Direct naar artikelinhoud

Something rotten in de psychiatrie

De labelingmachine van de DSM 5 is mensonwaardig. Wat doet de overheid?

Het siert een wereldvermaarde epidemioloog als Jim van Os dat hij duidelijk maakt dat de psychiater meer dient te luisteren naar de patiënt (DM, 4/5/13). Zoals zoveel anderen (cf. dossier DSM-5 in DM, 30/4/13) legt hij de vinger op de wonde door de DSM-classificatie veeleer als een labelingmachine te omschrijven die het verhaal van de patiënt gewoonweg veronachtzaamt.

Weliswaar was de oorspronkelijke doelstelling van de DSM (en ICD) lovenswaardig. Door een 'Esperanto' van de psychiatrie te creëren, konden wetenschappers over de wereld met elkaar spreken. Als wetenschappelijk instrument voor onderzoek zag het er aanvankelijk veelbelovend uit. Maar het verhaal is gekend: het is verworden tot een systeem dat kennistheoretisch en klinisch zijn gelijke niet kent... als zwaar onvoldoende.

Oneindige va-et-vient

Maar er is meer aan de hand. De DSM is een voorbeeld van de reducerend biologische visie die de mainstream-psychiatrie momenteel in de ban heeft. Jim van Os verwijst ook naar deze evolutie. Om het kort en bondig te formuleren: het brein volstaat niet om het menselijk drama dat een psychische aandoening in al zijn facetten is, te begrijpen, laat staan te behandelen. Dit alles is en blijft het resultaat van een psychiatrie die vooral 'botaniserend' gefundeerd is. Ze slaagt er niet in om het onderscheid te maken tussen neuropsychiatrische aandoeningen (ziekte van Huntington of dementie als bekende voorbeelden) en menselijke aandoeningen (bijvoorbeeld psychose) die typisch menselijk zijn en juist een uiting zijn van onze gebrekkige menselijke existentie.

Jim van Os stelt ook dat van de bijna 400 diagnostische categorieën er in feite enkel een tiental brede syndromen nodig zijn. Dit getuigt al van het besef dat het zo niet verder kan. Doorgaan met een in principe oneindig va-et-vient van psychische diagnoses leidt vroeg of laat tot een dood punt. Wie zal op de duur dit nog ernstig nemen?

Nieuwe psychiatrie

De aanzet van Jim van Os om de zaak te herleiden tot een tiental brede syndromen verdient zowel klinisch als kennistheoretisch nog verder doorgedacht te worden. Het is de bijdrage van de antropopsychiatrie om, zoals boven vermeld, wél het onderscheid verhelderd te hebben tussen typisch menselijke aandoeningen en neuropsychiatrische ziekten. Bovenal situeert de eigenheid van de antropopsychiatrie zich in de ontdekking en uitwerking van vier basisvectoren die ons mens-zijn in gezondheid en ziekte grondvest.

Een metafoor kan verhelderend werken. DNA bestaat uit vier basen. Ze vormen de basis van de mens in zijn materialiteit. Vergelijkbaar liggen vier basisvectoren aan de grondslag van het menselijk leven. Het zijn de drijfkrachten die een menselijk leven vormt geven. Zoals DNA gezondheid en ziekte mogelijk maakt, zo beïnvloeden de vier basisvectoren mentale gezondheid en ziek-zijn.

Ere wie ere toekomt, de Hongaars-Zwitserse psychiater Leopold Szondi (1893-1986) en de Belgische psychiater Jacques Schotte (1928-2007) zijn de founding fathers van deze (ver)nieuw(end)e psychiatrie.

Het feit dat gerenommeerde organisaties zoals de British Psychological Society én heel recent de NIMH (National Institute of Mental Health in de VS) afstand genomen hebben van de DSM, wijst erop dat ze komaf willen maken met 'something rotten' in de hedendaagse psychiatrie.

Hopelijk wordt het duidelijk dat een psychiatrie geaard in het mens-zijn een verschil maakt in het begrijpen en behandelen van onze medemens verstrikt in psychopathologie. Dit in vergelijking met een DSM-classificatie die dit alles niet (h)erkent en dus in deze zin mensonwaardig is.

Zou de overheid het aandurven om de geestelijke gezondheidszorg en ziekteverzekering los te koppelen van de labelingmachine?