Direct naar artikelinhoud

'Wat is er

Geert van Istendael verdedigt Duitsland in

zijn nieuwste boek

in godsnaam verkeerd met de 'Lederhose'?'

Na drie jaar afwezigheid is het dit weekend weer Groot Beschrijf in Brussel. En wie Groot beschrijf zegt, zegt Geert van Istendael. De schrijver, net zestig, heeft toevallig een nieuw boek uit: Mijn Duitsland, een vuistdikke verdediging van een land waar hij al zijn leven lang verliefd op is. 'Had men mij dertig jaar geleden gevraagd om er te gaan wonen, ik had niet geaarzeld.'

Door Jeroen de Preter

Het was eens wat anders. Geert van Istendael, al decennia lang een gerespecteerd schrijver, stond begin dit jaar plots even in de schaduw van zijn dochter Judith, een striptekenares wiens eerste volwaardige album De maagd en de neger al meteen op gejubel werd onthaald.

Vader Van Istendael vond en vindt het nog steeds te gek. Als Van Istendael over zijn dochter vertelt, is zijn enthousiasme zo mogelijk nog groter dan als het gaat over de Bockwürste die hij in zijn nieuwste boek met zoveel smaak beschrijft. "De rechten van De maagd en de neger zijn net verkocht aan uitgeverij Actes Sud, en er zijn contacten met een Spaanse uitgeverij", glundert Van Istendael. "Van haar boek zijn al 8.000 a 9.000 exemplaren verkocht. Ongelooflijk toch? Zulke oplages haal ik niet meer, hoor."

Zeker wat zijn nieuwste boek Mijn Duitsland betreft, zou dat wel eens kunnen kloppen. Immers: het "worstenparadijs Duitsland" geniet in ons land nog altijd niet dezelfde populariteit als pakweg Frankrijk. Maar aan Van Istendael zal dat dus niet liggen. In hem heeft het land een van zijn vurigste pleitbezorgers gevonden.

Op de flaptekst staat dat wie Mijn Duitsland leest uw passie onmiddellijk zal delen. Met permissie, maar dat geloof ik niet.

Van Istendael: "Het is ook een reclamepraatje, hé. En wie gelooft er nou de reclame? In Duitsland hebben ze voor reclame trouwens een prachtig woord: Werbung."

Ik bedoel maar: de meeste progressieve Vlamingen zullen in een wijde boog om een boek heen lopen dat Duitsland in zijn titel heeft.

"Als dat zo is, dan moet die progressieve Vlaming dringend aan gewetensonderzoek doen. (zucht) Zeker zij zouden moeten weten dat het niet netjes is om een hele bevolkingsgroep zomaar voor fascisten te verslijten. Natuurlijk kun je die twee wereldoorlogen niet zomaar wegcijferen. Je mag die monsterachtigheden niet vergeten en ook niet vergeven. Maar om daarom het land te blijven negeren? In mijn boek laat ik een man aan het woord die een half dozijn concentratiekampen heeft overleefd. Die man is zijn hele leven lang naar Duitsland blijven gaan. Dat vind ik groot."

Naast concentratiekampen staat Duitsland ook voor Wurst, Kartoffelsalat, die Lederhose...

"Nou en? Wat is er in godsnaam verkeerd met die Lederhose? Je kunt toch niet, zoals nogal wat progressieve mensen doen, én gruwen van de Lederhose én het dragen van een sluier verdedigen? Dat is toch complete onzin?

"Het probleem is dat mensen niet de moeite willen nemen om het land te leren kennen. Ik heb een paar keer het onversneden plezier gehad om met de trein van Keulen naar Mainz te rijden, met een ouderwetse trein langs de Rijn. Dat is een van de mooiste reizen die je kunt maken, en nog relatief bekend. Maar neem het Noord-Oosten. Rügen. Adembenemend mooi is dat, maar men kent het niet. Zoals men ook niet weet dat er een hele humortraditie bestaat in Duitsland. Al voor de Eerste Wereldoorlog had je het Duitse cabaret: extreem kritisch, beenhard en bij momenten om te gieren van het lachen. Die traditie is voortgezet door mensen als Bertolt Brecht, Kurt Weill, Hans Eisler, Hollaender en, nog later, de dochter van Thomas Mann, met haar cabaretgroep Die Pfeffermühle. Dat soort politiek cabaret bestond trouwens ook in de DDR. Je kon er zonder al te veel problemen communistische militanten belachelijk maken."

Tot mijn grote verbazing las ik in uw boek dat de fractuur, het typisch Duitse of gotische schrift, hoegenaamd niets te maken heeft met de nazi's.

"Inderdaad. De neonazi's zijn er dol op, maar blijkbaar weten ze niet dat Hitler tegen dat schrift was. HIj wilde het afschaffen. Hermann Hesse, een schrijver die gehaat werd door de nazi's, wilde dan weer dat zijn boeken uitsluitend in fractuur werden gezet."

Uw twee kinderen zijn intussen jonge dertigers. Hebt u uw liefde voor Duitsland kunnen doorgeven?

"Ze hebben niets tegen het land. Mijn dochter heeft er een jaar aan de Akademie van Berlijn gestudeerd, zonder daar overigens veel van op te steken. Maar ze heeft daar goed Duits geleerd en gaat nog altijd heel graag naar Berlijn of Keulen. En zeker niet voor de kerstmarkt."

Kunt u verklaren waarom zoveel grote componisten - Schubert, Bach, Beethoven, Wagner - uit Duitsland komen?

"Moeilijk. Het blijft trouwens komen - Anton Webern, Karlheinz Stockhausen.... En dan zwijgen we nog over die schitterende orkesten. Dat is inderdaad onwaarschijnlijk. Ik kan het niet verklaren. Hoe dat zo ononderbroken is blijven doorgaan. Trouwens: als het over popcultuur gaat, denken we altijd in de eerste plaats aan de Angelsaksische cultuur. Maar Duitsland heeft wel Kraftwerk voortgebracht. En de Einstürzende Neubauten. Voor zover ik er verstand van heb, zijn dat bijzonder invloedrijke groepen."

De stichtende leden van Kraftwerk waren leerlingen van Stockhausen.

"Het bewijst hoe het allemaal doorgegeven wordt. Misschien is dat de enige zinnige verklaring voor die weelde: dat de Duitsers het gewicht van hun traditie meedragen."

Toen ik het hoofdstuk over Bach las, kreeg ik de indruk dat u eigenlijk liever muzikant was geworden.

"Dat is absoluut zo. Muziek maken is nog altijd mijn lust en mijn leven. Ik kan moeiteloos ieder kinderliedje spelen. Ik deed het voor mijn kinderen en ik doe het nog altijd voor mijn kleinkinderen. Maar het serieuze werk - partitas, Engelse suites of het Wohltemperierte Klavier - dat kan ik niet. Niet meer. Het is een van mijn grote frustraties. Maar je haalt er een voordeel uit: ik kan naar een concert gaan met een partituur en zo volgen."

U schrijft hoe u op uw zeventiende Hölderlin ontdekte...

"(enthousiast) Hölderlin was de bliksem die insloeg. Ik begreep er niet eens de helft van, maar hij slingerde me wel helemaal uit mijn baan."

'Normale' jongens ontdekten in de jaren zestig de rock-'n-roll.

"Oh, maar ik ook, hoor. Ik was ook gek op The Beatles. In de Beatles- en Stonesdiscussie heb ik me zeker niet onbetuigd gelaten. Ik was voor de Beatles. En ook wel voor Buddy Holly. Wat me niet verhinderde om iedere dag braaf Bach, Haydn en Mozart te spelen. Dat hoeft elkaar toch niet uit te sluiten?"

Iets anders. In uw boek zingt u uitgebreid de lof van Görlitz, een mooi maar enigszins leeggelopen stadje in het uiterste oosten van Duitsland. Het is er volgens u 'volmaakt'.

"Ja. Ik zeg u: koop daar een huis. Het kost niets. Voor 40.000 euro heb je daar een groot mooi huis met een tuin."

Wat let u?

"Het is 900 kilometer van hier. Te ver. Ik heb hier mijn persoonlijk leven. Mijn familie, kinderen en kleinkinderen. Maar had een bedrijf uit de buurt mij dertig jaar geleden gevraagd, ik zou niet geaarzeld hebben. Alleen was Görlitz toen nog niet zo mooi als nu."

Zegt de man die bekendstaat als de grote minnaar van de drukke kosmopolitische smeltkroes Brussel.

"Het is mijn geboortestad, een stad waar ik me door omstandigheden mee identificeer. Maar zo diep is de liefde niet dat ik me niet kan voorstellen ergens anders te wonen. Ik denk dat ik in om het even welk buurland had kunnen wonen, en in om het even welke stad van enige omvang."

U schrijft met veel liefde over de DDR. Had u ook daar kunnen wonen?

"Ik weet het niet. Je kunt dat moeilijk inschatten. Ik weet bijvoorbeeld niet of ik de spionage had kunnen verdragen. Of de afwezigheid van een publieke opinie. Maar aan de andere kant: het was een heel rustige, zekere wereld. Als je afstudeerde - maakt niet uit welke studie je had gedaan - wist je dat er werk was. Je wist dat je, tenzij je er heel hard je best voor deed, niet in de goot zou belanden.

"Je moet trouwens ook niet denken dat de Oost-Duitsers honger leden. Ze hadden allemaal platendraaiers. Ze hadden een uitgebreid systeem van crèches en kleuterscholen, dat nu afbrokkelt. Dat systeem was niet communistisch, dat was gewoon beter.

"Van buiten zagen hun appartementen er verschrikkelijk uit, maar van binnen niet. Bovendien waren de huurprijzen laag en hoefde je nooit te vrezen dat je eruit werd gegooid.

"De afwezigheid van materialisme is iets wat me aantrekt, ja. Voor een Oost-Duitser was een auto geen statussymbool, maar zoiets als bij ons een fiets. Een fiets is een fiets. Goed, je had behalve de Trabant ook nog de Wartburg, maar uiteindelijk was een auto een auto. Zo zei men het ook. Das Auto."

Het mooiste verhaal uit het boek vond ik dat van de boekenpastor uit Katlenburg. Uit het verhaal blijkt onder meer dat er in de DDR veel gelezen werd. En vooral: veel gelezen mocht worden.

"Dat is zo. Soms werden schrijvers vervolgd, soms weer niet. Vaak wist je niet precies waarom. Je kon daar geen peil op trekken. In Praag kon je geen Kafka in het Tsjechisch krijgen. Onmogelijk. Je kon wel naar de DDR-winkel in Praag, waar Kafka in het Duits altijd voorhanden was."

In het boek staat ook een stuk over het succes van de Linkspartei, een linkse, dieprode partij, die duidelijk uw sympathie heeft. Mist u een dergelijke partij in Vlaanderen?

"Misschien wel, al kun je de Duitse situatie niet vergelijken met de onze. Evengoed geloof ik dat de Vlaamse socialisten iets kunnen leren van Nederland, van iemand als Jan Marijnissen en zijn SP. Ook hij wordt makkelijk versleten voor een populist, maar is dat wel zo? Zijn pleidooi voor een degelijker onderwijs is dat in elk geval niet. En hij verstaat de kunst om te luisteren naar het volk."

Hebt u nooit een politieke carrière geambieerd?

"Ik heb wel eens op een lijst van groenen, socialisten en onafhankelijken gestaan, maar nooit met de ambitie om echt aan politiek te doen. Ik denk dat ik er te extreem voor ben. Bovendien hoort een politicus vandaag ook een nar te zijn, een tv-figuur. Daar heb ik helemaal geen zin in. Vroeger hebben ze me wel eens voor een tv-spelletje gevraagd, maar blijkbaar klinken mijn afwijzingen nogal overtuigend, het wordt me al jaren niet meer gevraagd. Ik voel me vandaag ook meer dan ooit een schrijver. Ik zou het vak niet meer kunnen missen. Mijn enige ambitie is: goeie boeken schrijven."

Geert van Istendael:

Bij popmuziek denken we altijd aan de Angelsaksische cultuur. Maar Duitsland heeft wel Kraftwerk voortgebracht, en de Einstürzende Neubauten

Geert van Istendael, Mijn Duitsland. Uitgeverij Atlas, 464 pagina's.

Geert van Istendael is zondag te gast op het Groot Beschrijf. Info op www.passaporta.be.