Direct naar artikelinhoud

'Ik stop niet, ik verhuis'

'Ik wil Alexander niet beschaduwen.' Veel meer moet achter de transfer van Herman De Croo (Open Vld) van Kamer naar (wellicht) Vlaams Parlement niet gezocht worden. 'Zolang de machine draait, ga ik door.'

Van Herman De Croo - voormalig minister, burgemeester, partijvoorzitter en Kamervoorzitter - is de gevleugelde uitspraak dat hij tot aan zijn dood in de Kamer zou blijven en vervolgens naar de Senaat zou verhuizen. Het draait nu toch anders uit: De Croo senior staat op 25 mei niet meer op een Kamerlijst, maar wel op de Oost-Vlaamse lijst van Open Vld voor het Vlaams Parlement (DM van 28/12). Als hij verkozen wordt, kan hij als gemeenschapssenator afgevaardigd worden naar de nieuwe Senaat.

"Theoretisch is het mogelijk dat vader en zoon in dezelfde assemblee zetelen", zegt hij. "Maar in de praktijk zou het toch een beetje raar zijn als twee van vier Oost-Vlaamse verkozen liberalen in de Kamer De Croo heten. Daarom ruim ik plaats, sans rancune. Het spreekt vanzelf dat Alexander als vicepremier zijn beleid verdedigt op de federale lijst. Ik wil hem niet beschaduwen."

U hebt vaak meewarig gedaan over het Vlaams Parlement. Kunt u zich dan geloofwaardig kandidaat stellen?

Herman De Croo: "Pardon, ik ben zelfs nog fractieleider geweest van de PVV in de vroegere Vlaamse Cultuurraad! Ik ben al 45 jaar lang verkozen door Vlamingen. Ik doe niet mee aan die schoonheidswedstrijd van goede en slechte Vlamingen. Ik heb als enige volksvertegenwoordiger alle zes de staatshervormingen meegemaakt, en ik geef toe dat de regionale parlementen de evenknie geworden zijn van de federale Kamer - behalve misschien in prestige."

Was stoppen een optie?

"Neen. Ik ben er nogal gerust op dat ik opnieuw verkozen zal zijn. Zolang mijn machine draait, wil ik doorgaan. Ga maar na: in de voorbije regeerperiode was ik bij de twintig actiefste Kamerleden. Ik ben er nu 76, over vijf jaar ben ik er 81, en dan, wie weet... Wees gerust, ik zal nooit met de ambulance naar het parlement komen, tenzij ikzelf aan het stuur mag zitten."

U ging er prat op dat u uw 'eigen man' was. Uitgerekend u moet om dynastieke redenen verhuizen.

"Daar voel ik geen bitterheid bij. Alexander en ik zijn boezemvrienden, meer nog dan vader en zoon. Samen met zijn generatiegenoten vertegenwoordigt hij de toekomst van de partij, maar zolang het gaat, doe ik mee. Ik stop niet, ik verhuis. Beschouw mij maar als een hommage aan de mens die langer gezond blijft."

Jongere politici klagen over de druk van het mandaat. U nooit.

"Ik heb twee lessen voor jonge politici. Eén: luister meer naar anderen dan naar jezelf. Twee: als je de achtdagige werkweek niet aankunt, begin er dan niet aan. Op weekdagen doe je het gewone werk van de volksvertegenwoordiger, in het weekend begint een tweede werkweek van sociaal contact. Ik draai 45 jaar mee, maar het gemiddelde parlementslid heeft een looptijd van zes à acht jaar."

U wordt aangewreven dat u de mediadruk hebt opgevoerd door de camera's in de Kamer te brengen.

"Waarover hebben we het? Over twee uur per week dat gepassioneerd over de actualiteit gedebatteerd kan worden? Politiek is savoir fair et faire savoir: je moet iets kunnen en tonen dat je het kunt. Ik zie ook wel dat er op donderdag meer Vlamingen dan Walen aanwezig zijn bij het vragenuurtje, omdat de VRT er dan is met Villa Politica en de RTBF niet. En ik heb nooit mezelf in het zonnetje willen zetten. In mijn tijd kwamen enkel de handen van de Kamervoorzitter in beeld, het was André Flahaut die de camera's op een andere plaats hing zodat hij met zijn hele gezicht in beeld zou komen.

"Vooral vrees ik een toekomst van parlementen vol gedetacheerde beroepspolitici. Wie zal nog in het parlement kunnen zitten? Ambtenaren met verlof zonder wedde. Vlaamse, Waalse en Brusselse ambtenaren in het federale parlement, federale ambtenaren in het Vlaamse. En na hun mandaat keren ze 's anderendaags terug naar hun bureau, vaak met een syndicale promotie erbovenop. Dat zullen knappe jongens en meisjes zijn, maar wel beroepspolitici.

"Het zal leiden tot een corporatistisch parlement dat goed voor zichzelf zal zorgen. Dat detachisme is al volop bezig. Jan Peumans? Verlof zonder wedde bij De Lijn. Siegfried Bracke keert gewoon terug naar de VRT als hij in conflict komt met zijn partij. Corporatisme is niet zonder gevaar. Waarom mag de NMBS straffeloos jaarlijks 3 miljard verlies maken? Omdat het in hoofdzaak een overheidsbedrijf is dat overheidsambtenaren naar Brussel brengt. Dan mag dat, blijkbaar."