Direct naar artikelinhoud

Arsenal scoort met drie spitsen in eerste van vijf AB-concertenHHHH

Het was een bewogen week voor Arsenal. Dinsdag pakte de groep uit met een stunt van formaat door - na Kings of Leon - een plek als afsluiter op het grote podium van Rock Werchter in de wacht te slepen, en donderdag begonnen John Roan en Hendrik Willemyns aan het eerste van vijf uitverkochte concerten in de AB.

Nog voor het publiek één noot van de nieuwe cd had gehoord vlogen de kaartjes voor de Arsenalconcerten in de AB de deur uit, en nu Lokemo er is, blijkt de groep dat vertrouwen niet te beschamen. Goed, de exotische trekjes uit de vorige platen hebben plaats geruimd voor een ietwat rauwer, robuuster geluid. Maar al bij al blijft de herkenbare sound van de groep intact, en waar zangeres Leonie Gysel op de cd geen rol van betekenis speelt, blijft haar aandeel op het podium toch tamelijk cruciaal.

Arsenal werd op hartverwarmende wijze onthaald, en had al bij opener ‘Melvin’ de juiste toon te pakken. De groep, live aangelengd tot een zevenspan, klonk strak als een deadline, en gebald als een vuist. Wat het gezelschap live zo aantrekkelijk maakt is de feelgoodfactor, die live pijlsnel de hoogte in schiet. De nieuwe nummers werden, nog geen twee weken na de release van de cd, onthaald alsof ze al jaren tot het vaste repertoire behoorden, en ook de oudere hits - ‘Longee’, bijvoorbeeld - klonken vitaal en opzwepend. John Roan, geen grootse zanger, maar wel een charismatische frontman, zocht voortdurend contact met het publiek, en ook de als altijd sensueel dansende Gysel liet er geen twijfel over bestaan dat ze zich in haar sas voelde op het podium.

De wisselwerking tussen beiden was ontroerend, al mochten de gelegenheidsgasten net zo goed scoren. Toen gastzanger Johnny Whitney, van de Amerikaanse hardcoreband The Blood Brothers, met ‘Lokemo’ en ‘High Venus’ het podium inpalmde (en het woord is met zorg gekozen), merkte je dat die derde frontman de groep een andere klankkleur, en dus een extra troef, opleverde. Scoren met drie spitsen: het is niet elke band gegeven. Een andere speciale gaste, de van Nouvelle Vague bekende Mélanie Pain, zorgde met ‘Fear of Heights’ voor het enige echte rustpunt in de set, maar de andere stemmen op de plaat - Shawn Smith, Mike Ladd, Ken Andrews - waren helaas niet van de partij. Leuk ook dat het uitstekende ‘Personne Ne Bouge!’ nog steeds in de set zat, maar zonder de oorspronkelijke rapper Baloji miste het nummer het je ne sais quoi dat het origineel zo explosief maakte. Gelukkig was de rest van de set volgestouwd met hits, en met een bisronde waar zowel ‘Mr. Doorman’ als ‘Switch’ een hoofdrol vertolkten, kon er weinig mislopen.

Met dat soort songs bevestigde de groep op de koop toe haar status als een van de grootste feestbands die je vandaag op een Belgisch podium kunt zien. Eerlijk is eerlijk: Arsenal miste nog een beetje wedstrijdritme om, zoals in het verleden meermaals wel gebeurde, nu al de vijf sterren te verdienen. Maar geef ze nog een paar shows en Kings of Leon zullen in het beste geval een aardig voorprogramma zijn.