Direct naar artikelinhoud

Grotere terugkeer naar buitengewoon onderwijs

Tijdens dit schooljaar kiezen meer kinderen voor het buitengewoon onderwijs. Zo'n 1.270 leerlingen gingen aanvankelijk naar een gewone school, maar werden later ingeschreven in een school voor buitengewoon onderwijs. 'Dit lijkt op een realitycheck voor het M-decreet.'

Een duidelijke beweging vanuit het gewoon naar het buitengewoon onderwijs. Dat blijkt uit inschrijvingscijfers van het ministerie van Onderwijs. Concreet gaat het om een vergelijking tussen 1 oktober 2016 en 1 februari 2017. Zo wordt duidelijk dat 158 kleuters, 770 lagere schoolleerlingen en 342 leerlingen uit het secundair onderwijs de stap naar het buitengewoon onderwijs hebben gezet.

In het eerste schooljaar na de invoering van het M-decreet, waardoor leerlingen met een beperking of leerstoornis zich kunnen inschrijven in een gewone school, tekende zich ook een terugkeerbeweging af. Alleen was die toen een stuk kleiner. Tussen 1 september 2015 en 1 februari 2016 stapten 240 leerlingen vanuit het gewoon naar het buitengewoon basisonderwijs over. In het secundair onderwijs zetten ongeveer 80 leerlingen die stap. Minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) gaf toen in het Vlaams Parlement aan dat dit aantal overeenkwam met de jaren ervoor.

"Een aantal leerlingen zal nu hebben gemerkt dat ze in het gewoon onderwijs niet de nodige ondersteuning kregen", zegt ontwikkelingspsycholoog en M-decreet-expert Wim Van den Broeck (VUB), die aangeeft dat de precieze oorzaken momenteel onduidelijk zijn. "We zien in elk geval geen massale uittocht uit het buitengewoon onderwijs. En die zal er misschien in de toekomst ook niet komen. Dit lijkt eerder op een realitycheck voor het M-decreet."

Voor alle duidelijkheid: de grotere stap naar het buitengewoon onderwijs binnen dit schooljaar betekent niet dat het gewoon onderwijs minder leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften heeft mogen verwelkomen. Het houdt hooguit in dat de daling in het buitengewoon onderwijs enigszins is afgeremd. Het totale aantal leerlingen in het buitengewoon onderwijs is tussen februari 2016 en februari 2017 immers met 1.162 tot 46.734 leerlingen gedaald.

Verder onderzoek nodig

Zowel Katholiek Onderwijs Vlaanderen als het Gemeenschapsonderwijs (GO!) geven aan dat ze de terugkeerbeweging niet hadden verwacht en stellen dat verder onderzoek noodzakelijk is. Stefan Grielens, directeur bij de koepel van de Vrije Centra voor Leerlingenbegeleiding, is eveneens verrast. "Het moet al flink mislopen om in de loop van het schooljaar de stap van het gewoon naar het buitengewoon onderwijs te zetten. Over een verslag voor toegang tot het buitengewoon onderwijs beslissen de Centra niet zomaar."

Grielens geeft wel aan dat er dit schooljaar meer inschrijvingen in het gewoon onderwijs hebben plaatsgevonden onder opschortende voorwaarden. "De school gaat dan na of het kind, dat al een attest heeft voor het buitengewoon onderwijs, mits aanpassingen kan worden opgevangen in het gewoon onderwijs. Na een onderzoek kan de school besluiten dat dit niet zal lukken, waardoor de leerling toch terechtkomt in het buitengewoon onderwijs. Ook horen we verhalen van ouders die dachten dat het kind in het gewoon onderwijs dezelfde ondersteuning zou krijgen, maar na enige tijd concludeerden dat dit niet het geval is."

Veel expertise

Minister Crevits geeft aan dat er veel expertise aanwezig is in het buitengewoon onderwijs. "Als dat de beste plaats is voor leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte, dan is het belangrijk dat die leerlingen daar les kunnen volgen. Als scholen uit gewoon onderwijs, samen met de ouders en het CLB (centrum voor leerlingenbegeleiding) in de loop van het jaar vaststellen dat een leerling gebaat is bij buitengewoon onderwijs, dan kan die leerling de overstap maken."

► 6