Direct naar artikelinhoud

Schrijver tegen vlees

In 2009 schreef de Amerikaanse succesauteur Jonathan Safran Foer Eating Animals (Dieren eten), een journalistiek werk over de desastreuze impact van de landbouwindustrie op onze gezondheid en die van de planeet. Tienduizenden lezers beslisten sindsdien om hun eetgewoonten te verbeteren. Koen Vidal / Foto's Chantal Heijnen

Directe aanleiding van Eating Animals was de geboorte van Safran Foers zoontje Sasha. De auteur zag het als zijn vaderlijke plicht om zich de vraag te stellen waar het voedsel dat hij aan zijn nageslacht zou geven vandaan kwam. Het boek is een zoektocht naar de oorsprong van het stuk kip en het lapje vlees dat dagelijks op ons bord verschijnt. De conclusies zijn onrustwekkend.

Meer dan 95 procent van ons vlees wordt in barbaarse en ziekmakende omstandigheden geproduceerd. Eating Animals werd een horrorverhaal over kippen die op een oppervlakte van een A4'tje zoveel mogelijk eieren moeten leggen, koeien die in slachthuizen levend doormidden worden gesneden en varkens die, zelfs als ze zwanger zijn, in hokken zitten waar ze niet kunnen bewegen. Over pluimvee dat zoveel antibiotica krijgt toegediend dat de mensheid slachtoffer dreigt te worden van gevaarlijke virussen. En over een industrie die door de uitstoot van miljarden tonnen stront de belangrijkste verantwoordelijke is voor de klimaatopwarming.

Safran Foers reputatie en zijn sublieme vertelstijl maakten dat het boek niet als een tendentieus schotschrift werd geklasseerd. Tienduizenden mensen in een dertigtal verschillende landen lazen het en gingen vervolgens anders eten of werden vegetariër. Probeer het zelf ook maar eens: dit boek vastpakken zonder ook maar even te overwegen om voortaan verantwoord voedsel te kopen: het lukt niet.

Vier jaar na de publicatie van Eating Animals en honderden lezingen verder zegt een bescheiden Jonathan Safran Foer dat het boek voor velen een eyeopener was. "Het is duidelijk dat de wereld inzake eetgewoonten snel aan het veranderen is. For better and for worse. Aan de ene kant zijn er steeds meer aardbewoners die meer vlees gaan eten. Maar ook het aantal mensen dat zich bewust is van de nefaste aspecten van de voedingsindustrie neemt toe. Er komen meer vegetariërs en bewuste vleeseters; dit is geen marginale groep meer.

"Op de Amerikaanse campussen zijn er tegenwoordig al meer vegetariërs dan katholieken. Beetje rare vergelijking misschien, maar het zegt wel iets over waar het met onze eetgewoonten naartoe gaat. Hoe dan ook zitten we momenteel op een soort tipping point. Maar we weten nog niet welke kant het zal uitgaan: gaan we slimmer eten of eten we ons te pletter?

"Wat ik wel zeker weet, is dat het boek veel meer lezers bereikte dan ik ooit had durven verhopen. Nog meer in Europa dan in de VS. Zowel in Italië als in Duitsland was Eating Animals de nummer-eenbestseller. In Duitsland werden er van dit boek zelfs meer exemplaren verkocht dan van mijn romans."

Gematigd

Safran Foer geeft toe dat het succes te maken heeft met zijn diplomatische aanpak: of beter gezegd zijn tactiek om het dovemansgesprek tussen verstokte vleeseters en radicale vegetariërs te doorbreken. "In plaats van mensen met een schuldgevoel op te zadelen of te intimideren, wou ik met de juiste toon een echte conversatie op gang brengen over de realiteit van ons voedselsysteem. Daarmee maak ik geen verwijt aan militante dierenrechtenactivisten, die vinden dat vegetarisme de enige oplossing is. Ik heb veel begrip voor zij die 'vlees is moord' schreeuwen. Ik respecteer hen en heb bewondering voor hun werk.

"Groepen als PETA (People for Ethical Treatment of Animals, KoV) zijn ongelofelijk succesvol. Hun compromisloze aanpak komt er inderdaad op neer dat ze twee op de tien mensen overtuigen en de overige acht wegjagen. Maar op die manier zijn ze wel uitgegroeid tot een van de belangrijkste sociale bewegingen ter wereld.

"Aan de andere kant: als je een systeem echt wilt veranderen, kun je het je niet veroorloven om acht op de tien mensen boos te maken. Dan moet je op zoek naar de grootste mogelijk kritische massa en liefst naar een meerderheid. Kijk naar het homohuwelijk: dat is er pas gekomen nadat velen ervan overtuigd waren geraakt dat homokoppels evenveel rechten hebben als hetero's. De lobbygroepen tegen het homohuwelijk zijn nog steeds machtig en actief, maar ze zijn de strijd aan het verliezen.

"Hetzelfde geldt voor het voedseldebat. Ikzelf ben ervan overtuigd dat vegetarisme de beste eetgewoonte is. Maar het is niet realistisch om die overtuiging op te dringen aan anderen, want dan verlies je een heleboel mensen. Ik wil ook praten met zij die bereid zijn een of twee keer per week geen vlees te eten. Als alle Amerikanen dat zouden doen, dan komt dat qua CO2-uitstoot op hetzelfde neer als wanneer we vijf miljoen wagens van de baan zouden halen."

Safran Foers gematigde standpunt heeft ook te maken met het feit dat hij tijdens zijn onderzoek boeren ontmoette die wel bezorgd zijn om dierenwelzijn en volksgezondheid. "Ik geef eerlijk toe: toen ik aan dit boek begon, ging ik ervan uit dat ik een pleidooi voor vegetarisme zou schrijven. Maar gaandeweg kwam ik erachter dat het allemaal wat complexer en genuanceerder is.

"Mijn opinie veranderde omdat ik in contact kwam met boeren die hun koeien wel lieten grazen, die respect hadden voor de leefgewoontes van hun varkens, en hun kippen en kalkoenen lieten scharrelen. Mensen die het geweld van de machtige voedingsindustrie het hoofd proberen te bieden. Boerderijen waarvan je zegt: 'Oké, als ik een dier zou zijn, zou ik hier best mijn leven kunnen doorbrengen, ook al zal ik uiteindelijk toch in een slachthuis belanden.' Zulke boerderijen zijn een levensgroot verschil met de grote voedingsbedrijven waar ik, mocht ik een varken zijn, onmiddellijk zou willen sterven.

"Weet je, toen dit boek uitkwam, dacht ik dat de dierenrechtenactivisten enthousiast zouden zijn en de boeren woest. Maar het tegendeel bleek waar: de activisten waren kritisch en de boeren voelden zich aangemoedigd. En eigenlijk is dat logisch: de meeste boeren stappen niet in dit vak om dieren te mishandelen en ongezond voedsel te produceren. Ze kozen voor het boerenleven om dichter bij de natuur te zijn, dieren te respecteren, eerlijk hun geld te verdienen."

Zulke bioboeren zijn stevig in de minderheid, dat weet Safran Foer ook wel. "Maar tegelijk zijn er nog nooit zoveel alternatieven geweest voor de junkfood van de voedingsindustrie. Toen ik in 2005 aan de research van dit boek begon, was het heel moeilijk om vrije-uitloopeieren te vinden. Tegenwoordig verkopen ze die zelfs in benzinestations. In goede restaurants wordt steeds meer toelichting gegeven over de oorsprong van het vlees dat je op je bord krijgt. De gevoeligheid neemt toe en dat zorgt voor een positieve spiraal: geïnformeerde consumenten vragen naar bepaalde producten, restaurants en shops beginnen die voedingswaren aan te prijzen waardoor andere consumenten dan weer gesensibiliseerd worden.

"Weet je: vaak wordt gezegd dat deze beweging een revolutie teweeg wil brengen. En in zekere zin klopt dat natuurlijk. Maar je mag het ook niet te dramatisch of te moeilijk voorstellen. Dit gaat over een zeer haalbare aanpassing van onze levensstijl. Het is als stoppen met roken. In het begin denk je: 'Dit lukt me nooit, dit is niet haalbaar.' Maar als je even volhoudt, merk je dat het helemaal niet zo moeilijk is en begin je ook de voordelen in te zien. En na een tijdje denk je er gewoon niet meer over na. Je bent veranderd en that's just what it is.

"Weet je wat in deze discussie ook heel belangrijk is: je mag van mensen niet de perfectie eisen. Proberen om verantwoord te eten, is beter dan helemaal niet proberen. Vaak hebben we angst om de perfectie niet te bereiken en dan gebruiken we het als een excuus om niets te doen."

Niet willen weten

Er is nog iets opmerkelijk aan Safran Foers boek en de deining die het veroorzaakte. Aan de kant van de voedingsindustrie bleef het oorverdovend stil. "Voor alle zekerheid had ik het manuscript door twee advocaten en twee fact checkers laten lezen. Maar de reactie van de grote bedrijven was zero. Helemaal niets! Geen enkel bedrijf nodigde me uit voor een gesprek en er kwamen ook geen processen of schadeclaims. En telkens als ik naar een televisieshow mocht, kreeg ik van de producer te horen dat ze niemand van de industrie hadden gevonden om met mij in debat te gaan.

"Ach, hun stilte is logisch. Hoe meer we over dit onderwerp praten, hoe minder mensen industrieel vlees zullen eten: dat beseffen die bedrijven ook wel. Hun succes is afhankelijk van onze onwetendheid. De enige manier om met een gerust geweten fabrieksvlees te blijven eten, is om de feitelijke kennis over hun praktijken weg te duwen.

Dat verklaart waarom er ook behoorlijk wat mensen zijn die Eating Animals niet willen lezen. Laatst kwam er nog iemand naar mij: 'Meneer Safran Foer, ik ben een grote fan, ik las al uw romans maar Eating Animals zal ik nooit kopen want ik wil vlees blijven eten.' En hoe vaak heb ik het niet in boekenwinkels gezien: mensen die Eating Animals vastnemen, aandachtig de achterflap lezen om het vervolgens snel terug te leggen. Ik weet wat zo iemand op dat moment denkt: 'I don't wanna go there. Ik wil daarover niets weten.' Soms is het comfortabeler om in onwetendheid te leven."

Liever niet willen weten: het is een reactie die Safran Foer begrijpt. "Die reflex is ook mij niet vreemd. Ken je dat boek Living High and Letting Die van Peter K. Uger? Zijn argument is dat rijke westerlingen de morele plicht hebben om een deel van hun inkomen af te staan om zo het lijden in ontwikkelingslanden te stoppen. Doen we dat niet, dan is dat hetzelfde als een verdrinkend kind te laten sterven omdat je geen nat pak wil hebben. Ik wou dat boek eerst niet kopen, maar deed het toch. En hoe meer ik in dat boek las, hoe meer zin ik kreeg om het dicht te klappen en zonder schuldgevoel mijn leventje verder te zetten.

"De waarheid kan kwetsen. Zo is het ook met Eating Animals. Uiteindelijk weet iedereen wel dat er iets fundamenteel fout is met onze voedselproductie. Over dit thema bestaat een fundamentele consensus. Je komt namelijk niemand tegen die helemaal niet geïnteresseerd is in het welzijn van dieren. Ja, de meerderheid van de mensen vindt het perfect oké om dieren te doden zodat we vlees kunnen eten. Maar wist je dat 76 procent van de Amerikanen voorstander is van strengere wetten op dierenbescherming? Goed zijn voor dieren is een menselijk instinct en het is ook iets dat we van onze ouders hebben meegekregen. Wie kan toekijken hoe een hond geschopt en geslagen wordt zonder zich daarbij slecht te voelen?

"Maar het gaat hier niet enkel over dierenwelzijn. Wie wil er een landbouwsysteem dat door de Verenigde Naties wordt aangewezen als een van de belangrijkste oorzaken voor de opwarming van de aarde en verantwoordelijk is voor massale watervervuiling, ontbossing en verlies van biodiversiteit? Een systeem dat bovendien bijzonder ineffeciënt is om de groei van de wereldbevolking op te vangen. Want om één calorie uit ons vlees te krijgen, stoppen we er via veevoeder zes calorieën in. Met andere woorden: voor één maaltijd gooien we er eigenlijk zes weg. Dat we goedkoop vlees nodig hebben om de bevolkingstoename op te vangen, is dus een fabeltje."

Bewuster eten

De grote vraag voor de toekomst is volgens Safran Foer hoe de eetgewoonten in landen als India en China zullen evolueren. "Als die miljarden mensen als ons gaan eten, ziet het er zeer slecht uit. Vandaar dat het zo belangrijk is om dit debat in Amerika ten gronde te voeren. Want of je het nu toejuicht of niet, de Verenigde Staten zijn bijzonder goed in het exporteren van ideeën en waarden: muziek, film, literatuur, eetgewoonten, ethische waarden. Als we in Amerika nu eens dat tipping moment kunnen realiseren waarbij jonge mensen beter en bewuster met eten gaan omspringen. Dan zal dat niet enkel een effect hebben in eigen land, maar ook in de rest van de wereld."

Maar Safran Foer is niet blind voor de realiteit: "Als wij in het Westen steeds meer vlees gaan eten, dan zal de rest van de wereld dat ook doen. In India en China zie je dat nu al gebeuren: het Amerikaanse eetpatroon doet zijn intrede en dat is bijzonder jammer want ze hebben daar een geweldige keuken en een veel gezondere leefstijl. India is het enige land ter wereld waar de bevolking vegetarisch is en ook China heeft een cultuur waar veel meer groenten dan vlees worden gegeten. Vlees is daar niet het centrum van het bord en hetzelfde geldt trouwens voor andere landen waar gezond eten een belangrijk aspect is van de cultuur.

"Waarom denk je dat mijn boek zo goed onthaald werd in Italië? Omdat dat daar een geweldige foodiecultuur bestaat. Italië is de bakermat van de slow food movement. Italianen zijn passioneel voorstander van een systeem dat gezond en lekker voedsel produceert. Je moet de Italianen niet meer overtuigen van het feit dat de voedingsindustrie ons de jongste vijftien jaar een eetpatroon heeft opgedrongen dat we niet nodig hebben en ongezond is. Vlees op zich is niet ongezond, maar de hoeveelheid waarmee velen van ons vlees eten is dat wel. Het enige antwoord is: we moeten even pauzeren en nadenken. Gewoon eten zoals de mensheid dat tot voor vijftien jaar heeft gedaan: gezond, evenwichtig, groenten, granen en - als je dat wilt - een beetje vlees."