Direct naar artikelinhoud

Nieuwe bestuurder Rondas hekelt politieke houding KVS

Jean-Pierre Rondas, Klara-icoon, Vlaams-radicaal en De Morgen-columnist, wordt bestuurder bij de KVS. Hij zal er, zo belooft hij nu al, mee waakzaam op toezien dat het Brusselse stadstheater zich niet meer te fel engageert in politieke manifestaties als ‘Niet in mijn naam’.

Rondas krijgt een zitje in het KVS-bestuur op voordracht van de Vlaamse regering, waar coalitiepartner N-VA hem aanbracht, zo bericht De Standaard. Dat de (Vlaamse) overheid bestuurders aanduidt in culturele instellingen die ze mee subsidieert, is de regel. In het Cultuurpact uit 1974 werden de regels vastgelegd voor een ‘pluralistisch bestuur’ in de grote culturele instellingen. Bij elke bestuurswissel kunnen de bestuursmandaten aangepast worden aan de heersende politieke krachtsverhoudingen.

In deze regeerperiode kreeg de N-VA zo al twee bestuurders bij de VRT (Eric Defoort en woordvoerster Valerie Van Peel) en bij het NTGent, waar onder meer de Gentse N-VA-fractiemedewerker Filip Van Tricht en Voka-bestuurster Lucrèce Callebaut onlangs in het bestuur getreden zijn.

De intrede van een N-VA-vertrouweling (Rondas heeft geen partijkaart, maar zijn sympathie voor Bart De Wever is geen geheim) bij de KVS luistert iets nauwer, gezien de recente politieke spanningen tussen partij en stadstheater. Na de politiek-artistieke manifestatie ‘Niet in onze naam’ (die plaatsvond in de KVS-schouwburg) stelde de N-VA pittige vragen in het Vlaams Parlement over de subsidies van het Brusselse cultuurhuis. Rondas zelf gaf ook al meermaals zijn afkeuring te kennen over die bijeenkomst die hij onder meer een “organisatie van de PVDA” noemde.

Van die kritiek neemt hij, ook in deze nieuwe constellatie, geen woord terug. “Het is niet aan de KVS om mee te spelen in dit soort platte, interveniërende politiek vanwege kunstenaars”, zegt hij. “Ik heb niks tegen een flink meningsverschil, maar de zwakte van de argumenten van ‘Niet in mijn naam’ blijft me storen. Dan liever de veel beredeneerdere reactie van Wim Opbrouck en het NTGent, toch ook geen huis dat vol Vlaams-radicalen zit.”

“De periode van dit soort kunst is echt wel voorbij”, meent Rondas nog. “Dat heeft, ook artistiek, best wel zijn waarde gehad. Dankzij de Internationale Nieuwe Scène heeft Vlaanderen in de jaren zeventig kennisgemaakt met nieuwe vormen van artistieke praktijk. Later waren er gezelschappen als Dito’dito, die eveneens vanuit een oprecht politiek engagement prachtige dingen gemaakt hebben. Die mensen zitten nu bij de KVS, en daar heb ik dus ook geen enkel probleem mee. Ook de KVS heeft zijn eigen interculturele stem in Vlaanderen en Brussel gevonden. Sta me toe in dat geheel ‘Niet in mijn naam’ een wanklank te vinden.”

Rondas ontkent evenwel dat N-VA hem net gevraagd heeft om de KVS wat te doen zweten. “De eerste vraag dateert al van een half jaar geleden, lang voor deze controverse. Ik had er sindsdien niks meer van gehoord, tot nu.” (BE)