Direct naar artikelinhoud

Grieken krijgen meer tijd

Uit vrees voor chaos op de markten lijken de euro-landen bereid om Grieken- land tegemoet te komen in de schuldafbetaling, mits het hard blijft bezuinigen.

De eurolanden overwegen Griekenland meer tijd te geven om zijn internationale noodleningen af te lossen. Naast een langere looptijd zou ook de rente op de leningen kunnen worden verlaagd. Op die manier willen de lidstaten voorkomen dat Griekenland alsnog failliet gaat en de eurozone moet verlaten.

Harde voorwaarde is dat het Griekse parlement volgende week instemt met een nieuw bezuinigings- en hervormingspakket ter waarde van 13,5 miljard euro.

Tijdens een telefonische vergadering woensdagmiddag van de ministers van Financiën in de eurozone, klonk stevige kritiek op de Griekse leiders. Die kondigden afgelopen weken twee keer een akkoord aan met de geldschieters over de extra bezuinigingen, terwijl dit niet het geval was. "Het vertrouwen in de Griekse regering wordt er niet groter op", zei een betrokkene na afloop van het overleg in Berlijn.

Tijdens de vergadering concludeerden de ministers dat de staatsschuld van Griekenland onhoudbaar is. Volgend jaar bedraagt die bijna 190 procent van het bruto binnenlands product. Begin dit jaar beloofde Athene de schuld in 2020 tot 120 procent terug te dringen. De nieuwste berekeningen laten zien dat zelfs met de voorgenomen extra bezuinigingen, de schuld in 2020 op iets minder dan 140 procent blijft steken.

Geen van de eurolanden wil Griekenland laten vallen uit vrees voor chaos op de financiële markten. Naast een soepelere terugbetaling van de eerder verstrekte noodleningen staan de ministers daarom welwillend tegenover het idee dat Athene met het geleende geld Griekse obligaties opkoopt. Omdat de huidige marktprijs onder de uitgifteprijs ligt, financiert Athene zo zijn eigen schuldsanering.

Nauw betrokken diplomaten en EU-ambtenaren zeggen dat deze handreikingen onvoldoende zijn om Griekenland uit de gevarenzone te krijgen. Het land zou een derde noodlening van minstens 20 miljard euro nodig hebben. Eerder leende het al 240 miljard euro van de EU en het Internationaal Monetair Fonds (IMF).

Een besluit over een eventuele nieuwe lening valt op 12 november als de ministers opnieuw bijeenkomen. Kwijtschelding van de bestaande leningen - waarop het IMF aandringt - lijkt uitgesloten, Duitsland en Nederland wijzen dat af.