Direct naar artikelinhoud

Van 4 uur in wachtzaal naar 20 minuten

Om 10 uur heb je een afspraak bij de specialist in het ziekenhuis, maar om 12 uur zit je nog altijd in de wachtzaal. Het overkomt iedereen wel eens. In Nederland is er nu een wiskundig model ontwikkeld om dit soort toestanden te voorkomen.

Gréanne Leeftink van de Universiteit Twente deed bijna vier jaar onderzoek naar de organisatie van kankerzorg, van de diagnose tot aan de start van de behandeling. En dan voornamelijk naar hoe die zorg een pak efficiënter kan.

"Veel van de capaciteit bij ons ging op dat moment naar een speciaal traject voor borstkanker", legt ze uit. "Dat traject moest ervoor zorgen dat patiënten snel een diagnose hadden. Maar een principe dat zowel in een fabriek als in een ziekenhuis geldt: als je veel capaciteit voor iets reserveert, dan heeft dat een negatief effect op de rest. Dus zagen we dat het borstkankertraject de andere zorg vertraagde. Daar moesten patiënten opeens nog veel langer wachten."

Sowieso is het een oud zeer bij ziekenhuizen, ook in België. Wie een afspraak maakt bij de specialist, moet toch nog vaak uren in de wachtzaal doorbrengen. "Dat is natuurlijk geen goede manier van werken", vindt Leeftink. "Vijf minuten vertraging, daar zal niemand over vallen. Maar wie om 10 uur een afspraak heeft, mag toch verwachten dat hij of zij rond die tijd bij de dokter langs mag. Anders heeft zo'n afspraak weinig zin."

Dus onderzocht Leeftink waar precies die vertraging zit. Hoe komt het dat een arts op het einde van de dag anderhalf uur achterloopt? Of dat patiënten twee tot drie weken moeten wachten vooraleer ze te horen krijgen of ze al dan niet kanker hebben?

"Veel kan verholpen worden met een slimmere planning", zegt Leeftink. "Daarmee reduceer je trouwens niet alleen de wachttijd, maar ook de werkdruk en de overuren die artsen of verpleegkundigen moeten maken." Pauzes bijvoorbeeld kunnen een grote impact hebben op het verloop van de dag. "Zo vond ik hoe het in sommige gevallen nuttig was om de pauze van 10 uur te verplaatsen naar 11 uur."

Ook de volgorde waarin artsen hun patiënten zien, maakt veel verschil. "Heel wat artsen zien eerst nieuwe patiënten, daarna ontvangen ze de patiënten die voor een tweede of derde keer langskomen en vervolgens doen ze ook nog telefonische consulten. Maar het kan helpen om af te wisselen. Bij sommige patiënten is de kans groter dat je wat extra tijd nodig hebt. Bij iemand die je slecht nieuws moet brengen, bijvoorbeeld. Wel, plan dan geen drie moeilijke gesprekken na elkaar, want dan creëer je veel wachttijd. Verspreid die over de dag."

Daarnaast moet er volgens Leeftink een integrale visie komen op alles wat er bij de diagnose en behandeling van de ziekte komt kijken. Wie kanker heeft, moet verschillende specialisten en diensten passeren: het pathologielab waar het weefsel onderzocht wordt op tumoren, de radiotherapeut, de chirurg... Is het ene niet goed afgestemd op het andere, dan levert dat nieuwe wachttijd op.

"Het pathologielab een halfuurtje eerder openen bijvoorbeeld kan op die manier voor een mooie doorstroming zorgen", legt Leeftink uit. "Of je zorgt ervoor dat de polikliniek waar bloed geprikt wordt, afgestemd raakt op het labo."

Al die processen uitpluizen en op elkaar afstemmen, is uiteraard geen sinecure. Maar Leeftink heeft een wiskundig model ontwikkeld dat dit net heel gemakkelijk maakt. "Je voert de data in die ziekenhuizen aanleveren en vervolgens komt een rekenkundig model met een soort oplossing." Welke artsen er werken, wat hun karakteristieken zijn, welk soort patiënten, welke diensten en procedures... alles wordt in de computer gestopt.

Veilig experimenteren

Het model testte ze al in de praktijk bij het UMC Utrecht. De resultaten daar zijn alvast beloftevol. De tijd om tot een diagnose te komen, werd met 25 procent ingekort. En ook de wachttijden in het ziekenhuis daalden enorm. "Terwijl een patiënt eerst vier uur op een dag moest wachten, was dat nog 20 minuten. En dan hadden ze die dag vijf afspraken gehad. Een enorme winst."

Het handige aan het wiskundige model is dat ziekenhuizen eerst computersimulaties kunnen uitvoeren. "Ze hoeven dus niet eerst hun hele systeem aan te passen. Ze kunnen meteen zien of iets werkt of niet. Dat is een heel veilige manier van experimenteren."

De Nederlandse maakt zich overigens sterk dat haar model niet alleen werkt bij kankerzorg en dat het even goed toepasbaar is op Belgische ziekenhuizen. "Of de patiënt me dankbaar moet zijn? Nee, helemaal niet. Ze hebben daar gewoon recht op. Het systeem moet niet onnodig vertraagd worden."

De koepel van Vlaamse ziekenhuizen Zorgnet-Icuro was nog niet op de hoogte van de nieuwe studie. "Maar we gaan het zeker bekijken", klinkt het daar.