Direct naar artikelinhoud

Li Keqiang, selfmade man die niet vies is van doofpotoperaties

Je zou van China's machtigste mannen verwachten dat ze bekend staan om hun goed leiderschap. Dat gaat alvast niet op voor Li Keqiang (57), de aankomende nummer twee.

Li, de man die in de partijhiërarchie opklimt en volgend voorjaar premier van China wordt, lijkt op het eerste zicht weinig op partijsecretaris en aankomend president Xi Jinping. Is die laatste een rode prins en fils à papa, dan is Li een selfmade man. Zijn vader was wel partijfunctionaris in de vooral om zijn overstromingen bekende provincie Anhui, maar een hoge pief van de revolutie of een vertrouweling van Mao's metgezellen was hij geenszins. Dat Li het straks tot premier schopt, heeft dus minder met zijn familieconnecties te maken dan met de regels van het politieke koorddansen aan de top. Gewezen partijsecretaris Jiang Zemin wist Xi naar voren te schuiven, huidig partijleider Hu Jintao gaf zijn gewezen rechterhand en JeugdLigaleider Li daarop een flinke duw in de rug. En daarmee zien de grote facties binnen de Chinese Communistische Partij zich allebei vertegenwoordigd.

De pogingen om Li Keqiang naar de top te stoten zijn al even aan de gang en als het aan Hu had gelegen, dan was hij zelfs de gedoodverfde nieuwe partijleider. Maar uitspraken van slechte vrienden steken daar in 2007 een stokje voor. Het zit zo: kort voor het 17de Partijcongres circuleren geruchten dat Li zou doorstoten. Wang Juntao, een in de VS in ballingschap levende dissident, haast zich om te zeggen dat hij een dergelijke promotie een goed idee vind. Hij kent Li nog van de universiteit van Peking, in de jaren tachtig, en herinnert zich zijn geestdrift voor 'constitutioneel bestuur'. Precies aan dit Chinees codewoord voor de scheiding der machten hebben de conservatieven een broertje dood. En dus gaat de promotie niet door, legt de Australische journalist Richard Macgregor uit in zijn boek 'The Party'.

Repressie

Daaruit concluderen dat Li Keqiang een gedwarsboomde hervormer zou zijn, die nachtelijk droomt van een gedemocratiseerd China, zou evenwel een brug te ver zijn. Kijk naar zijn prestaties als gouverneur van Henan eind jaren negentig. Li treedt er in 1998 aan, op een moment dat het verpauperde platteland van de provincie wordt geteisterd door een aidsepidemie. Die vloeide voort uit door leger en politie gesteunde initiatieven waarin arme boeren werden opgeroepen om tegen betaling bloed te doneren. Aangezien Chinezen daar traditioneel onwillig tegenover staan omdat ze gezondheidsproblemen vrezen, wordt het afgenomen bloed, ontdaan van het plasma, teruggegeven aan de boeren. Dit gebeurt evenwel zonder enige tests, met grootschalige hiv-besmetting tot gevolg.

Hoewel de praktijk reeds aanving onder Li's voorganger, is het vooral na zijn aantreden dat de gevolgen ervan duidelijk worden. Tal van dokters en activisten luiden de alarmklok over hele aidsdorpen, wiens inwoners verstoken blijven van broodnodige medische zorg. Hun inspanningen resulteren evenwel eerder in repressie dan in hulp. Activisten worden opgepakt, pogingen tot contact met internationale instanties als de Wereldgezondheidsorganisatie worden zo veel mogelijk verhinderd. Li Keqiang is de man van de doofpot, zoveel is zeker. Dat hij in november 2011 onder grote belangstelling van de Chinese media aidspatiënten bezoekt in Peking, verandert daar weinig aan.

In Henan noemen ze hem spottend 'Drie Vuren'-Li, een klassieke verwijzing naar de deugden van de ambtenaar, die in dit geval evenwel refereerde naar alles wat er misging toen hij de Noord-Chinese regio bestuurde. Bij drie grote branden vallen honderden doden en het gebied wordt getroffen door een misdaadgolf en een groot katoenschandaal. Li wordt voor geen van deze problemen ter verantwoording geroepen. Wel integendeel.

In 2004 schopt hij het eerst tot provinciegouverneur van Liaoning en van daar wordt hij als Hu's protegé naar Peking gekatapulteerd. "De beslissing om hem tot een van de machtigste leiders van het land te benoemen, was toen al genomen", zo denkt internationaal gelauwerd aidsactivist Hu Jia. "En dus was hij zo goed als ongenaakbaar". Alleen uit dissidente hoek kunnen hem schijnbaar stokken in de wielen worden gestoken. Is het daarom dat Wang Juntao in 2007 zijn gewraakte persconferentie houdt?

Volksgezondheid

Er is overigens nog een andere merkwaardigheid aan China's komende tweede man. Momenteel is hij als vicepremier verantwoordelijk voor volksgezondheid. En wat blijkt? Zijn broer, Li Keming, is sinds 2003 vicedirecteur van de Staatsadministratie voor Tabaksmonopolie. Uit een vorige maand verschenen rapport van Cheng Li (Brookings Institute) blijkt dat Li ondanks de gigantische rokerssterfte (momenteel 1,2 miljoen doden per jaar, tegen 2030 drie keer zoveel) nog nooit publiekelijk heeft gesproken over de noodzaak aan tabakscontrole of maatregelen om het roken in te perken. "In private gesprekken", zo schrijft Cheng, "heeft Li tegen hoge ambtenaren van Volksgezondheid verklaard dat anti-tabaksmaatregelen 'niet realistisch' zijn in China, gezien de grote bijdrage van de tabaksindustrie aan de economie".

Nochtans kent Li de problematiek maar al te goed. De bekende Chinese dokter Zhong Nanshan dringt tijdens een onderhoud in juli 2010 heel erg aan op maatregelen en uit ongezouten kritiek op het beleid, maar ook dat zet Li niet aan tot enige actie. Sommige experts geloven dat de belangenvermenging binnen de familie Li munitie is voor de politieke tegenstanders van de aankomende premier, maar tot dusver hadden die weinig slagkracht.

Wat mogen we van Li Keqiang verwachten? Officieel bekommert hij zich om de macro-economie en de dreigende immobiliënbubbel. Hoe doortastend hij die problemen zal aanpakken, moet nog blijken.

Li Keqiang

Geboren op 1 juli 1955

1993: wordt lid van het

Partijcongres

1993-1998: secretaris van de JeugdLiga

1998-2004: provinciegouverneur van Henan

2004-2007: provinciegouverneur van Liaoning

2007: wordt lid van het Politburo

2008-2012: vicepremier