Direct naar artikelinhoud

H&M en co. tikken Cambodja op de vingers

Vertegenwoordi-gers van westerse kledingmerken uiten hun bezorgdheid over het optreden van de Cambodjaanse politie tegen stakende textielarbeiders. Ze zaten daar deze week voor samen met de regering in de hoofdstad Phnom-Penh. Conflicten over het minimumloon slepen al maanden aan.

De textielarbeiders kwamen in januari twee weken lang op straat om een hoger minimumloon te eisen. Daarbij ging de politie hardhandig te werk. Er vielen vijf doden en tientallen gewonden. Meer dan twintig betogers werden gearresteerd en zitten nog steeds zonder aanklacht vast. De regering wil het minimumloon optrekken van 80 tot 100 dollar. Onvoldoende, vinden de vakbonden, die 160 dollar vragen.

Bekende kledingmerken zoals H&M, Puma, Levi's en Gap zetten nu druk op de regering. Ze vragen stabiliteit, een gezonde industrie en een goed werkend verloningssysteem. H&M kondigde vorige maand aan dat het meer in Afrika gaat produceren. Een van de redenen is de onrust in enkele Aziatische landen. De merken maakten hun bezorgdheden over aan de regering en vragen beide partijen de onderhandelingen over het minimumloon te hervatten. De vakbonden kondigden vorige maand nog nieuwe stakingen aan.

De textielsector stelt zo'n 500.000 Cambodjanen te werk.