Direct naar artikelinhoud

Belgen gaan minder met brugpensioen

Het aantal Belgen die tijdskrediet opnemen, is vorig jaar voor het eerst afgenomen. Maandelijks gebruikten gemiddeld 132.728 Belgen in de privésector het stelsel. Het aantal bruggepensioneerden daalde voor het derde jaar op rij. Ons land telde vorig jaar maandelijks gemiddeld 111.347 bruggepensioneerden. Dat maakt de krant De Tijd op uit cijfers van de RVA (Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening).

De regering-Di Rupo hervormde het brugpensioen en het tijdskrediet in de hoop dat minder mensen van de stelsels gebruik zouden maken. Zo poogt ze de reële loopbaan van de Belg te verlengen. Nu is een Belg gemiddeld 32 jaar aan de slag. Nergens in de eurozone ligt het aantal effectieve loopbaanjaren zo laag.

De hervormingen van deze legislatuur werpen nu hun eerste vruchten af: het aantal bruggepensioneerden daalt voor het derde jaar op rij. Het aantal mensen die tijdskrediet gebruiken, daalt voor het eerst. Een deel van die daling wordt wel tenietgedaan door de toename van de 'thematische verlofdagen', zoals het ouderschaps- of zorgverlof.

De grootste groep bruggepensioneerden is ouder dan 58 jaar. "De uitstroom is groot, dus ik verwacht dat het aantal bruggepensioneerden ook de komende jaren zal afnemen", zegt arbeidsmarktdeskundige Jan Denys. Het stelsel kostte ons land in 2012 1,6 miljard euro. Voor dit jaar kon de RVA nog geen bedragen geven.

Sinds het generatiepact proberen de federale regeringen de werkelijke pensioenleeftijd van de Belgen omhoog te krikken. Door de vergrijzing is dat de enige optie om de sociale zekerheid betaalbaar te houden.