Volgens Amnesty hebben de autoriteiten van de stad, die gecontroleerd wordt door de Koerden, op een brutale wijze de woningen vernield van honderden Iraakse soennitische Arabieren, en hen opgelegd de stad te verlaten. Dat zou gebeurd zijn als reactie op een meerdaagse aanval van IS die van start ging op 21 oktober.

Onder de verjaagde inwoners bevinden zich volgens de ngo ongeveer 250 gezinnen die hun huizen al eens ontvlucht waren vanwege het geweld. Hun identiteitskaarten zouden in beslag zijn genomen.

Amnesty noemt de praktijken "illegaal en wreed" en roept de autoriteiten op om ze meteen te stoppen. "Dergelijke vernielingen, die niet gerechtvaardigd worden door een militaire noodzaak, zijn een oorlogsmisdaad, net als het verjagen van burgers zonder dat hun veiligheid bedreigd is of zonder een militaire noodzaak."

Eerdere beschuldigingen

IS had in oktober, als reactie op het offensief van het Iraakse leger in Mosoel, een aanval uitgevoerd op Kirkoek, de op een na grootste stad in Irak en het laatste grote IS-bolwerk. Bij die aanval kwamen 74 jihadisten en 46 anderen om het leven.

Amnesty International had de Koerdische troepen er in januari al van beschuldigd duizenden huizen te hebben vernield in het noorden van Irak, om zo klaarblijkelijk de Arabische burgers te verjagen. De Koerden sturen die burgers bovendien terug naar de plaatsen die ze eerder hadden ontvlucht, zelfs al is de situatie er nog niet veilig, aldus de ngo.