Direct naar artikelinhoud

Spreidingsplan van Francken maatje te klein

De regering heeft haar spreidingsplan voor vluchtelingen klaar. De vraag is of het volstaat. Pas tegen eind dit jaar moeten de gemeenten 5.000 mensen opvangen. Dat terwijl nu al heel wat tijdelijke opvangplaatsen sluiten en het aantal vluchtelingen niet plots zal dalen.

"We zijn er geraakt." Staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA) kon gisteren het langverwachte spreidingsplan voorstellen. De gemeenten en OCMW's zullen in een eerste fase in totaal 5.000 vluchtelingen opvangen. De deadline? November dit jaar.

De termijn is erg ruim bemeten, het aantal beperkt. 5.000 opvangplaatsen is niet niets, maar ze zullen snel volzet zijn. Heel wat tijdelijke opvanginitiatieven gaan binnenkort dicht of zijn al gesloten. Denk bijvoorbeeld aan vakantiedomeinen die weer opengaan voor toeristen. Bovendien zal de vluchtelingenstroom niet zomaar opdrogen. In Syrië blijven de bommen vallen.

Op de rem

CD&V mikte daarom op 15.000 plaatsen, Open Vld legde de lat op 10.000. Ze vinden dat ze beter de gemeenten meteen duidelijk kunnen maken waar ze voor staan. Die extra vraag om opvang komt er toch. N-VA ging op de rem staan. CD&V en Open Vld verdachten Francken ervan dat hij eigenlijk helemaal geen spreidingsplan wilde.

Uiteindelijk kwam er een compromis uit de bus. Het aantal opvangplaatsen bij de gemeenten kan nog worden opgetrokken als de vraag weer toeneemt. "Dat kunnen we telkens per 1.000 doen", zegt vicepremier Kris Peeters (CD&V). Zijn Open Vld-collega Alexander De Croo wil zich niet op een vast ritme laten vastpinnen.

Voor De Croo en Peeters is het duidelijk: als er nu nog nieuwe opvangplaatsen nodig zijn, dan kijken ze niet langer naar kazernes, Chiro-lokalen of campings. Het zullen de gemeenten zijn die de inspanning leveren. Zijn er nog ergens leegstaande kazernes te vinden, trouwens?

N-VA hoopt, net als de gemeenten zelf trouwens, stilletjes dat die extra plaatsen nooit nodig zijn. Francken hoopt op een Europese oplossing om de migratiestroom te stoppen. Ook premier Charles Michel (MR) stelde uitdrukkelijk dat de toepassing van dit plan nauw verbonden was met de uitkomst van de Europese vluchtelingentop op 7 maart.

Uiteraard belet niets de gemeenten nu al initiatieven te nemen, maar pas vanaf begin mei zullen ze een exact aantal doorkrijgen van het aantal vluchtelingen dat ze moeten opvangen. Eer het plan wet wordt, moeten er nog een aantal formaliteiten doorlopen worden.

De verdeling van de 5.000 vluchtelingen gebeurt via een aantal vaste criteria, zoals het aantal inwoners, hoeveel mensen er al via een andere weg worden opgevangen en de financiële draagkracht van een gemeente. Als er in toekomst plaatsen bij komen, kan meteen dezelfde verdeelsleutel worden toegepast.

De gemeenten krijgen zes à zeven maanden om zich in orde te stellen, minstens tot november dus. Wanneer ze die deadline niet halen, volgen er sancties. Per dag dat er één plaats niet wordt ingevuld, volgt een boete van bijna 80 euro. Voldoende hoog opdat rijkere gemeenten hun asielplaatsen niet zouden 'afkopen'. Het geld wordt gebruikt om andere gemeenten te ondersteunen bij de opvang.

De steden en gemeenten hadden aangedrongen op een ruime termijn. Ze moeten op zoek naar een huiseigenaars die hun woning aan een redelijke prijs willen verhuren aan asielinstantie Fedasil. Dat heeft vaak heel wat voeten in de aarde. Dat kan best zijn, maar komen die plaatsen dan niet hopeloos te laat? "De OCMW's en gemeenten wachten niet om nu al in gang te schieten", zegt Nathalie Debast van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG). "Ze hebben in de asielcrisis altijd hun deel gedaan en hun verantwoordelijkheid genomen."