Direct naar artikelinhoud

Portret van Indiase moeder als despote met de deegrol

Vermommingskunstenaar Ernest van der Kwast kent weinig pudeur in zijn vaak onbedaarlijk vrolijk portret van zijn schraapzuchtige, dominante Indiase moeder. Haar tragische kant sluipt in Mama Tandoori slechts mondjesmaat binnen.

Ernest van der Kwast: het lijkt een naam waarmee je meer gensters kunt slaan in de schilderswereld dan in de schrijverij. Is het daarom dat de auteur zich aanvankelijk ontpopte tot een ware vermommingskunstenaar? Met zijn onder pseudoniem verschenen debuut Man zoekt vrouw om hem gelukkig te maken (2004) zaaide Van der Kwast volop verwarring. Wie was in godsnaam Yusef El Halal, die met onversneden Brusselmans-proza en grappen à volonté de Nederlandse lezer inpakte? Er werd een klopjacht ondernomen op de identiteit van de begaafde nieuwkomer, tot bleek dat Van der Kwast zich had laten seconderen door onder meer Ronald Giphart en Ingmar Heytze.

Zijn tweede boek, met de ook al opvallende titel Soms zijn dingen mooier als er mensen klappen (2005), publiceerde Van der Kwast onder eigen naam. Maar bij zijn derde boek dreef hij de maskerade volledig ten top. Daarvoor stuurde Van der Kwast de acteur Sieger Sloot in de vuurlinie. Die was zogezegd gedebuteerd met Stand-in, een boek over ene Andreas Mahlknecht die invalt voor schrijvers. Grunberg leek bepaald niet veraf, tot Van der Kwast bekende dat hij de lezer één jaar lang voor het lapje had gehouden.

De in Mumbai geboren Van der Kwast (°1981) is inderdaad een literair wentelteefje, tuk op persiflage, lustig stoeiend met identiteiten. Maar met zijn vierde, autobiografische boek laat hij op het eerste gezicht iets dieper in het eigen hart kijken. Toch is het in Nederland op handen gedragen Mama Tandoori - waarvan ook al de verfilming op stapel staat - wel degelijk ‘lichtjes geromantiseerd’. De biografie van zijn schraperige Indiase moeder, die met haar furieuze temperament het gezin-Van der Kwast nietsontziend in dolle verhuisavonturen en schaamtevolle situaties stort, bevat tal van gefingeerde scènes, zo gaf Van der Kwast berouwvol toe in NRC Handelsblad. Laat deze overwegingen alvast de leespret niet bederven: Van der Kwast maakt van Mama Tandoori een boek waarvoor de uitdrukking ‘fris van de lever’ speciaal lijkt uitgevonden. En na Sprakeloos van Tom Lanoye is er alweer een boek dat de Nederlandse literatuur verrijkt met een hoogstaand én combattief moederportret, waarin naast de schaterlach toch ook de tragiek gaandeweg tussen de regels sluipt.

Veena Ahluwalia ofte moeder Van der Kwast is dominant, eigenwijs, vermoeiend, scheldziek en vooral ongelooflijk gierig. De voormalige verpleegster heeft een onstilbare verzamelwoede en pingelt voortdurend af alsof het elke dag koopjes is, tot heil en glorie van haar uitpuilende voorraden. Wat wil je? “Armoede, oorlog en negen oudere broers en zussen hebben meer dan een kras in het karakter van mijn moeder achtergelaten,” constateert hij over de bedilzuchtige mama met de deegrol. “In een ander leven zou ze een dictator zijn geweest, een despoot die de geschiedenisboeken zou halen.”

Kwam het nog wel goed met ‘mama Tandoori’ na aankomst in Nederland, waar ze bovendien “uit medelijden” een liefdeloos huwelijk sloot met een man die ze later als sullige voetveeg zal behandelen? Wanneer haar eerstgeboren zoon Ashirwad mentaal gehandicapt blijkt te zijn, kan ze dat maar niet onder ogen zien. Zodanig zelfs dat haar wanhoop haar met Ashirwad naar het geneeskrachtige water van Lourdes dirigeert. De onvervalste roadmovie die Van der Kwast van de trip maakt, is ongetwijfeld een van de hallucinant hilarische hoogtepunten van het boek. Nooit is een ordinair gehandicaptenbegeleiderspasje gewiekster aangewend.

En tot overmaat van ramp kondigt haar zoon Ernest later aan dat hij zijn economiestudie af wil breken en schrijver zal worden. Schrijver! Lieve help! Stante pede verbrandt de ontembare moeder een zwarte vuilniszak op haar terras, “Ik kon mijn moeder horen roepen: ‘Ga weg, geest! Boze geest van Ernest, verdwijn!” Het heeft niet mogen zijn: Van der Kwast zet zonder pudeur en met slapstick én soapallures zijn moeder in haar hemd. Al neemt hij ook andere familieleden in het vizier, zoals atletiekwonder tante Jasleen of ex-acteur Uncle Sharma. Schoorvoetend brengt hij het verborgen verdriet van zijn moeder in kaart. Maar helaas verzeilt hij dan wel in tranerigheid. Gauw trekt Van der Kwast daarna een veilig blik anekdotische grapjasserij open. Enig déja-lu valt daardoor niet te vermijden in Mama Tandoori, dat ook structureel op wankele poten staat. Zou het toch de aard van het ongedurige beestje zijn?