Schots referendum jaagt beleggers weg

Het Schotse referendum over de eenheid met Engeland heeft beleggers de stuipen op het lijf gejaagd. Het geld vliegt het land uit, in een tempo dat sinds de val van ongeluksbank Lehman Brothers, waarmee in 2008 de financiële crises van start gingen, niet meer is vertoond.

Alleen al in augustus stroomde er voor 16,8 miljard pond (21,1 miljard euro) weg. Buitenlandse beleggers verkopen hun beleggingen, en er worden vanuit het buitenland bijna geen nieuwe beleggingen gedaan, concludeerde het financieel onderzoeksbureau CrossBorder Capital, gevestigd in Londen.

De uitstroom is al het hele jaar aan de gang, maar gaat steeds sneller naarmate een Schotse uittreding uit het Verenigd Koninkrijk minder onwaarschijnlijk wordt. Tot nu toe is dit jaar al 127 miljard pond (160 miljard euro) het land uit gestroomd. Vorig jaar kwam er netto nog geld binnen: 39 miljard pond (49 miljard euro).

Volgens directeur Michael Howell van CrossBorder is er eind juni een versnelling in de uitstroom opgetreden, en gaat het sindsdien steeds sneller. Op dit moment kent alleen Japan een nog hogere kapitaalvlucht dan Groot-Brittannië, stelt Howell.

Grote partijen zijn ook niet te beroerd om hun terugtocht uit Groot-Brittannië toe te lichten. Deutsche Bank vergeleek een eventueel 'yes' van de Schotten voor een uittreden uit Groot-Brittannië met enkele van de volgens de bank grootste blunders in de geschiedenis van het financieel beleid: Winston Churchill's besluit in 1925 om het Britse pond te doen terugkeren naar de gouden standaard, en de weigering van de Fed, de Amerikaanse centrale bank, om de banken van voldoende geld te voorzien. "Daarvan weten we nu dat het de Grote Depressie tot gevolg had", schrijft Deutsche Bank.

In de koers van het Britse pond is die uitstroom niet te merken. Ten opzichte van de dollar is het pond wel flink in waarde gedaald , met bijna vijf procent. Maar dat is de zelfde waardedaling die de euro voor zijn kiezen kreeg, en heeft meer te maken met Oekraïne dan met Schotland.