Direct naar artikelinhoud

Belangrijke Soedanese rebellenleider gedood door overheidstroepen

Het Soedanese leger heeft de leider van de belangrijkste rebellengroep in Darfur gedood. De dood van Khalil Ibrahim, leider van de Justice and Equality Movement (JEM), is een flinke tegenslag voor de bijna tien jaar oude strijd van de rebellen in de westelijke Soedanese provincie.

De dood van Ibrahim werd zondag bevestigd door zijn familie en de JEM. De rebellengroep noemde hem een 'martelaar'. Het is echter onduidelijk hoe hij aan zijn einde kwam. Ibrahim verbleef voor de val van de Libische leider Moammar Kadhafi lange tijd in Libië en Tsjaad.

Volgens het Soedanese leger werd de JEM-leider zaterdag gedood bij een schietpartij in het zuiden. Hij zou toen in een konvooi onderweg zijn naar Zuid-Soedan dat sinds juli onafhankelijk is. Volgens een legerwoordvoerder werd Ibrahim samen met andere hoge JEM-commandanten gedood. De rebellengroep en Ibrahims broer beweren echter dat hij sneuvelde toen zijn kamp vanuit de lucht werd gebombardeerd door een "onbekend" vliegtuig. Volgens de JEM zou hij het slachtoffer zijn geworden van een complot waaraan ook andere landen zouden hebben meegedaan.

Ibrahim en zijn groep werden beschouwd als een van de belangrijkste bedreigingen voor het regime in Khartoem. Hij was de architect van een gewaagde aanval in 2008, vanuit het verre Darfur, op Khartoem. Het leger sloeg het militaire konvooi bij Omdurman, vlakbij de hoofdstad, terug. Voor hij de JEM oprichtte, was Ibrahim commandant van een militie die Khartoem steunde in de strijd tegen de rebellen in Zuid-Soedan.

Steeds meer geïsoleerd

Ibrahim, naar verluidt een vijftiger, zou zich na zijn vertrek uit Libië hebben schuil gehouden in Darfur. Afgelopen maand maakte de JEM, samen met andere rebellenbewegingen, bekend dat ze het Soedanese Revolutionaire Front hadden gevormd. Deze moest het regime van president Omar Hassan al-Bashir, die door het Internationaal Strafhof in Den Haag wordt gezocht, omverwerpen.

De JEM-voorman raakte de laatste tijd steeds meer geïsoleerd. De val van Kadhafi was een forse tegenslag omdat Libië zijn belangrijkste financier en wapenleverancier was. Ook Tsjaad, waar hij en zijn commandanten lange tijd welkom waren, sloot onlangs vrede met Soedan.

Sinds de strijders in Darfur in 2003 de wapens oppakten tegen Khartoem, zijn er volgens de VN 300.000 doden gevallen. De Soedanese regering, die lokale Arabische stammen inzette om de opstand neer te slaan, houdt het echter op ongeveer tienduizend. Zo'n twee miljoen bewoners zijn volgens de VN gevlucht. Ibrahim weigerde eerder dit jaar mee te doen aan een vredesakkoord tussen enkele kleinere rebellengroepen en de regering. Qatar speelde bij dit akkoord een belangrijke rol.