Direct naar artikelinhoud

COLUMN

Dave Sinardet is politicoloog en professor aan de VUB en de Université Saint-Louis. Zijn column verschijnt tweewekelijks op zaterdag

Jaja, ik weet dat het duiden van de Belgische politiek in termen van surrealisme allesbehalve origineel is. Maar wie zijn Belgische geschiedenis een beetje kent, moet begrijpen dat me echt geen andere keuze wordt gelaten nadat Bart De Wever afgelopen woensdag bejubeld werd door het keur van de francofone, royalistische, Brusselse bourgeoisie. Eat that, Magritte.

De N-VA-voorzitter was te gast bij de exclusieve zakenclub Cercle de Lorraine. Sinds enkele jaren richt die zich ook expliciet tot Nederlandstaligen, met als doel de financieel-economische elite in noord en zuid dichter tot elkaar te brengen. De Cercle is echter van oorsprong Franstalig en het gros van de leden - vaak oudere mannen voorzien van een adellijke titel - is erfgenaam van een francofone elite die lang de plak zwaaide in het land. Velen wonen dan ook in de Vlaamse Rand.

Kortom: het slag mensen dat N-VA'ers zoals Mark Demesmaeker enkele jaren geleden nog spottend uitbeeldde door zich tijdens een betoging in Linkebeek voor de splitsing van B-H-V uit te dossen met een pitteleer, een hoge hoed en een dikke sigaar. Bart De Wever duidde dat toen zo: "Met die actie willen we aantonen dat de verfransing van de rand vooral een sociaal probleem is. Het gaat hier over rijke Franstaligen die weigeren enige moeite te doen om zich aan te passen."

Die verfransingskwestie bleek in de Cercle de Lorraine echter niet bepaald centraal te staan in De Wevers discours. Dat was, net zoals in Vlaanderen, vooral sociaal-economisch getint en gericht tegen een almachtige PS die rechtse hervormingen tegenhoudt. Een betoog dat er bij menig lid van de Cercle de Lorraine even vlot inging als een glaasje Dom Pérignon.

Dat is op zich natuurlijk niet verwonderlijk. Om voor de hand liggende redenen ergert de Franstalige rechterzijde zich evenzeer als de Vlaamse aan de PS. Dat ongenoegen bestaat al van lang voor de ster van De Wever ging rijzen. Ook tijdens de politieke crisis in 2010 kreeg hij al veel bijval tijdens een gelijkaardig bezoek aan de Cercle de Wallonie, waar hij werd ingeleid door "mijn vriend Didier" (Reynders).

Het nuanceert trouwens De Wevers beeld van de volstrekt gescheiden 'twee democratieën'. Als een Vlaamse stamboomnationalist erin slaagt de francofone bourgeoisie te charmeren, kan het met de samenhang van dit land toch ook weer niet zo slecht gesteld zijn? Temeer daar het surrealisme een bij uitstek Belgisch symbool is. Het bewijst alleszins opnieuw dat het retorisch talent van De Wever werkelijk geen (taal)grenzen kent.

Als historicus ziet De Wever ongetwijfeld ook zelf de ironie van die situatie in. Als cynicus schept hij er beslist ook plezier in. En als politicus weet hij dat het geen slechte strategie is.

Ook in Vlaanderen heeft het discours van de N-VA zich immers verlegd van het traditionele nationalistische verhaal gebaseerd op taal, cultuur en identiteit naar een rechts sociaal-economisch verhaal. Dat ligt overigens ook bij sommigen in de partij moeilijk. Jan Peumans zien we toch nog eerder een publiek van Waalse vakbondsmilitanten toespreken over de hooghartigheid van Franstalige villabewoners.

Niet dat De Wever niet meer inspeelt op het aloude beeld van Franstalige dominantie en arrogantie, maar de sociale invulling daarvan is totaal veranderd. De rijke franskiljon uit het Brusselse heeft daarbij meer dan ooit plaats geruimd voor een Italiaanse migrantenzoon uit de Borinage.

Meer nog: in de strijd tegen die PS-dominantie lijken de erfvijanden van vroeger plots een bondgenoot geworden. Die indruk ontstond alleszins toen De Wever tijdens zijn causerie verklaarde: "Het zou mij helpen als u de mensen zou aanmoedigen om voor de MR te stemmen." Bij het horen van die woorden werd wat verder in Brussel, op het PS-hoofdkwartier, de champagne ontkurkt. Want hoe je het ook draait of keert, PS en N-VA zijn elkaars 'beste vijanden'.

Want stel dat de Waalse kiezer in 2014 effectief luistert naar Bart en van de MR de dominante Franstalige factor maakt. Dan valt zijn verhaal over de noodzaak aan Vlaamse autonomie om de eeuwige dominantie van de PS te omzeilen natuurlijk moeilijker te verkopen. Tenzij zijn vriend Didier hem tijdens een van hun etentjes heeft laten verstaan dat hij echt wel tot alles bereid is om revanche te nemen op Elio en zijn intrek te nemen in de 16.