Direct naar artikelinhoud

Minister Inge Vervotte bedingt juiste prijs voor rusthuisbewoners

De maandelijkse factuur van rusthuisbewoners bestaat vaak uit een kluwen van een vaste prijs en allerlei supplementen. Om die onduidelijkheid de wereld uit te helpen, legt Vlaams minister van Welzijn Inge Vervotte (CD&V) op dat alle erkende rusthuizen vanaf 1 juli 2007 een basispakket moeten leveren voor hun dapgrijs.

door tine peeters

Brussel l De supplementen die overblijven, moeten evenveel kosten in het rusthuis als erbuiten. De Vlaamse Vereniging voor Steden en Gemeenten (VVSG) steunt de maatregel, maar waarschuwt voor misbruiken.

Bejaarden en hun kinderen staan vaak voor onaangename verrassingen als de rekening van het rusthuis in de bus valt. Buiten de vaste dagprijs staat op de factuur vaak een waslijst aan supplementen. In die supplementen zitten soms merkwaardige zaken, van toiletpapier tot drinkbaar water. Maar liefst één op de twee rusthuizen rekent het gebruik van handzeep en shampoo extra aan. Tien procent van de rusthuisbewoners moet meer betalen voor drinkbaar water, bij 6 procent zit toiletpapier niet in de dagprijs. Incontinentiemateriaal geldt in 17 procent van de rusthuizen als een supplement.

Vanaf 1 juli 2007 moet elk rusthuis een minimale verzorging garanderen voor de dagprijs. Naast zeep, shampoo, toiletpapier, drinkbaar water, incontinentiemateriaal en het wassen van niet-persoonlijk linnen zit in die 'all-in prijs' de aansluiting op alle nutsvoorzieningen, radio, tv en telefoon. Een maaltijd moet overal evenveel kosten, of de bewoners ze nu op hun kamer opeten of in de gemeenschappelijke zaal.

"De talrijke supplementen zorgen ervoor dat het heel moeilijk wordt om de prijzen in verschillende rusthuizen te vergelijken. Dit basispakket geeft de ouderen meer duidelijkheid en een financiële bescherming", zegt Vervotte. De kostprijs voor supplementen die rusthuizen aanrekenen, mogen nooit meer de pan uit swingen. Als de bewoners extra betalen voor bepaalde artikelen, zoals voor extra lichaamsverzorging, kosten die evenveel als buiten het rusthuis.

In Vlaanderen verblijven zo'n 60.000 mensen in 755 rusthuizen. De Vlaamse Vereniging voor Steden en Gemeenten (VVSG), die 241 rusthuizen onder haar hoede heeft, staat achter de beslissing van de Vlaamse regering maar relativeert de impact ervan. "De meeste rusthuizen werken al met all-in prijzen. Zoveel verandert er niet", zegt Elke Vastiau, stafmedewerker ouderenbeleid en ouderenvoorzieningen. Toch waarschuwt de vereniging voor de negatieve gevolgen. "Vervottes intenties zijn goed, maar er dreigen misbruiken", vreest Vastiau.

Eén voorbeeld: incontinentiemateriaal geldt als een 'gesolidariseerde' kost, waarbij alle bewoners een deel van de kosten op zich nemen. De VVSG is bang dat het aantal luiers voor de incontinente bewoners beperkt zal worden omdat de rusthuizen willen besparen en de dagprijs niet te veel willen verhogen. "De inspectie moet erop toezien dat alle bejaarden nog een verzorging op maat krijgen", meent Vastiau.

Een volgend vraagteken plaatst de VVSG bij de verplichting voor de bejaardentehuizen om zowel de Vlaamse als de federale regering op de hoogte te brengen van de dagprijzen. "Waarom kunnen de overheden elkaar niet informeren? De rusthuizen klagen over een extra administratieve last." De Vlaamse Ouderenraad heeft niets dan lof voor de duidelijkere prijzen. "Zo weet iedereen waar hij aan toe is. Het zijn net de extra's die de prijs opdrijven, maar waar de bejaarden moeilijk zicht op krijgen als ze een rusthuis uitzoeken", besluit Mie Moerenhout, directeur van de Vlaamse Ouderenraad.