Direct naar artikelinhoud

Voorkenniszaak kost KBC-bestuurder €600.000

Theo Roussis, de topman van kunststoffengroep Ravago en bestuurder van KBC, betaalt samen met het vehikel Plastiche 600.000 euro in een voorkenniszaak omtrent KBC-aandelen.

De zaak heeft te maken met de kapitaalverhoging bij KBC van eind 2012. Toen was via De Tijd al bekendgeraakt dat de Kempense familie Van Gorp achter Ravago - Roussis is een schoonzoon van Ravago-oprichter Raf Van Gorp - via het familievehikel Plastiche 200.000 aandelen van KBC had verkocht kort voor de bekendmaking van de kapitaalverhoging én kort na een vergadering bij KBC over de operatie. De timing riep toen al vragen op.

Nu blijkt, via een bericht op de website van de FSMA, dat de auditeur van de toezichthouder toen effectief een onderzoek opende. Dat leidt nu tot de minnelijke schikking met de auditeur van de FSMA, die werd aanvaard door het directiecomité van de waakhond.

Concreet gaf Roussis namens Plastiche op 23 november 2012 aan een financiële tussenpersoon de instructie om 200.000 KBC-aandelen te verkopen, in twee blokken en met limietprijzen.

Het kwam echter pas op 28 en 29 november tot een effectieve verkoop, nadat Roussis op 28 november in de namiddag de limietprijzen had verlaagd. Eén pakket werd verkocht tegen een gemiddelde prijs van 22,54 euro en een tweede tegen 22,92 euro.

Op 28 november nam Roussis 's ochtends deel aan een vergadering bij KBC waarop diverse bestuurders van de bank-verzekeraar en vertegenwoordigers van de kernaandeelhouders aanwezig waren. De vergadering ging over een mogelijke kapitaalverhoging. De aanwezigen kregen een uitgebreide presentatie met de overwogen scenario's.

Medewerking

Pas op 10 december werd de kapitaalverhoging formeel aangekondigd. De injectie gebeurde tegen 21,25 euro per aandeel. Het verschil met de koersen waartegen de 200.000 KBC-aandelen van de hand werden gedaan, bedraagt 312.216,6 euro. De sanctie van 600.000 euro komt dus neer op ongeveer het dubbele van dat bedrag.

De minnelijke schikking vermeldt dat "de betrokkenen hebben meegewerkt aan het onderzoek" en dat Roussis de FSMA "op eigen initiatief heeft ingelicht" over de transacties en over de vergadering in kwestie. Hij en Plastiche betwisten de feiten niet, maar de schikking houdt geen erkenning van schuld in.