Direct naar artikelinhoud

In Laken ruiken de bomen naar hondenpoep

De ginkgo biloba-bomen in de Depairelaan in Laken zorgen opnieuw voor controverse. Tegenstanders willen de Japanse notenboom met de penetrant riekende vruchten laten omhakken. Voorstanders prijzen de prachtige aanblik van de 88 bomen met gifgroene bladeren.

Het was Fabian Maingain van het FDF die schepen Ahmed El Ktibi (PS) tijdens de gemeenteraad interpelleerde over de aanhoudende overlast die de bomen veroorzaken, zo bericht Brussel Nieuws.

De rijpe vruchten van de ginkgo biloba verspreiden vooral in het najaar een geur die buurtbewoners omschrijven als "die van hondenpoep". Als het hard gaat waaien, kunnen de kleverige vruchten losgerukt worden en uiteenspatten op stoepen en geparkeerde wagens. De vruchtensmurrie die vooral bij regen en sneeuw de neiging heeft aan de voeten te plakken, verspreidt een even onaangename geur.

Opmerkelijk is dat enkel de vrouwelijke ginkgo biloba stinkende vruchten draagt. Het noopte El Ktibi tot een grapje dat een medewerker van de groendienst de gemeente in 1986 een ferme loer heeft gedraaid door zo veel vrouwelijke exemplaren aan te planten.

In 2010 probeerden omwonenden de bomen al eens op te ruimen. Het Brussels Gewest had geen oren naar hun klachten over geur- en smurrieoverlast, en weigerde de kapvergunning. Sindsdien komen reinigingsdiensten de hele herfst lang plichtsgetrouw de stoepen poetsen.

Van verwijderen is ook nu nog geen sprake, zegt schepen El Ktibi. Toestemming voor kappen kan enkel volgen op voorwaarde dat de bomen ziek zijn, en dat is niet het geval. "Kappen en daarna enkel mannelijke exemplaren aanplanten is een schijnoplossing, die geen rekening houdt met hoe lang het duurt eer een boom een fatsoenlijk bladerdak ontwikkelt. Ik ben er niet van overtuigd dat de bewoners die vandaag klagen over de lasten van de ginkgo's morgen blijer zullen zijn als ze vaststellen dat hun lanen het jarenlang zonder bomen moeten doen."

Buurtbewoner Peter Wullen is dol op de ginkgo's in zijn straat. Hij vindt ze "van een onaardse schoonheid. In de zomer zijn de bladeren bijna transparant groen, in de herfst felgeel." De geur omschrijft hij als "heel organisch. Hondenpoep, ja. Maar het went heel snel."