Direct naar artikelinhoud

'Ik doet dit voor Patrick Vanoppen'

Aan Den Dreef in Leuven werkt Jacky Mathijssen (49) vanavond met Beerschot een eerste van vier finales af. Het doel is duidelijk: de 'ratten' in eerste klasse houden. Mathijssen profileerde zich het voorbije decennium als een meester in de strijd om het behoud. Maar een loodzware opdracht aanvaarden bij de club die hem negen maanden eerder aan de deur had gezet, was niet evident.

Heb je niet geaarzeld toen voorzitter Vanoppen je in januari vroeg om weer over te nemen, nadat hij je negen maanden eerder aan de kant had geschoven?

"Natuurlijk. Ik ben er onverwacht moeten weggaan. Dat was pijnlijk, dat vond ik erg. Ik had er 16 maanden heel fijn gewerkt, met een sterke spelersgroep en een hele sterke staf. Het was duidelijk welke richting we uit wilden. Maar plots werd dat afgebroken, omdat ze dachten een andere en betere richting gevonden te hebben. Ik had onderweg al vaak gezegd: als we uit de zorgen zijn, gaan we samen zitten om te zien of we hetzelfde denken over de toekomst.

"Het stoorde mij enorm dat dat gesprek er nooit is gekomen en dat er al een andere gedachte groeide. Dat was pijnlijk en ontgoochelend. Maar ik zit zo in mekaar dat ik na een aantal dagen zeg: oké, dat zijn de feiten, de mensen die de verantwoordelijkheid hebben, zullen wel weten waarom en hoe. En toen heb ik samen met Patrick Vanoppen besloten om dat op een propere manier af te sluiten. Ik ben zelfs naar de persconferentie over mijn afscheid geweest."

Negen maanden later komen dezelfde mensen weer bij jou aankloppen omdat ze in de problemen zitten.

"Dan zeg je neen, laat dat duidelijk zijn. De eerste keren dat geopperd werd dat ik terug zou keren, was daar wat mij betreft geen sprake van. Tot het moment waarop bleek dat ik als de enige nog mogelijke oplossing werd beschouwd. Niet om dit nog goed te doen aflopen, want dit kan eigenlijk geen goed einde krijgen. Maar wel om een degradatie en een eventuele catastrofe te vermijden."

Hoe gaat dat dan praktisch?

"Patrick en ik hebben allebei veelvrienden in Leuven. En in de wiskunde gaat dat zo: als je twee verzamelingen hebt die door elkaar lopen, heb je een doorsnede. Veel van de mensen die in die doorsnede zitten, hebben daar een grote rol in gespeeld en mij zover gekregen. Maar laat dit duidelijk zijn: ik doe dit voor hem."

Je doet dit voor Patrick Vanoppen?

"Ja. Ik doe het echt voor hem. Hij had iemand nodig en als de nood echt zo hoog is, vind ik ook dat ik het moet doen."

Maar je hebt toch een knop moeten omdraaien?

"Zeker weten. Ook al omdat ik iemand moest ontgoochelen die de zaak had overgenomen en waar ik een hele goeie werkrelatie mee had gekend. Het was voor mij ook duidelijk: als ik niet verder kon samenwerken met Wim De Corte, dan wou ik het niet doen. Dat heb ik ook tegen Patrick zo gezegd: het zal met Wim zijn of helemaal niet.

"Ik wou zo snel mogelijk terug naar de situatie die ik kende. De tijd die nog restte was zo kort, dat ik alleen maar wou werken met mensen die ik vertrouw. Want er was geen tijd om de werkrelaties te onderbouwen zoals je dat normaal doet, vanuit een gedachte. Als ze daar dan aan tegemoet komen, moet ik ook maar mijn verantwoordelijkheid nemen."

Wat spreekt jou zo aan in Patrick Vanoppen dat je zegt: 'Ik doe dit voor hem'?

"Misschien reageer ik erg gevoelig als er een situatie ontstaat die misgaat. Ofwel sluit je jezelf dan af en ben je weg. Ofwel komt er een empathie boven voor mensen die je heel goed kent. Dan laat ik mij aan boord trekken."

Maar wat heb jij hierbij te winnen?

"Ik heb geen zin meer om met mijn imago bezig te zijn. Daar had ik misschien beter tien jaar geleden aan gedacht. Laat dat imago en die perceptie maar zijn wat het is. Ik denk dat ik bij succes wél waardering krijg. Net zoals ik bij mijn vorige passage bij Beerschot ook vond dat ik langzaam maar zeker waardering kreeg. Waardering die ik toch een aantal jaren heb moeten missen, omdat ik afgeschilderd werd als 'de trainer die Club Brugge geen kampioen heeft kunnen maken'.

"Ik ben gelukkig in een heel mooi groepje terechtgekomen. Het wordt zelfs mooier en mooier, moet ik zeggen. Wat dat betreft heb ik alle schaamte en schroom dan ook van mij afgeschud. Als ik er bij nu bij Beerschot ingestapt ben, heeft dat twee redenen. Eén: omdat ik vind dat ik dat moet doen. En twee: omdat ik denkt dat ik kans maak om te slagen."

Gedurfd is het alleszins om een club in degradatienood zeven speeldagen voor het einde over te nemen.

"Er is ook wel nood in de trainerswereld aan mensen die dit durven. Weet je: Michel Preud'homme heeft in de glorietijd van KV Mechelen eens een hele tijd de penalty's getrapt. Toen kreeg je een hele discussie: hoe kan het nu dat er in de hele ploeg niemand is die beter een penalty kan trappen dan de keeper? Weet je waar keepers meer mee bezig zijn en mentaal sterker in zijn dan de meeste veldspelers? Wij komen altijd in 'ja-neen-situaties'.

"Je neemt een beslissing: je komt uit of je blijft staan, je anticipeert of je anticipeert niet. En het is doelpunt, ja of neen. Daar is niets tussen. Doe je iets? Ja of neen, neem een beslissing en ga ervoor. Dat zit in mij. En dat is gegroeid vanuit die rol als keeper: alleen staan, alleen beslissingen nemen."

Maar je bent pas 49, ik neem aan dat je ooit toch nog eens de stap hogerop wil zetten?

"Daar ben ik absoluut ambitieus genoeg voor, maar het mag niet meer 'ten koste van' gaan. Want ik heb toch een klap gekregen een jaar of vier geleden (toen Mathijssen aan de kant werd gezet als trainer van Club Brugge, RN). Die klap is helemaal verwerkt, daar heb ik geen enkel probleem meer mee. Maar het heeft me wel veranderd. Ik ben nog altijd ambitieus, maar niet meer destructief ambitieus. Ik ga mezelf echt niet meer kapotmaken voor hetgene wat het voetbal mij zou kunnen brengen. Kom ik ooit weer bij een topclub terecht, dan zou ik het anders aanpakken. Maar het is geen obsessie meer."

Toen je bij Charleroi vertrok om naar Club Brugge te gaan, wou je de wereld veroveren?

"Toen moest alles aan de kant. Ik wou naar de top, ik wou naar het buitenland. Maar dat heeft een serieuze knauw gekregen. Ik denk dat ik dat mezelf niet meer mag aandoen. Dat ga ik ook niet meer doen."

Als je zegt 'destructief ambitieus', slaat die destructie dan alleen op jezelf?

"Dat raakt uiteraard ook aan je omgeving. Dat draag je mee en daar sleep je automatisch een aantal mensen in mee. En dat is misschien net de reden waarom ik dit nu zeg. Uiteraard zag ik daar zelf van af, want er gebeurden onbegrijpelijke dingen. Ik denk dat er nu wel meer mensen op die periode terugkijken en zeggen: 'Potverdorie, wat hebben we toen met die kerel gedaan?' En dat komt vanuit de directie van de club, van supporters, maar ook van de media. Op heel veel vlakken krijg ik nu reacties van mensen die vinden dat ze toen te ver zijn gegaan."

Hoe kijk je aan tegen die vier wedstrijden waarin je Beerschot moet redden?

"Als een hele moeilijke periode. Er is een muur, maar er is ergens een opening. Vind ik ze of vind ik ze niet? Voor een deel ben ik de kapitein en heb ik het voor het zeggen, maar ik heb het niet helemaal in handen. Er zijn beslissingen van de scheidsrechter, er is de tegenstander, er is je eigen ploeg, je hebt blessures en mensen die niet in vorm zijn. Alles wat bij een degradatiepositie hoort. Daar moet je mee om en dat moet je accepteren."

Over vier weken houdt niemand nog rekening met die factoren.

"Dat weet ik. Het enige waar het over gaat, is over vier weken twee ploegen achter ons te houden. En welke geldige redenen je ook mag hebben als je het niet haalt: die gaan toch in de wind verloren. Als er omgekeerd situaties met de scheidsrechter in ons voordeel zouden draaien, of als een jongen van ons twee keer vanop 35 meter in de winkelhaak trapt, dan heb ik daar ook geen verdienste aan. Maar dan staat wel op mijn palmares dat ik Beerschot heb gered."

Gezien het programma lijken jullie er het beste voor te staan.

"Maar in dit soort omstandigheden speel je niet meer tegen de tegenstander. Je speelt tegen jezelf. En dus maakt het niet uit tegen wie je voetbalt. We zullen het zelf moeten doen. En het moet gebeuren in deze vier wedstrijden. Realistisch gesproken denk ik dat we gered zijn als we de thuiswedstrijden tegen Lierse en Cercle winnen."