Direct naar artikelinhoud

Soldaten zijn doelwit van nieuwe aanslag in Turkije

In Turkije zijn er zeker 28 doden gevallen door een aanslag in de hoofdstad Ankara. Daar werd een bomauto tot ontploffing gebracht tussen bussen met soldaten die hun kazerne verlieten. Of er ook burgers om het leven kwamen, was gisteravond nog niet bekend.

De explosie deed zich voor in volle avondspits in het centrum van de stad. Ze moet bijzonder krachtig geweest zijn, want op de eerste beelden was een rookpluim te zien die tientallen meters boven de gebouwen uitsteeg.

De plaats van de feiten ligt vlak bij het parlement, de ambtswoning van de premier en het hoofdkwartier van de luchtmacht. Daar bevestigde een zegsman van de Generale Staf al snel dat de aanslag tegen drie legerbussen gericht was en dat er zich soldaten onder de doden bevonden.

Volgens bewoner Pieter Verstraete gaat het om een symbolische plek. Hij woont op twee kilometer van de plaats van de explosie, in een residentiële wijk vlak bij het parlementsgebouw. "Het is een beveiligde plaats waar vooral soldaten wonen", reageerde hij op Radio 1. "De daders geven zo het signaal aan de overheid dat ze zomaar een ontploffing kunnen veroorzaken achter het parlement."

Zoals dat tegenwoordig steevast gebeurt, vaardigden de Turkse autoriteiten razendsnel een informatiestop uit. Daardoor mocht de pers alleen nog berichten wat er van overheidswege meegedeeld werd en kwamen er zo goed als geen details meer aan het licht. Kort na acht uur verklaarde een regeringswoordvoerder wel dat er op dat moment al 28 doden en 61 gewonden waren geteld. Maar over mogelijke daders sprak hij zich nog niet uit.

PKK of IS?

Volgens de Turkse veiligheidsdiensten wijzen de eerste vaststellingen in de richting van Koerdische militanten van de PKK, maar die stelling wordt niet bevestigd. Andere bronnen verdenken Islamitische Staat van de aanslag.

Met de Koerden vecht het Turkse leger weer een bloedige oorlog uit, terwijl het die bevolkingsgroep ook in Syrië steeds harder bestookt. Over de vijandigheden in het Koerdische oosten van Turkije sijpelt maar amper informatie naar buiten. Maar de zwaarste ramingen hebben het al over een dodentol van meer dan 4.800 mensen, onder wie ten minste 200 burgers en 39 kinderen.

In oktober vorig jaar stierven er in Ankara nog meer dan honderd mensen door een bomaanslag tijdens een vredesbetoging. Die terreur werd door de Turkse autoriteiten toegeschreven aan de moslimextremisten van IS - al eiste die de aanslag nooit op en valt nog steeds te betwijfelen of zij dat bloedbad werkelijk hebben gepleegd. Een aanslag met een duidelijker stempel van IS deed zich vorige maand in Istanbul voor, waar elf toeristen uit Duitsland en één uit Peru het leven verloren.

Het valt te vrezen dat Turkije de aanslag van gisteren als een argument zal gebruiken om nog harder toe te slaan tegen de Koerden. En als het dat ook in Syrië doet, dan wordt de toestand er daar nog complexer op. Het Westen steunt de Syrische Koerden immers als een buffer tegen IS, terwijl Rusland ze tracht te gebruiken om het gematigd verzet tegen Assad de nek om te wringen. De Turkse premier Ahmet Davutoglu werd vandaag in Brussel verwacht voor een EU-top waar de vluchtelingencrisis op de agenda zal staan. Maar die reis heeft hij nu afgezegd.

President Recep Tayyip Erdogan klinkt weliswaar strijdvaardig. "Wij zullen elke dag onze strijd voeren met grotere vastberadenheid tegen de marionetten die geen morele of humanitaire grenzen kennen", verkondigde hij. "Dit soort gebeurtenissen zwengelt onze vastberadenheid aan om meermaals aanvallen binnen en buiten onze grenzen te beantwoorden."