Direct naar artikelinhoud

Slip Reynders valt zonder subsidies

Brussels vreemdste museum dreigt te verdwijnen. Het Slipmuseum, dat schatten als de boxershort van Didier Reynders herbergt, krijgt immers geen steun meer van de overheid. Maar conservator Jan Bucquoy geeft zich nog niet gewonnen.

"Dit is belangrijk patrimonium dat niet mag verdwijnen", zegt kunstenaar en cineast Jan Bucquoy. "Het Slipmuseum is typisch Belgisch. Surrealisme ten top. Alleen Belgen kunnen op die manier met zichzelf lachen."

Zijn collectie telt honderden paren onderbroeken van bekende namen, van voormalig keeper en Club Brugge-trainer Michel Preud'homme, model Katia Alens, zanger Plastic Bertrand tot regisseur Robbe De Hert en gewezen pornoster Brigitte Lahaie. Pronkstukken zijn evenwel de boxer van minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders (MR) en een gesigneerd exemplaar van Brussels burgemeester Yvan Mayeur (PS). Die laatste werd vorig jaar nog ontvreemd door een grappenmaker, "maar na drie weken netjes weer voor de deur gedeponeerd".

Op goede dagen krijgt het museum, dichtbij de Grote Markt boven café De Dolle Mol, "soms twintig tot wel tachtig bezoekers" over de vloer. Maar niet voldoende om solvabel te zijn. Bucquoy kreeg enkele weken geleden dan ook een brief van het Vlaams ministerie van Cultuur dat zij het museum niet langer financieren. En de maandelijkse huishuur van zo'n 2.300 euro zelf ophoesten, kan Bucquoy niet. "Bovendien wil de eigenaar van het gebouw er een bed and breakfast van maken."

Goudklompjes zoeken in de Leie

Met als gevolg dat het onderbroekenmuseum morgen de deuren moet sluiten, en met het museum ook De Dolle Mol, legendarische ontmoetingsplek voor kunstenaars en anarchisten. Maar Bucquoy laat het er niet bij. Hij heeft al burgemeesters van Brusselse gemeenten aangeschreven voor een alternatieve locatie voor het museum. "Ik ben niet kieskeurig. Zelfs plaatsen buiten Brussel, zoals Oostende, zijn een optie."

De Brusselse anarchistische kunstenaar, bekend van de film Camping Cosmos, kreeg het idee voor zijn museum zo'n kwarteeuw geleden. "Ik zat op café te praten over het stripmuseum in Brussel, maar versprak me. Al mijn tafelgenoten waren meteen te vinden voor het idee van een slipmuseum."

Maar hoe slaag je erin om iemand als Didier Reynders te overtuigen om zijn onderbroek af te staan voor openbare bezichtiging? "Door hem een vriendelijke brief te sturen." Al klinkt dat makkelijker dan het is. Want voor elke duizend brieven die Bucquoy stuurt, krijgt hij maximaal vijftig reacties. "En daar zit lang niet altijd een slipje bij. Vergelijk het met goudklompjes zoeken in de Leie."

Toch wil hij vechten voor het voortbestaan van de collectie. "Dit is geen rare fetisj, maar een maatschappelijk statement. Kleine kunstenaar of burgemeester, groot- of kleinverdiener: iedereen is gelijk in de broek."

Weldoener

Mede daarom is zijn droomstuk voor zijn verzameling de onderbroek van de paus, zegt hij. Dik twintig jaar geleden veroorzaakte Bucquoy nog serieus wat ophef door in een talkshow te verkondigen dat hij graag de slip van de inmiddels overleden koningin Fabiola wilde inlijsten. Waarop hij bij wijze van grap een damesonderbroek met een vijg in tevoorschijn haalde, en uit die vijg een hap nam.

Negen jaar geleden hing de toekomst van het Slipmuseum ook al aan een zijden draadje. "Onze vzw was failliet. We hebben het museum toen bezet, en toenmalig cultuurminister Bert Anciaux is toen toch ter hulp geschoten. Duimen dat er zich opnieuw een weldoener aandient. Dan zou ik de collectie kunnen uitbreiden met andere attitudekunst."