Direct naar artikelinhoud

De hoofdschuldige: het ontoereikende openbaar vervoer

Het fileleed blijkt nog steeds niet groot genoeg om de Belg uit zijn auto te krijgen. De auto is zelfs nog populairder geworden, vooral om uit werken te gaan. Dat blijkt uit De Grote Mobiliteitsenquête van Touring en Febiac.

Het snelste vervoersmiddel? Dat moet u niet zoeken aan een of ander perron, maar gewoon in de garage. Daarvan zijn meer Belgen dan tien jaar geleden overtuigd. Na een rondvraag van mobiliteitsorganisaties eind vorig jaar bij 1.000 weggebruikers gaf 52 procent aan dat de auto voor hen de snelste manier is om zich van en naar het werk te begeven. In 2002, toen Touring en Febiac naar dezelfde ervaringen peilden, bleek dat slechts 31 procent.

Een opmerkelijke stijging, zeker als je weet dat in die dikke tien jaar de ellende op de weg niet bepaald kleiner is geworden. Touring Mobilis doopte 2013 nog tot recordjaar wat filelengtes betreft. En de fileduur moet daar niet veel voor onderdoen.

Waarom blijven Belgen dan toch koppig achter het stuur schuiven, en meer en langer rijden? Erg vinden we dat blijkbaar niet. De tevredenheidsscore stijgt zelfs lichtjes: van 6,8 tot 7 op 10. Zijn we na tien jaar geduldiger geworden misschien? "Dat speelt mee," meent Danny Smagghe (Touring), "maar ik denk vooral fatalistischer. Voor de meesten zijn er gewoon nog steeds geen goede alternatieven. Ze nemen de auto uit noodzaak." Uit de mobiliteitsenquête wordt openbaar vervoer door meer mensen als inëfficiënt en ontoereikend beschouwd. Preciezer: door 35 procent vandaag versus 22 procent in 2002.

Controle en comfort

Doodgraag willen de weggebruikers dat niet veranderen. Het geld dat geïnd wordt via autobelasting zien ze liever geïnvesteerd worden in het wegennet (59 procent) dan in trein, tram of bus (53 procent).

Verkeersexpert Willy Miermans (UHasselt) kan die redenering volgen. "De auto past gewoon beter bij onze complexe dagindeling. We leggen vooral korte afstanden af, en daarvoor is de wagen het makkelijkst, het flexibelst. Dat we door de jaren heen wat langer over die afstanden zijn gaan doen, nemen we erbij. Dat went ook."

Johan Demol, Miermans' collega aan de Universiteit Gent, benadrukt dat de files en wachttijden niet alleen de automobilisten, maar ook het openbaar vervoer aantasten. "Er zijn lang niet overal speciale rijvakken voor bussen en trams", zegt hij. Tel daar het gebrek aan pendelparkings in de rand bij en het feit dat je veel centra probleemloos in kunt rijden, en de keuze is voor veel mensen die de stad in moeten snel gemaakt. "Je moet een behoefte creëren om voor verandering te zorgen."

Aan de Universiteit Hasselt wijzen ze ook op het feit dat openbaar vervoer vandaag mogelijk minder goed gepercipieerd wordt dan tien jaar geleden. Het aanbod en de stiptheid worden meer op de korrel genomen, en dus door velen als onbetrouwbaar gezien, vermoedt verkeerspsycholoog Kris Brys.

Daarbij veroorzaken plotse vertragingen bij het openbaar vervoer meer ontevredenheid. "In de auto heb je een veel groter gevoel van controle en comfort", vult Demol aan. Ook de communicatie is er veel beter geworden. De gps-systemen vandaag geven je én meer info over de verkeerssituatie én alternatieven. "We zijn meer sluipwegen gaan ontdekken. Je hebt daardoor het gevoel dat je in beweging bent, vrijheid hebt. Al is het maar de vraag of het ook sneller gaat."

Kilometerheffing

Touring wijst zelf nog op de manieren die de Belgen aanhalen om de stadsmobiliteit te verbeteren. "Ze vragen vooral om positieve alternatieven, zoals thuiswerk en transitparkings, in plaats van auto-afradende maatregelen, zoals duurdere parkings en geknip in wegen, waarop de overheid de laatste tien jaar op heeft ingezet", zegt Smagghe.

Zowat een kwart is ook gewonnen voor een kilometerheffing, ter vervanging van de huidige verkeersbelasting.