Direct naar artikelinhoud

Alleen op Malta betaalt een bedrijf meer belastingen dan in België

Rapport toont dat ons land op een na hoogste tarief hanteert van alle EU-lidstaten

Van alle 27 lidstaten in de Europese Unie hanteert België het op een na hoogste tarief voor vennootschapsbelastingen. Dat blijkt uit een jaarlijks onderzoek van de consultant KPMG. Alleen Malta scoort nog slechter dan het tarief van 33,99 procent, dat ons land bedrijven oplegt. Vorig jaar liet België nog vier landen achter zich.

de tijd

Brussel l Het gemiddelde belastingtarief voor bedrijven wereldwijd is het afgelopen jaar met bijna 1 procentpunt gedaald tot 25,9 procent. In de Europese Unie bedraagt het tarief zelfs 23,2 procent, ruim 11 procentpunten lager dan in 1999.

Het dienstverlenende bedrijf KPMG onderzocht de belastingtarieven in 106 landen. Voor het eerst sinds 1994 heeft niet een van de landen die in de studie werden opgenomen in het voorbije jaar zijn belastingtarief voor bedrijven verhoogd. De Europese Unie staat aan de leiding in de race naar de laagste vennootschapsbelasting. Het gemiddelde tarief bedraagt er 23,2 procent tegenover 24,2 procent vorig jaar. Het gemiddelde in de OESO-landen bedraagt 26,9 procent, in Latijns-Amerika 26,2 procent en in de regio Azië-Stille Oceaan 28,4 procent.

Zeven van de 27 EU-lidstaten hebben het voorbije jaar hun tarief verlaagd. Vooral de grotere westerse lidstaten deden een poging om hun land aantrekkelijker te maken voor investeerders. Italië verlaagde zijn tarief van 37,25 naar 31 procent en het Verenigd Koninkrijk van 30 naar 28 procent. Duitsland zakte van 38,31 naar 29,51 procent, Spanje van 32,5 naar 30 procent.

Volgens KPMG volgen die landen de trend die door de nieuwe lidstaten uit Oost-Europa was ingezet. Ook Hongarije verlaagde vorig jaar het belastingtarief voor bedrijven van 18 naar 15 procent, net als Slovenië van 23 naar 22 procent en Tsjechië van 24 naar 21 procent.

België heeft met 33,99 procent het op een na hoogste tarief in de Europese Unie. Alleen Malta scoort slechter. Maar het effectieve tarief ligt in ons land door de notionele intrestaftrek lager. Dankzij dat fiscale voordeel kunnen bedrijven een fictieve rente van het eigen vermogen aftrekken van hun belastbare winst. Daardoor zakt het tarief gemiddeld 25 tot 27 procent. Sommige bedrijven met veel eigen vermogen betalen een stuk minder dan die 25 tot 27 procent.

De studie van KPMG toont aan dat de meeste Europese landen hun lage belastingtarieven voor ondernemingen voor een deel compenseren door hogere indirecte belastingen. Het gemiddelde btw-tarief in Europa bedraagt 19,49 procent. Voor de OESO-landen bedraagt dat gemiddelde 17,7 procent, in Latijns-Amerika 14,2 procent en in de regio Azië-Stille Oceaan slechts 11,14 procent. In België bedraagt het btw-tarief 21 procent. Voor levensnoodzakelijke goederen en diensten is dat 6 procent.

"Al enkele jaren zijn er aanwijzingen dat regeringen wereldwijd hun aandacht verleggen naar indirecte belastingen, maar dit jaar is die trend nog uitgesprokener", zegt Paul Op de Beeck van KPMG Belastingadviseurs.

Volgens Op de Beeck zijn belastingen op consumptie een inkomstenbron waaraan weinig regeringen kunnen weerstaan. "Indirecte heffingen belasten niet alleen de bedrijfswinsten, maar de hele economie. Ze garanderen de overheid een stabiele inkomstenstroom in plaats van grote sommen verspreid over grote intervallen, en ze worden bovendien sneller geïnd dan vennootschapsbelastingen", zegt Op de Beeck.

Paul Op de Beeck (KPMG Belastingadviseurs):

Er zijn allang aanwijzingen dat regeringen hun aandacht verleggen naar indirecte belastingen, maar nu is die trend nog uitgesprokener