Direct naar artikelinhoud

'Mezelf nu onder druk zetten, maakt me niet sneller'

Hij hoopte dit seizoen op een paar vrije trainingen maar kreeg door de schorsing van de Fransman Grosjean een volledig koersweekend. Een dijk van een race kan hem in poleposition zetten voor een plaatsje als vaste coureur volgend jaar. Maar daar wil Jérôme D'Ambrosio nu even niet aan denken. 'Mezelf onder druk zetten, maakt me niet sneller.'

Iedereen is nerveus. Of minstens opgewonden. Belgische fans die in de massa hun vlag met zijn naam willen tonen, zijn teambaas die de lat hoog legt en de Belgische persgilde die nu eens al droomt van een podiumplaats, zondag, en dan weer het dromen afzweert - "in de punten zou al fantastisch zijn". Terwijl er ook nog eens serieus wat belangstelling is van de internationale pers, met fotografen die elkaar kwamen verdringen voor de Lotus-garage, toen Jérôme D'Ambrosio gisteren voor zijn eerste rondjes de piste opreed.

Het grootste probleem: sinds november vorig jaar heeft D'Ambrosio niet meer met een F1-auto gereden, tenzij die halve dag in Mugello, ergens in mei, tijdens trainingen voor nieuwkomers en invallers. "Vooral de banden leren gebruiken, dat is het moeilijkste", kwam D'Ambrosio ons na de tweede vrije training zeggen, gisteren. Waarna iedereen kon zien dat de 26-jarige Belg zes tienden trager was geweest dan zijn illustere teamgenoot, Kimi Räikkönen.

"Tien maanden zonder echt rijden, het laat een laagje roest achter, en dat moet ik nu weg schuren. Maar ik zet ook geen specifiek doel voorop", zei D'Ambrosio meteen. "Op die manier zou ik mezelf alleen maar nodeloos onder druk zetten, en daar word je geen centimeter sneller van, in tegendeel."

Erop of eronder

Dus werd het gisteren een dag van opbouwen: stap voor stap en vooral zoveel rondjes trekken. En genieten ook. "Ik voel me gelukkig want zit weer achter het stuur." Maar op de achtergrond toch altijd weer die wetenschap: zondag is het misschien wel erop of eronder, voor de Belg. Een topprestatie kan ervoor zorgen dat een paar teambazen zijn naam noteren voor volgend seizoen. Een offday kan hem veroordelen tot een carrière als, in het beste geval, invaller in de formule 1, of een ander en lager kampioenschap. "We zien wel", zegt D'Ambrosio. "Ik geloof erin. Ik heb altijd op het juiste moment een kans gekregen en ze gegrepen. Ik ben van plan dat ook nu te doen."

Makkelijk wordt het niet. Met een machine als de Lotus, een van de topwagens dit seizoen, strijd je tegen kleppers als Alonso, Webber of Button. Maar er was vooral Lotus-baas Eric Boullier die de verwachtingen gisteren al een stuk terugschroefde. "Jérôme heeft goed gepresteerd in de vrije trainingen", kwam hij melden. "Perfect zelfs." Maar ook: "Alleen weten we nu al dat het geen gemakkelijk weekend wordt voor ons. Monza vereist een specifieke afstelling van de auto waarvoor wij geen pasklare oplossing hebben." Lees: voorin rijden wordt heel moeilijk. De rondetijden van de vrije trainingen gaven Boullier gelijk. Vooral de auto's met Mercedes-motoren deden het goed.

Als Lotus vandaag geen oplossing vindt om de auto sneller te maken, dan zit een topprestatie voor D'Ambrosio er niet meteen in. Voor zijn reputatie in het team is dat geen onoverkomelijk probleem. Daar weten ze ook wel wat mogelijk is met de Lotus, en kan de Belg zijn geloofwaardigheid minstens behouden of zelfs opkrikken. Maar voor de andere teambazen, op wie D'Ambrosio natuurlijk ook indruk moet maken, ligt dat anders. In de punten finishen zou dan ook een gigantisch verschil kunnen maken voor D'Ambrosio's carrière.

Het zou trouwens de eerste keer in twintig jaar zijn dat een Belg punten pakt in een F1-race: in Australië 1992 werd Thierry Boutsen vijfde met de Ligier. Een resultaat dat morgen als "fantastisch" zou worden ervaren voor een invaller die na tien maanden langs de kant achter het stuur wordt gepropt.