Direct naar artikelinhoud

Geachte heer Cleymans, Beste Jelle,

Het was lang geleden dat ik nog zo fanatiek voor iemand had gesupporterd als voor jou tijdens De slimste mens. Geen kwaad woord over sterspelers als Gilles, Lisa, Prem, Jeroom, Gwendolyn en de anderen, maar zelf werd ik elke aflevering een beetje meer fan van die sjofele melkmuil met zijn beroemde(re) zus en een Studio-100-stigma. Het obligate lelijke eendje in een bijt vol zelfverklaarde Vlaamse intelligentsia. Door VIER duidelijk eerder als kanonnenvlees dan als vedette gecast, en wellicht daardoor vaak een (te) gemakkelijk slachtoffer voor de goedkope plaagstoten van kwismaster en jury.

Je pareerde ze met verve, humor en een ontwapenende eerlijkheid. Eindelijk een kandidaat die verkoos gewoon zichzelf te blijven in plaats van zich achter een masker van gespeelde nonchalance, ingestudeerde ernst of valse bescheidenheid te verstoppen. Blij als een kleuter in een snoepwinkel dat hij - "hier droomde ik al jaren van" - belangrijk genoeg bevonden werd om met de grote jongens mee te mogen doen. Niet te beroerd bovendien om toe te geven dat hij zich wezenloos had geblokt om toch maar niet af te gaan in "de belangrijkste quiz ter wereld".

Geamuseerd en niet zonder leedvermaak keek ik toe hoe je als gedoodverfde underdog het ene gekroonde BV-hoofd na het andere naar huis speelde en kreeg steeds meer respect - wat is er mooier dan de loser die ineens een winnaar wordt? - voor dat verbeten bijtertje dat van geen wijken weten wilde.

Dat je uiteindelijk op luttele trefwoorden van titel en eeuwige roem moest stranden, stemde me dan ook bijzonder droef. Even maar. Want, zoals een groot Nederlands filosoof ooit zei: "Elk nadeel heb zijn voordeel."

Dankzij De slimste mens werd ik verplicht om mijn mening over jou drastisch bij te stellen en toe te geven dat ik je in het verleden onheus heb behandeld. Zo vernam ik onlangs via een ex-lief van Clara dat je niet bijster opgezet was met een vorig schrijven waarin ik me, bijna vier jaar geleden intussen, nogal oneerbiedig en streng over je artistieke capaciteiten had uitgelaten. Sindsdien heb ik je, koppig volhardend in de boosheid, geen woord meer waardig gekeurd. Dat komt omdat ik je veel te lang enkel heb gezien als het zoveelste handig in de markt gezette product uit een pretfabriek die de jeugd overvoerde met prefab-idolen en hun weerloze ouders het geld uit de zakken klopte.

Een van die ouders was ik. Je mag het me niet kwalijk nemen, Jelle, maar ik kreeg op den duur een bloedhekel aan het opgefokte ventje dat met Spring niet alleen Vlaanderen, maar ook mijn vertrouwde leefwereld besmette met onuitroeibare oorwurmen. Meer dan eens werd ik als Chinese vrijwilliger aangeduid om familiale kleuters naar optredens van dit balorkest te vergezellen. Zoiets laat onuitwisbare sporen na. Zelfs nu nog ben ik in staat om foutloos 'Met de trein naar Oostende' (tjoeke tjoeke tuut), 'Te min voor Anja', 'De juf van fysica' en 'De appelmoesblues' mee te zingen. Op heel slechte dagen kan ik zelfs nog het door merg en been snijdende gekrijs van losgeslagen pubers horen en ergens in een doos op zolder getuigen dure prullaria, waaronder een plastieken afgietsel van jezelf, van dit verre en traumatische verleden.

Maar het is beslist. Nog voor de feestdagen breng ik ze, zonder fout, naar kringloopwinkel of containerpark. Want het wordt tijd om met een schone lei te beginnen. Ik besef nu - iedereen maakt fouten - dat ik je destijds schromelijk tekort heb gedaan en dat het fout was om mee te heulen met de wolven die je als een onnozele snotneus te kijk wilden zetten.

Ik moet bekennen dat ik heb meegelachen toen de beruchte StuBru-eikel Gunther D. je opbelde om te informeren naar welk pretpark je op vakantie zou gaan en of je al met je schoolkameraadjes had afgesproken. Sorry daarvoor. Want je bent natuurlijk allang niet meer de kleine jongen waarvoor je nog steeds wordt versleten. Volwassen geworden als een veelzijdig performer die tal van artistieke paden bewandelt, vooral zijn eigen ding wil doen en niet bang is om af en toe op zijn bek te gaan. Niet meer weg te denken uit de wereld van het lichte entertainment. Amper 28 en de trotse bezitter van een met musicals, films, tv-series en muziek gelardeerd palmares waar veel collega-sterren een puntje kunnen aan zuigen.

Eigenlijk gaan we verrassend ver terug, jij en ik. Ik herinner me nog hoe je als het kleine Pietertje lekkers kwam kopen in 'Het Snoephuisje' van kotmadam Jeanne en af en toe als stoute rosse mocht opdraven bij Lili en Marleen. Van je jaren als Ketnetwrapper of als de brave Evert in Spring heb ik nauwelijks last gehad. Tot die onschuldige jeugdreeks vol vrolijke deuntjes tot een waanzinnige hype uitgroeide die zich zelfs op familiefeestjes zo hinderlijk manifesteerde dat ik een fatwa over jou afriep. Die wordt bij deze officieel opgeheven. Waar zo'n tv-spelletje al niet goed voor kan zijn.

Jij kent mij niet. Ik jou wel. Het gebeurt wel eens dat ik je in een Antwerpse gelagzaal uitbundig met vrienden het glas zie heffen en vorig jaar liep ik je tot mijn stomme verbazing tegen het lijf op de Gentse Feesten. Een doodgewone gast met een bekend gezicht maar zonder BV-kapsones. Jammer genoeg was ik te laat voor je optreden met boezemvriend Jonas Van Geel. Volgend jaar misschien. En dat zeg ik niet zomaar. Want het zou wel eens kunnen dat ik ooit nog echt een fan word van je nieuwe muzikale oeuvre. Bij je eerste cd Naakt doe ik de afwas wou ik me liever zo weinig mogelijk voorstellen, maar met de hitgevoelige smartlap voor volwassenen 'Welk oog en hoeveel tranen' wist je me wel te overtuigen van je ontluikende talent als singer-songwriter.

Over je indrukwekkende carrière als musicalster kan ik amper meepraten. Het is me bekend dat je ooit in de huid kroop van Kuifje en meespeelde in Daens. Ooit zag ik je, louter toevallig, met moeder Karen en zus Clara aan het werk in Fiddler on the Roof, maar voor de rest laat ik dit merkwaardige genre liever aan mij voorbijgaan.

Je televisiewerk daarentegen heb ik altijd van nabij gevolgd. Ik zag je in groene overall als Bert Gorissen in Windkracht 10 en was er getuige van hoe je, zeer tegen mijn zin, vijf jaar geleden mijn favoriete Thuis binnendrong als de flierefluitende Jens. Gelukkig zijn ook daar alle plooien inmiddels gladgestreken.

Ik wens je veel succes met het Studio-100 spektakel 14-18, dat volgende lente op Vlaanderen wordt losgelaten en wens je emmers vol muzikale inspiratie toe. Doe vooral de groeten aan je zuster en als ik je nog eens ergens op café zie zitten dan kom ik er, echte mannen onder elkaar, eentje meedrinken. Als het niet stoort, tenminste.