Direct naar artikelinhoud

Boodschap voor een radicale atheïst

Maarten Boudry's brief aan de gematigde moslims (DM 13/9) verdient een antwoord

Beste radicale atheïst,

ik deel uw bezorgdheid over de wandaden van de terreurorganisatie die zichzelf, met zin voor overdrijving, de naam 'Islamitische Staat' heeft toebedeeld. Deze extremisten slagen er inderdaad in om mensen de gordijnen in te jagen. Ik ben, als cultuurmoslim en spiritueel agnost, een van die mensen.

Ik maak me met u grote zorgen over de maatschappij die ook hier radicaliseert. Deze radicalisering neemt meerdere vormen aan, van rechts tot links, en van nationalisme tot salafisme. Dus ja, ik lig wakker van het salafistische gif - dat ik niet tot jihadisme reduceer. Het salafisme is problematisch, zoals elke letterlijke interpretatie van ieder heilig boek dat eeuwen oud is problematisch is.

U weet ongetwijfeld dat slachtpartijen, pornografische taferelen, landroof en ga zo maar door, bijna in elk hoofdstuk van het Oude Testament te vinden zijn. Neem dit pareltje uit Ezechiel 9,5-6: "Ga achter hem aan, trek ook door de stad en dood iedereen. Jullie moeten geen medelijden tonen, jullie mogen geen medelijden kennen. Oude mensen, jonge mannen en vrouwen, moeders en kinderen - jullie moeten ze allemaal ombrengen..."

Andere rules of engagement dan die van Mohammed in de Sira, de oudst bewaarde biografie van de profeet: "Dood geen Kind, dood geen vrouw, dood geen oude persoon, geen priester in een klooster, laat bomen niet snijden, laat gebouwen niet vernietigen, en als u uw vijanden in de strijd treft, bied hen eerst de islam aan, dan bied ze een taks te betalen (djizia) en alleen als ze weigeren, dan oorlog."

Jezus van Nazareth zegt in het Nieuwe Testament: "Denk niet dat ik gekomen ben om op aarde vrede te brengen. Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard." (Mattteüs 10,34). Ongelovigen, ongehoorzame kinderen, brekers van eden, verdienen allemaal de dood volgens het letterlijke woord van de christelijke god (Romeinen 1,31-32). Niet alleen geweld wordt verheerlijkt in het evangelie; vrouwen worden er verplicht om een hoofddoek te dragen of zich te laten kaalknippen (1 Kor. 11,6), zich te onderwerpen aan hun man (1 Petrus 3,1) en te zwijgen in het openbaar (1 Kor. 14,34). Het is vrouwen evenmin toegestaan gezag over mannen uit te oefenen. 'Ze moet bescheiden zijn' (1 Tim. 2,12).

Op geen enkel moment wordt in de Koran gesproken over het uitroeien van andersgelovigen of een offensieve oorlog, zoals dat in het Oude Testament regelmatig gebeurt en in het Nieuwe Testament sporadisch. Het gaat altijd over een strijd tegen soldaten, en die strijd heeft een historische context. De strijd is geen eeuwige missie van moslims en kan enkel uit defensieve overweging gebeuren.

Hervorming islam

Proportionaliteit is een centraal begrip in de islam: "Bestrijd in de weg van Allah al wie jullie bestrijdt, maar wees geen agressors, Allah houdt niet van agressors." (Soera 2,190) "Als ze neigen naar vrede, kies ook voor vrede" (8,61). "Zeg tot degenen die niet geloven, dat als zij ophouden u te vervolgen, hetgeen voorbij is hen zal worden vergeven." (8,38)

Maarten Boudry schrijft ten onrechte dat de vreedzame verzen waarop moslims zich vaak beroepen teniet worden gedaan "door latere verzen van haat, volgens het principe van de abrogatie (naskh), dat op zijn beurt in de Koran zelf staat". Van zulke abrogatie ('intrekking') is in de mainstreamtheologie geen sprake. Het stichten van vrede en de afkeer van agressie zijn juist kwaliteiten van God zoals blijkt uit Soera 2,190. En aangezien God noch zijn kwaliteiten van veranderlijke aard zijn, is van abrogatie geen sprake - in tegenstelling tot wat salafi-jihadi's, en u samen met hen, beweren.

Dus neen, gelovige moslims moeten geen afstand nemen van de Koran. Het is juist door terug te keren naar de Koran - hem opnieuw centraal te plaatsen in de theologie, tegen zijn historische achtergrond te lezen als een samenhangend geheel, en van daaruit kennis en waarden te putten die universeel en tijdloos zijn - dat gelovige moslims de nefaste invloed van de grotendeels vervalste en intolerante tradities (Hadith) kunnen neutraliseren en de basis leggen voor een diepere en zeker ook nodige hervorming van de islamitische theologie.

Goede raad niet nodig

De historische, contextuele en esoterisch-speculatieve lezing van de Koran die u voorstelt, is even oud als de Koran zelf. Van Ibn Abas en zijn contextualisaties (Asbab Anoezoel) in de zevende eeuw al, tot Imam Ali en zijn esoterisme, en van het rationalisme van de Mu'tazilieten tot de rijke mystieke soefitraditie.

Op uw goede raad zaten de moslims niet te wachten, vrees ik.

In uw opiniestuk neemt u de salafistische leer met zijn letterlijke lezing van de Koran als referentie. Het salafisme is evenwel een minderheidsstroming - enerzijds onderdeel van een tendens binnen de godsdienst, maar anderzijds een druppel in een oceaan van exegese en nuance. Het salafisme is ook de meeste rudimentaire en aculturele lezing van de islam. Het is doordrongen met simplisme en gebrek aan inzicht en diepte, en vooral trauma. Het is een vrij binaire logica die nuance haat, contextualiseren verwerpt, en de complexiteit van de realiteit niet kan vatten.

Net zoals islamofobie; net zoals uw betoog. Wanneer het gaat over het begrijpen van de islam, bent u, beste radicale atheïst, ook een 'salafist'.