Direct naar artikelinhoud

Rel 'economische raadgevers' escaleert

Federaal minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders (MR) blijft bij zijn plannen om 'economische raadgevers' in te zetten voor de promotie van België in het buitenland. Wij hebben geen nood aan die vrijwilligers', houden de deelstaten vol.

De Belgische 'diplomatieke dagen' in het Egmontpaleis worden dit jaar overschaduwd door een fikse rel tussen de federale en regionale regering(en). Die laatste pikken het niet dat Reynders 'economische raadgevers' wil aanwerven. Met die adviseurs begeeft de federale minister zich teveel op ons terrein, klagen de deelstaten, die bevoegd zijn voor buitenlandse handel. Reynders snapt de hele heisa echter niet. "Dit is een misverstand", reageert hij op het verzet vanuit de gewesten. De gecontesteerde raadgevers van Reynders zijn geen nieuwe ambtenaren met een voltijdse job, maar bedrijfsleiders die een eretitel ontvangen. "Deze mensen zullen geen cent kosten," zegt de minister van Buitenlandse Zaken. "Het gaat om vrijwilligers, om Belgen die ondernemers zijn in het buitenland. Deze mensen zullen de ambassadeurs en de regionale raadgevers bijstaan, ze beschikken immers over tonnen commerciële ervaring. Het zou toch dom zijn om niet van hun expertise te profiteren?"

Bovendien heeft het federale niveau toch nog enige zeggenschap over de economie. "Als de premier naar Davos trekt, of op handelsmissie is," poneert de MR-minister, "dan probeert hij de notionele intrestaftrek te verkopen. Dat is toch een federale bevoegdheid? Als de Belgische regering hier haar handen volledig van zou aftrekken, zou dat totale onzin zijn."

Cavalier seul

Vlaams minister-president Kris Peeters (CD&V) en de Waalse en Brusselse ministers van Economie Jean-Claude Marcourt (PS) en Benoît Cerexhe (cdH) trokken gezamenlijk ten strijde tegen het initiatief van Reynders. Het aantrekken van buitenlandse investeerders en ondernemers is hun taak, benadrukken ze, Reynders mag zich daar niet mee moeien. Ze nemen het niet dat Reynders een doublure wil op touw zetten voor de regionale diplomatie en de middelen verdeelt in plaats van ze te verenigen. Het argument dat de raadgevers geen rooie duit kosten, maakt voor hen geen enkel verschil. Voor hen gaat het om een princiepskwestie. "Reynders speelt voor cavalier seul", zegt de Brusselse minister Cerexhe. "Dit is een soloslim. Met Reynders is het altijd hetzelfde: hij doet van alles zonder overleg. Alles werkt voorlopig perfect tussen de gewesten. Wij hebben geen nood aan die vrijwilligers."

Steven Vanackere (CD&V), federaal minister van Financiën en partijgenoot van Peeters, ondernam in het Egmontpaleis, waar de minister zijn prioriteiten toelicht aan de Belgische diplomaten, een poging het conflict te ontzenuwen. "Er bestaat enorm veel expertise in onze ambassades," zegt de CD&V'er, "die moeten we absoluut mobiliseren." Voor hem is vooral de samenwerking tussen Buitenlandse Zaken en de gewestelijke diensten van tel, hij ziet ook geen graten in deze speciale raadgevers. "Samenwerking gebeurt in ieder geval niet door ons te desinteresseren," meent hij. Ook werkgeversorganisatie Unizo tempert de gemoederen: "De overheden moeten net hun beleid op elkaar afstemmen en niet tegen elkaar uitspelen," zegt de unie. "Dit discours zal buitenlandse investeerders afschrikken, wat net het omgekeerde is van wat we moeten bereiken."

Federalisering

De opeenvolgende staatshervormingen hebben van de Belgische diplomatie een lappendeken gemaakt met ambassadeurs, attachés en Flanders' Houses. De gewesten kunnen al 2 decennia hun eigen koers varen over de buitenlandse handel en beschikken dan ook over hun eigen netwerk van handelsattachés. Die attachés hebben echter geen diplomatiek statuut; politieke aangelegenheden moeten ze links laten liggen, commerciële zaken niet.

Flanders Investment and Trade (FIT), in 1991 opgericht als 'de Vlaamse dienst voor Buitenlandse Handel', beschikt over 70 kantoren wereldwijd, en nog eens 20 samen met Brussel en Wallonië. Daarnaast bestaat er op federaal niveau ook nog eens het 'Agentschap voor Buitenlandse Handel', dat de overblijvende federale bevoegdheden beheert. Omdat de structuur van deze federale diensten erg complex is, staat of valt alles met de onderlinge relaties tussen de vertegenwoordigers ter plaatse. Dat die goed overeen komen is echter geen sinecure. De ambassadeurs en attachés van eenzelfde post zijn vaak van een andere politieke gezindte.