Direct naar artikelinhoud

COLUMN

Dave Sinardet is politicoloog aan de VUB en aan de Université Saint-Louis-Bruxelles. Zijn column verschijnt tweewekelijks op zaterdag.

Afgelopen week werd ik door enkele journalisten gebeld over de recente opeenvolging aan Antwerpse 'relletjes'. U weet wel: loketjanetten, aidsremmers, stadsdichters, stadsslogans, vreemdelingentaksen, pleinnaambordjes... De verharde tegenstellingen daarover veroorzaakten telkens kabaal, tot ver buiten Antwerpen. De centrale vraag was waar die escalerende polarisatie plots vandaan komt.

Een gelijkaardig gesprek daarover leverde in Het Laatste Nieuws een artikel op met als boventitel: 'Dave Sinardet verklaart kritiek op N-VA deels door profileringsdrang oppositie' terwijl de kop van Le Soir mij als volgt citeerde: 'De Wever veut l'affrontement'. Wie enkel koppen en quotes leest en artikels hoogstens vluchtig scant (en reacties op fora allerhande doen vermoeden dat dit bij heel wat mensen de gangbare praktijk is), komt zodoende tot een ietwat andere conclusie over waar de 'schuld' ligt voor de 'incidentitis' in de Scheldestad.

Toch is geen van beide titels fout, maar wel een belichting van één element uit mijn betoog. Dit soort 'framing' is haast onvermijdelijk: nuances laten zich zelden vatten in een krantenkop. Daar moet je als geïnterviewde nu eenmaal tegen kunnen. Maar het geeft ook aan hoe het in een gepolariseerde context voor zowat iedereen moeilijk is om aan de tweedeling te ontsnappen. Die plotse en onontkoombare polarisatie is des te opmerkelijker omdat het beleid inhoudelijk niet meteen een grote breuk vormt met het verleden.

Het verschil valt eerder te zoeken in de bestuursstijl. Bart De Wever grijpt alle kansen aan om zijn beleid in de markt te zetten als de kracht van verandering. Daarbij polemiseert hij vaak rond symbolische thema's die doen denken aan de Amerikaanse 'culture wars' en profileert hij zich à la Geert Wilders nog steeds als de uitdager van een politiek establishment waarvan hij intussen nochtans een prominent vertegenwoordiger is. Veel meer dan 'reclameboy' Patrick Janssens is De Wever bezeten door communicatie. Zijn Antwerps burgemeesterschap is dan ook zijn verkiezingscampagne voor 2014, voor menig Vlaams-nationalist een soort heropvoering van de Guldensporenslag met als inzet de Vlaamse onafhankelijkheid. Of zoals N-VA-Kamerlid Theo Francken het raak samenvatte op twitter: 'Van rel over rel naar het Vlaams staatsbestel'. Daarbij wordt wel eens geknipoogd naar de (voormalige) VB-kiezers, die ook in 2014 van cruciaal belang zijn, waarna achteraf vaak genuanceerd wordt om ook meer gematigde kiezers niet af te schrikken. Kortom: rijven op rechts en sussen in het centrum. Zo worden maatregelen eerst voorgesteld als de kracht van verandering, waarna de hevige kritiek daarop gepareerd wordt met de boodschap dat 'Janssens dat ook deed'.

In zijn drang naar polemiek wordt De Wever echter een stevig handje geholpen door zijn tegenstanders. Dat beleidskeuzes die onder het vorige bestuur geen rimpeling in het water veroorzaakten nu door sommigen als het einde der beschaving worden voorgesteld, ligt ook aan het feit dat De Wever een ideale boeman is voor een linkerzijde met ongegeneerde profileringsdrang. De tweedeling meerderheid-oppositie valt nu dan ook grotendeels samen met die tussen links en rechts. Sterker nog: er ís nu een stevige linkse oppositie, terwijl die de voorbije 6 jaar beperkt bleef tot een gedecimeerde Groenfractie. De commotie rond de aidsremmers werd bijvoorbeeld in gang gezet door PVDA en Groen met een niet altijd even correcte communicatie. De sp.a neemt in dit verhaal voorlopig een meer genuanceerde tussenpositie in. Gezien de erfenis uit het verleden kan dat ook moeilijk anders.

En dan zijn er nog de nationale spotlights die sinds enkele maanden op Antwerpen gericht staan. De Wever is nu eenmaal altijd nieuws, verkiezingskoorts en conflict zijn dat ook. Waar ik de voorbije zes jaar vooral bij de regionale media moest zijn om de lokale politiek te volgen, zie ik nu plots elk Antwerps akkefietje op de nationale voorpagina's verschijnen. Als Antwerpenaar streelt dit uiteraard mijn legendarisch chauvinisme, maar de prijs van een steeds grotere en vaak onnodige verdeeldheid is mij toch iets te groot. Temeer daar de nationale berichtgeving over Antwerpen vaak gespeend is van lokale context en achtergrond. Mijn stad is stilaan verworden tot een nationaal slagveld.

Op die rol van de media was ik in de interviews afgelopen week overigens ook ingegaan. Maar om nog duistere redenen werd dat element uit mijn betoog door geen van beide kranten uitgelicht.