'Vluchtelingen spullen kwijt? Pech'
Brugs korpschef Dirk Van Nuffel reageert onverschillig op de vraag of het wel kan om tientallen bezittingen van opgepakte vluchtelingen zomaar in de vuilniswagen te gooien. Toch gaat hij in de fout.
Pijnlijk tafereel gisterenmiddag in Zeebrugge: de inderhaast achtergelaten spullen van 21 opgepakte Iraniërs verdwenen zonder pardon in een vuilniswagen. "Wat ze wel mee namen, ligt nu allemaal op het commissariaat en krijgen ze terug na hun vrijlating. Andere goederen werden vernietigd. Als die mensen gehoopt hadden om ze later weer op te pikken, is dat pech voor hen", zegt Van Nuffel.
In Zeebrugge willen ze een kamp à la Calais vermijden en treedt de politie hard op tegen vluchtelingen, maar deze actie van de gemeente is in strijd met de wet. Goederen kunnen enkel vernietigd worden als er duidelijke aanwijzingen zijn dat die een risico voor de openbare veiligheid vormen. Dat schrijft artikel 30 van de wet op het politieambt - dat Van Nuffel toch zou moeten kennen.
Advocate Kati Verstrepen, gespecialiseerd in vreemdelingenrecht, legt uit: "Een bom of een gevaarlijk gif, mag - logischerwijs - onmiddellijk vernietigd worden, maar persoonlijke spullen van mensen vormen bij mijn weten nog steeds geen gevaar voor de openbare veiligheid. De politie moest die spullen in bewaring nemen.
"Als men denkt dat die gebruikt zijn in het kader van een misdrijf -wat hier volgens mij niet het geval was - moeten die naar de griffie van de rechtbank. Indien niet moeten ze overgebracht worden naar de nieuwe verblijfplaats van die vluchtelingen, bijvoorbeeld de gesloten instelling. Ze in de vuilniskar droppen, heeft geen enkele wettelijke basis."
Gevolg: de stad Brugge riskeert nu processen van de Iraniërs, want ze hebben wettelijk gezien recht op een schadevergoeding.