Direct naar artikelinhoud

Wall Street op hoogste peil ooit

De Amerikaanse beurs heeft de financieel-economische crisis doorgeslikt en verteerd. De Dow Jones brak gisteren zijn vorige piek van 9 oktober 2007, en ging boven 14.200 punten.

Wall Street toont zich verbazend veerkrachtig. In amper vijf jaar is de grootste crash sinds de Grote Depressie nog maar een nare herinnering. Vanaf de piek in 2007 ging het liefst 54 procent lager. De bodem werd bereikt op 9 maart 2009, waarna een krachtig herstel volgde. Ook de bredere S&P500-index is nog amper 2 procent van een record verwijderd.

Bij ons is de crisis nog lang niet verteerd. De Bel20-index bengelt nog steeds 46 procent onder zijn record van 4.756 punten uit 2007.

Massale geldinjecties

Dat de Amerikaanse beurs zo snel kon herstellen, heeft alles te maken met het optreden van haar hoofdgeneesheer: de Federal Reserve. De Amerikaanse centrale bank wist maar al te goed dat alleen zij de macht had om te voorkomen dat de crashende huizenprijzen die het hele banksysteem hadden besmet, de economie voor jaren de dieperik in zouden duwen.

In november 2008, twee maand na de val van de zakenbank Lehman Brothers, pakte de Federal Reserve uit met een nooit geziene geldcreatie. Het was de eerste fase van wat we nu makkelijkheidshalve 'QE' (Quantitative Easing) noemen. De Fed probeerde allereerst de balansen van de banken te herstellen. Dat deed ze door 600 miljard dollar hypotheekobligaties te kopen, later nog eens uitgebreid met 750 miljard.

Dat er plots een koper was voor het rommelpapier, zorgde ervoor dat de banken over geld konden beschikken en dat ze nieuwe zware afboekingen konden voorkomen. Daardoor kon de financiële sector zijn rol weer spelen om de economie van de broodnodige liquiditeiten te voorzien. Later volgden gelijkaardige operaties.

De Fed koppelde zijn massale geldinjecties aan een nulrentebeleid. Ultralage tarieven om geld te lenen, stimuleerden de gezinnen en de bedrijven om hun portemonnee open te trekken en te investeren. Dat creëerde weer groei. De gezinnen kopen bijvoorbeeld opnieuw massaal wagens. GM, Ford en het door Fiat overgenomen Chrysler blaken weer van gezondheid. Sinds eind 2011 klimmen ook de Amerikaanse huizenprijzen weer. De oorzaak van de crisis is daarmee bezworen.

Herstelpact

Ook de overheid deed een duit in het zakje. De toen pas verkozen president Obama lanceerde begin 2009 een groots herstelpact. De keerzijde was een oplopend begrotingstekort. De schuldgraad van de VS is gestegen tot 105 procent van het bruto binnenlands product. De States zijn in hetzelfde schuldenbedje ziek als veel Europese landen, de hoofdreden waarom de dollar als munt geen potten kan breken.

De lage rente en de herstelprogramma's creëerden werk. De werkloosheidsgraad is teruggelopen van een piek van 10 procent in 1999 tot 7,9 procent. Er is een proces van herindustrialisering bezig in de VS. Veel bedrijven worden aangetrokken door de lage gasprijzen, die hun oorsprong vinden in de massale ontginning van schaliegas.

Hoe moet het nu verder? Kan de Amerikaanse beurs zijn herstel doorzetten? Veel parameters geven alvast groen licht. Enkele weken geleden was er even ongerustheid over de bereidheid van de Fed om de stimulus door te zetten. Maar tijdens zijn laatste getuigenis stelde Fed-opperhoofd Ben Bernanke iedereen gerust. Hij verdedigde de politiek van ultralage rentes en de aankoop van obligaties om de banken en de economie van smeerolie te voorzien.

Beurs blijft gevoelig

Even belangrijk is dat de bedrijven blaken van gezondheid. Zeventig procent van de ondernemingen pakte uit met betere resultaten dan verwacht. Hun winst ging in het vierde kwartaal gemiddeld 6,2 procent hoger.

Maar echt goedkoop is de Amerikaanse beurs niet meer. Tegen gemiddeld 13,7 keer de winst over 2013, noteren de aandelen uit de Dow bijna aan hun historisch gemiddelde van 14. Het dividendrendement van 2,6 procent is nog wel interessant in vergelijking met de 1,8 procent rente op tienjarig overheidspapier.

Maar dat maakt dat de beurs gevoelig blijft voor tegenslagen, zoals een plotse stijging van de rente, een heropflakkering van de schuldencrisis in Europa, of een gevaar uit onverwachte hoek.