Direct naar artikelinhoud

De nieuwe wapens van Rusland

Vandaag doet de Russische president Vladimir Poetin een stap terug, dan wordt hij eerste minister en neemt de door hem geselecteerde Dimitri Medvedev de functie van staatshoofd over. Of dat tot grote veranderingen zal leiden, is twijfelachtig. En toch zijn die hoognodig, schrijft Edward Lucas, om een nieuwe Koude Oorlog te voorkomen. Door Hans Muys

Toen aan het einde van de jaren tachtig de Berlijnse Muur viel, zagen sommigen daarin al het 'einde van de geschiedenis'. Niet dus, de geschiedenis draait gewoon door. En toen op de puinhopen van de Sovjet-Unie een niet-communistisch Rusland werd gebouwd, verwachtten velen dat dit een 'normaal' land zou worden, naar westers model. Alweer fout, zo is gebleken.

Voor Edward Lucas, Oost-Europakenner en correspondent van The Economist komt dat niet als een verrassing. Sterker nog, in De nieuwe Koude Oorlog voorspelt hij dat onze problemen met het nieuwe Rusland nog maar pas begonnen zijn.

Hij bouwt die stelling op vanuit een terugblik op de ontwikkelingen in het postcommunistische Rusland, van de chaos-in-relatieve-vrijheid onder Boris Jeltsin tot de door de veiligheidsdiensten gecontroleerde autoritaire staat die door Vladimir Poetin werd uitgebouwd, compleet met vleugellamme media, opponenten die in de psychiatrie terechtkomen of worden geliquideerd (Litvinenko, Politkovskaja), een uitgehold politiek systeem en groeiende centrale macht van de staat. Een staat trouwens die in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, niet 'ideologievrij' is. Want volgens Lucas maakte het communisme plaats voor een bizarre mix van heimwee naar de oude Sovjet-Unie (waarvan Poetin het uiteenvallen de "grootste geopolitieke catastrofe van de twintigste eeuw" noemt), patriottisme en een historisch revisionisme dat Stalin heel mild als een "controversiële" leider beschrijft. "Soevereine democratie" heet dat.

Niet aantrekkelijk allemaal, maar is er dan helemaal niets goeds in het huidige Rusland? Natuurlijk wel, zo geeft Lucas toe. Want "nooit eerder in de geschiedenis hadden zoveel mensen het zo goed en waren ze zo vrij". Vooral dat eerste klopt, want in de acht Poetinjaren werden de Russen maar liefst zes keer zo rijk. Geen wonder dat een volk dat door de eeuwen heen nooit erg verwend is geweest nu weinig problemen heeft met de keerzijde van deze omvorming "van een anarchistische in een autoritaire staat" en de leider die hen auto's en buitenlandse vakanties bracht op handen draagt.

Toch is die spectaculaire welvaartsstijging niet alleen, zelfs niet in de eerste plaats, de verdienste van de man die nu het presidentschap moet opgeven. Integendeel, Lucas verwijt hem en zijn medewerkers grove economische fouten, zoals de renationalisering van strategische sectoren, hebzucht en de "incompetente regelzucht" van het Kremlin. Die "politisering van de economie" heeft volgens de auteur geleid tot gigantische verspilling, maar dat verandert op korte termijn niets aan het feit dat een vat olie bij het aantreden van Poetin 18 dollar kostte, en nu meer dan honderd dollar opbrengt en ook het aardgas vele malen meer waard is. Tel uit je winst dus.

Tellen, dat doen ook de westerse ondernemingen en regeringen, die heel goed beseffen hoe afhankelijk hun eigen economische ontwikkeling is van energiebronnen. En vooral die mentaliteit baart Edward Lucas zorgen. Want dat we aan de vooravond staan van een echte Koude Oorlog, zoals die tussen de val van nazi-Duitsland en de val van de Muur woedde, dat gelooft Lucas ondanks de titel van zijn boek zelf niet. "Alle vergelijkingen tussen toen en nu zijn anachronistisch en gedateerd", schrijft hij, want de militaire supermacht die de Sovjet-Unie was, is niet meer. En aangezien men in Moskou goed beseft dat de echte Koude Oorlog verloren werd omdat de bewapeningswedloop met Washington onbetaalbaar was geworden, zal niemand de huidige bloei riskeren voor een nieuwe wapenrace. Uit wrok over die politieke nederlaag, en met de petrorijkdom als ruggensteun, houdt het nieuwe Rusland zich wel bezig met het uitdelen van speldenprikken, de levering van wapens aan landen die het Westen niet goed gezind zijn, harde taal en dreigementen om ontwapeningsakkoorden op de helling te zetten. Maar echt lastig wordt er alleen opgetreden tegen ex-onderdelen van de Sovjet-Unie zoals Georgië, Oekraïne of de Baltische staten, die nu zijn 'overgelopen' naar het westerse kamp.

De wapens die de nieuwe Koude Oorlog kenmerken, dat zijn de Russische bodemschatten. Met de klemtoon op olie en vooral aardgas, waarop de vroegere vazalstaten grotendeels en zelfs Duitsland voor bijna de helft van het energiegebruik zijn aangewezen. Dat laatste verklaart vermoedelijk oud-kanselier Schröders merkwaardige beschrijving van Poetin als "een loepzuivere Democraat", voor Lucas een zoveelste blijk van de slaafse opstelling van vele Europese landen tegenover Rusland. Ten onrechte, zo schrijft hij, want zij maken een grote fout door niet hun tanden te laten zien voor het te laat is. Waarop een pleidooi volgt voor een sterkere nadruk op de westerse waarden, voor eensgezindheid zoals ten tijde van de oude Koude Oorlog (al is zijn herinnering daaraan wel erg rooskleurig) en zelfs voor concrete maatregelen zoals het uit de G8 en de Raad van Europa verwijderen van Rusland.

Duidelijke taal die past bij iemand die geen probleem heeft met het provocatieve Amerikaanse rakettenschild en weinig ruimte besteedt aan de vele gebieden waarop het Westen en de Russen momenteel samenwerken. Want dat past niet in zijn, in grote lijnen juiste basisstelling: dat we te maken hebben met een volstrekt nieuwe vorm van niet-militaire confrontatie tussen de liberaal-westerse en de Russische autoritaire vorm van het kapitalisme. Maar of de oproepen tot actie die de auteur aan die analyse koppelt, veel gehoor zullen vinden bij de mensen voor wie ze bestemd zijn, is hoogst twijfelachtig. Dat beseft Edward Lucas zelf ook, want zoals dat een journalist bij The Economist betaamt, kan hij niet heen om de vaststelling dat "geld het sterke punt van Rusland en het zwakke punt van het Westen is".

Ook van de machtswissel die nu in Moskou plaatsvindt, moet niet te veel worden verwacht - zelfs indien Dimitri Medvedev van mentor en nieuwe premier Poetin al een eigen beleid zou mogen voeren. Want dat Medvedev op Wikipedia wordt beschreven als een "gematigd pragmatisch liberaal" zegt vooral veel over die informatiebron en herinnert sterk aan andere voorbeelden van wishful thinking zoals dat 'einde van de geschiedenis'. Lees er liever Medvedevs recente waarschuwing op na dat toetreding van Oekraïne en Georgië tot de NAVO "de veiligheid van Europa in gevaar zou brengen" - een onmiskenbaar schot voor de boeg dat doel trof ook, want door de westerse verdeeldheid die volgde blijven die twee landen nog buiten het bondgenootschap.

De nieuwe Koude Oorlog is een goed onderbouwde waarschuwing tegen een land dat een historisch minderwaardigheidscomplex koppelt aan het soort economische zelfvertrouwen dat ontstaat wanneer grondstoffen 700 miljard dollar opleveren. Maar ook een land dat kampt met inefficiëntie, corruptie en demografische problemen. Waarvan de militaire uitgaven slechts een fractie vormen van de Amerikaanse en waarvan de economie nauwelijks groter is dan die van België en Nederland samen - al ligt de groei er wel veel hoger. Een Rusland waarvan "Europa moet ophouden te denken dat het bekeerd kan worden tot pluralisme en liberalisme", maar waarmee we hoe dan ook veroordeeld zijn om samen te werken en te leven.

Edward Lucas

De nieuwe Koude Oorlog

Oorspronkelijke titel: The New Cold War. How the Kremlin Menaces Both Russia and the West

Vertaald door Rob de Ridder

Nieuw Amsterdam, Amsterdam, 320 p., 18,95 euro.

Vele Europese landen maken een grote fout door niet hun tanden te laten zien voor het te laat is,

vindt Lucas