vaag wie Hugo Claus is. Dat is toch erg? Dat zijn literaire genieën, we zouden er trots op moeten zijn. Niet dat ik uitga van een of ander nationalistisch discours, maar ik vind het wel raar dat we meer interesse zouden moeten hebben in een Franstalige auteur dan in een Nederlandstalige. We zijn allemaal Belgen."

Ooit zei u dat uw werk vanzelfsprekend politiek is.

"Klopt, maar tegelijkertijd huiver ik soms wat bij dat woord. Ik wil mensen niet zeggen wat ze moeten denken. Wel probeer ik vragen te stellen. En ja, die vragen vertrekken inderdaad vanuit een sociaal engagement. Ik verhoud me bewust tot de actualiteit. Net zoals ik stukken programmeer die iets vertellen over de wereld waarin we leven. Maar ik vind het wel belangrijk dat het schuurt. Ik hou van ambigue personages die moeilijk te begrijpen zijn, en politieke correctheid ga ik uit de weg. Het stoort me als mensen op het einde van het verhaal trouwen en kinderen krijgen."

Het TheaterFestival, van 31/8 tot 10/9. theaterfestival.be