Direct naar artikelinhoud

Nietige groetjes uit het oude China

Het Londense Victoria & Albert Museum pakt uit met 70 meesterwerken uit de Chinese schilderkunst. Erg divers werk dat 12 eeuwen overspant en waaruit niet zelden grote weemoed spreekt.

Het is niet meteen een makkelijk onderwerp,Shan shui, of bergen en water, zoals men schilderkunst in China noemt. Wat drukken ze uit en wat moeten we ermee? De modale westerse kunstliefhebber beschikt over weinig hulpmiddelen om dit zo volstrekt verschillende esthetische systeem te doorgronden.

Bovendien klopt het niet eens, bergen en water zijn slechts één van de tien genres die in de hoogdagen van de Chinese schilderkunst, de Song-dynastie (960-1279), als 'verzamelwaardig' werden omschreven. Lees er de 6.000 stukken tellende Xuan He catalogus op na van keizer Huizong (1101-1125), een gekroond hoofd met veel artistiek talent. Je komt uit bij de boeddhistische en daoïstische onderwerpen waar hij zelf zo gek op was, bij het technisch moeilijke genre van de 'paleizen en gebouwen', de 'barbaarse stammen', 'de draken en vissen', 'de dieren en monsters', 'de bloemen en vogels', 'de bamboevoorstellingen' en de al even weergaloze laatste categorie van 'fruit en groenten', die niet eens een achternicht is van onze stillevens.

Curator Zhang Hongxin, hoofd van de Azië-sectie van het V&A-museum, beseft dat alles terdege. Hij maakte een expo die tekstueel goed onderbouwd is zonder irritant pedagogisch te worden, en toont prachtstukken in elk van de genoemde genres. Bovenal wordt de kracht van de schilderrollen zelf uitgespeeld, en hun samenhang van beeld en (hier discreet vertaald) gedicht. Daardoor ontstaat een verhalend geheel dat ontroerend universeel is.

Kwetsbare boten

De expo vangt aan in de achtste eeuw, met in hoofdzaak bont boeddhistisch werk. Het gros van deze op zijde of hennep geschilderde doeken werd vervaardigd voor specifieke begrafenisrituelen, waarbij de beeltenissen van de overledenen onderaan het werk werden bijgevoegd.

De volgende twee zalen bevatten schilderrollen uit de Song- en de Mongoolse Yuan-dynastie (1279-1368), de tijdvakken die om heel verschillende redenen als de grootste bloeiperiode worden beschouwd. Geldt de eerste, met haar gecentraliseerde bureaucratie, expansieve steden en industrieel-technologische revolutie als een periode waaraan later met weemoed zal worden teruggedacht, dan is de tweede er een van introspectie, artistiek-intellectuele dissidentie en verzet tegen een 'barbaarse' dynastie.

Als het boeddhisme tegen de tiende eeuw over zijn hoogtepunt heen is, maken de uitbundige kleurpaletten plaats voor ingetogen inkt op papier. Bergen en water, als uitdrukking van de ideeën over de verhouding tussen mens en natuur. Wat opvalt is de nietigheid van de zich voort haastende reizigers en de kwetsbaarheid van de vissersboten in de gietende regen.

Keizers als Huizong zijn ervan overtuigd dat poëzie en schilderkunst hand in hand moeten gaan en op een gelijkaardige manier emoties moeten verwoorden en opwekken. Daarom laat hij de deelnemers aan het ambtenarenexamen schilderijen maken bij door hem uitgezochte versregels. Een van de mooiste symbioses tussen woord en beeld in de tentoonstelling is de 12de-eeuwse, meterslange rol van Qiao Zhongchang bij (integraal vertaalde) poëzie van de beroemde dichter Su Shi.

Aldus wordt de toeschouwer meegenomen door het hele verhaal, van bij het onverwachte bezoek van vrienden aan de dichter-kluizenaar over hun haast metafysische wandeling door de natuur tot aan hun afscheid bij de oever van de rivier en de droom van de gastheer. De rol is horizontaal uitgespreid in een vitrine, wat de bezoeker toelaat om wandelend - steeds van rechts naar links - op te gaan in het tafereel en het gedicht.

Uit diezelfde periode is een van de meesterwerken van Mi Youren (1086-1125) te zien, de schilder die in de voetstappen trad van zijn beroemde vader Mi Fu, met zijn weergaloze pointillistische weergave van bergen en water.

Minstens even onvergetelijk, en wat mij betreft het absolute hoogtepunt van de expo, is een ander werk uit deze periode: Negen draken van Chen Rong (1189-1268). De draak als daoïstische symbool van de oerkracht van de natuur. Chen was zelf dermate tevreden over dit tien meter lange werk dat hij erbij schreef : "de grootsheid die uit de top van mijn penseel vloeide, kan nergens elders in de wereld worden gevonden". Tevens beweerde hij dat niet hij maar een goddelijke kracht verantwoordelijk was voor het werk.

De Yuan-dynastie daarentegen is de tijd van de grote vragen: is er aan het hof van de bezetter nog plaats voor de dienaren van de vorige dynastie en kunnen zij een dergelijke collaboratie legitimeren, of hoort de dichter-schilder zich uit de wereld terug te trekken, tot betere tijden aanbreken? Een van de mooiste schilderijen daarover is Uitgemergeld paard van Gong Kai (1222-1307). Gong verwijst ermee naar een gedicht van de 7de-eeuwse Du Fu, die een vergelijkbare viervoeter opvoerde om zijn eigen onfortuinlijke situatie aan te klagen.

Formidabele lijf

Het gedicht bij het schilderij is van Gong zelf. "Sinds het pad van de Hemel versperd is door wolken en mist, staan de twaalf keizerlijke stallingen van de vorige dynastie leeg. Wie voelt mededogen voor hem, wiens formidabele lijf voorgoed is verschrompeld?" Bovendien is de symboliek dubbel: als de Mongolen een einde wisten te maken aan de Song, dan hadden ze dat te danken aan hun superieure cavalerie.

Ook uit de twee laatste dynastieën zijn absolute meesterwerken te bewonderen. Neem het twaalf meter lange stripverhaal avant la lettre dat de achttiende-eeuwse Xu Yang in opdracht van Qing-keizer Qianlong schilderde over de bloeiende stad Suzhou. Centimeter na centimeter worden de bedrijvigheid en de welvaart van Oost-China aan de kijker geopenbaard. David Hockney merkte zelfs op dat in werken als deze de wortels liggen van de animatiefilm.

Van een heel andere orde maar minstens even beklijvend is het werk van de excentrieke schilders als de zeventiende-eeuwse Bada Shanren, van wie hier het grootste werk te zien is dat hij ooit maakte. De cyclus van waterlelies als symbool voor die van het leven zelf. Krachtig penseelwerk, onconventionele voorstellingen, een rol die niet mis zou staan in een oplijsting van de westerse kunst van de 20ste eeuw. Kortom, een diverse, aangrijpende expo.

Masterpieces of Chinese Painting 700-1900, tot 19/1 in V&A Museum.