Direct naar artikelinhoud

IS is verdreven in Tikrit, maar de angst blijft

Vluchtelingen uit Tikrit durven nog niet terug te keren, ook al zijn de strijders van terreurorganisatie IS verdreven. De soennitische inwoners vrezen nu de sjiitische milities, die mee de stad heroverden en uit zijn op wraak na de vondst van massagraven met vermoorde collega's.

Iraakse forensische teams zijn gisteren begonnen met het opgraven van lichamen uit diverse massagraven in de Iraakse stad Tikrit, die onlangs werd heroverd op Islamitische Staat (IS). In de graven liggen mogelijk 1.700 door IS geëxecuteerde regeringssoldaten, grotendeels sjiitische moslims. Explosievenexperts werken om de stad te bevrijden van de talloze boobytraps en andere springtuigen achtergelaten door IS. Militairen bestrijden de laatste kleine groepen IS-strijders, nog verschanst op geïsoleerde plekken. Maar vooralsnog komen burgers nauwelijks terug naar de stad.

De massagraven werden ontdekt nadat de eerste regeringstroepen en militiestrijders vorige week de stad introkken. IS veroverde Tikrit tijdens zijn blitzkrieg medio vorig jaar, toen ook Mosoel en andere delen van Irak werden ingenomen. Ongeveer 1.700 militairen gelegerd in een kazerne aan de rand van de stad, een voormalige basis van de Amerikanen, werden op hun vlucht door IS-strijders gevangengenomen.

Daags erna plaatste Islamitische Staat filmpjes online waarin mannen in haast eindeloze rijen een voor een door het hoofd worden geschoten aan de rand van de rivier de Tigris en daarna gedumpt in het water. Andere filmpjes toonden hoe IS-strijders met machinegeweren schoten op rijen gevangenen die geboeid klaarlagen op hun buik in een greppel.

Onderzoekers in Bagdad gaan proberen de lijken te identificeren, middels DNA afgestaan door families van de slachtoffers.

Aanval op Mosoel

De herovering van Tikrit moet een opstap vormen naar de aanval op Mosoel, het Iraakse hoofdkwartier van IS. De hoop is dat Iraakse regeringstroepen en sjiitische milities bij een aanval op Mosoel hulp krijgen van Koerdische peshmergastrijders uit het noorden van het land.

Voor bewoners van de stad Tikrit zelf is er vaak weinig reden tot feest. Vanwege de achtergebleven boobytraps en IS-strijders raadt de regering in Bagdad bewoners af om terug te keren. Maar er zijn ook grote zorgen over eventuele wraakaanvallen van sjiitische militieleden, die inwoners van het grotendeels soennitische Tikrit dikwijls zien als aanhangers van IS.

De aanval op Tikrit heeft laten zien hoe groot - en zorgelijk - de rol is die sjiitische milities spelen in de strijd tegen IS. Zo'n 20.000 militiestrijders, vaak bewapend en getraind door Iran, vochten naast enkele duizenden regeringssoldaten om Tikrit. Bagdad heeft deze sjiitische milities nodig: Iraakse regeringsmilitairen namen veelal de benen toen IS-strijders kwamen aanstormen en het Iraakse leger moet opnieuw worden opgebouwd.

Maar mensenrechtenorganisaties, waaronder Human Rights Watch, beschuldigen de sjiitische milities van marteling, verdwijningen en executies van soennitische burgers. Twee correspondenten van het persbureau Reuters zagen hoe sjiitische milities in Tikrit de huizen plunderden en jubelend een lijk van een IS-strijder achter hun pick-up aansleepten - in het bijzijn van Iraakse politiemensen.

Dat is niet alleen zorgelijk voor de mensenrechten in Irak, maar ook voor de hoop op een succesvolle uitkomst van de strijd tegen IS. Op korte termijn is de inzet van sjiitische milities tegen IS noodzakelijk. Maar voor stabiliteit op lange termijn moet de regering de soennitische minderheid in Irak laten zien dat een nederlaag van IS ook in hun belang is.

Soennieten rekruteren

De door sjiieten geleide Iraakse regeringen van de afgelopen 10 jaar hebben de belangen van soennitische Irakezen grotendeels genegeerd. Het gevolg daarvan is dat veel soennieten in Irak aanvankelijk hun extremistische geloofsgenoten van Islamitische Staat verwelkomden. Inmiddels probeert Bagdad lokale soennitische strijders te rekruteren om IS in hun gebieden te helpen bestrijden.

Maar Bagdad moet dan wel eerst de sjiitische milities onder controle krijgen. Want waarom zouden soennitische jongemannen uit Mosoel vechten tegen IS, als het vertrek van de terreurgroep betekent dat sjiitische milities hun stad komen platbranden?