Direct naar artikelinhoud

‘Als Casillas zijn teennagels had geknipt, was Oranje vandaag wereldkampioen’

11 juli 2010 zal voor onze Noorderburen voor eeuwig en altijd geboekstaafd staan als de dag waarop ze opnieuw de kans lieten liggen om zichzelf vier jaar lang met bijzonder veel bombarie ‘De Beste Voetbalnatie Ter Wereld’ te kunnen noemen. Na de verloren WK-finale van 1974 (1-2 tegen West-Duitsland) en die van 1978 (1-3 tegen Argentinië) dacht héél Nederland aan de vooravond van de clash tegen Spanje: derde keer, goede keer. “Nou, niet dus”, zucht Tom Egbers. Hij volgt al sinds de jaren negentig het Nederlandse elftal voor de NOS en worstelt vandaag - net als twintig miljoen van zijn landgenoten - nog altijd met de bittere 1-0 nederlaag. “Heel die finale is een regelrecht trauma!”

Zijn Nederlanders geen positivo’s? Het glas is halfvol, jullie zijn vice-wereldkampioen.

(glimlacht) “Mja, wat zal ik zeggen? Joop Zoetemelk is zes keer tweede geworden in de Tour, maar het is pas toen hij die uiteindelijk één keer won dat zijn naam bijgeschreven is in de geschiedenisboeken. Deelnemen is leuk, maar winnen is leuker. Drie keer een WK-finale verliezen, dat hakt erin, dat kan ik je wel zeggen.”

Hoe zal de finale bij jullie de geschiedenisboeken ingaan?

“Als het derde WK-trauma in dertig jaar tijd! Achteraf bekeken zou het onverdiend zijn geweest mochten we gewonnen hebben. Spanje was over het hele toernooi indrukwekkender dan wij, maar onze jongens hebben dat fantastische spel van de Spanjaarden - dat typische Barcelona-getik - toch mooi negentig minuten lang in bedwang kunnen houden en dat is meer dan wat anderen hebben gekund. Vergeet niet dat het in die finale lange tijd twee kanten kon opgaan. De 61ste minuut is cruciaal geweest. Wesley Sneijder stuurde Arjen Robben toen prachtig het straatje in waardoor Robben alleen voor de keeper kwam en hij de hoek maar voor het uitkiezen had. Normaal gaat die bal er altijd in, nu redt Casillas die nog met het topje van zijn voet ... onvoorstelbaar! Als hij ’s ochtends zijn teennagels had geknipt, dan was Oranje vandaag wereldkampioen. In een van onze vorige verloren WK-finales hebben we hetzelfde meegemaakt. In ’78 was het Robbie Rensenbrink die bij een 1-1-stand tegen de paal knalde. Scoort hij daar, dan komt Argentinië nooit meer terug en worden we wereldkampioen.”

Welk gevoel overheerste na de match?

“Ontgoocheling, uiteraard, maar merkwaardig genoeg ook een soort van berusting. Vijf uur later zat ik al met de spelers terug op het vliegtuig en iedereen wist eigenlijk wel dat we verdiend verloren hadden. Los van die fase met Robben natuurlijk. We waren geklopt door een betere ploeg. En als je zelfs heel eerlijk bent, heeft Nederland in dat hele toernooi amper twee goeie matchen gespeeld. Onze tweede helft tegen Brazilië was van hoog niveau, en de volledige match tegen Uruguay ook. Voor het overige hebben we geen toernooi gespeeld waarvan je achteraf zou kunnen zeggen: ‘Wij zijn de beste van de wereld!’ Heel Nederland had meer een gevoel van: ‘Laat ons maar snel naar huis gaan en dit trauma een plek geven.’”

Het WK 2010 was ook dat waarop Nederland zijn stijl verloochende. Met een beenharde finale als exponent.

“Klopt. We zijn bijna wereldkampioen geworden op een ‘on-Hollandse’ manier. Het was Machiavelli: het doel heiligt de middelen. Maar je mag ook niet naïef zijn. Je kan niet meer spelen zoals dertig jaar geleden. Het voetbal is fysieker geworden en daar moet je in mee durven gaan. We kunnen het ons niet meer permitteren om alléén maar 4-3-3 te spelen, ongeacht het spelersmateriaal dat je ter beschikking hebt. Net zoals je ook niet langer zomaar vrank en vrij moet gaan spelen tegen ploegen die het fysiek aanpakken. Zo loop je in het mes. Het Nederlandse voetbal is volwassener geworden, maar heeft daardoor wel zijn onschuld verloren.”

De finale was ongemeen hard. De karaterap van Nigel de Jong ging de wereld rond. Is daar nadien in Nederland veel over te doen geweest?

(blaast) “En of! Er is een zeer brede, maatschappelijke discussie geweest na de finale. Onder meer over Nigel de Jong. Heel Nederland sprak schande van die jongen. ‘Nooit nog mag De Jong opgeroepen worden!’, klonk het. En toen hij een paar maanden later in Engeland een speler (Hatem Ben Arfa van Newcastle, jbg.) zijn been brak, heeft bondscoach Bert van Marwijk hem ook werkelijk uit de selectie gezet. Er is ook lang gepraat over het gevoel van schaamte dat veel Nederlanders hebben overgehouden na het houthakkersvoetbal van Oranje in de finale. Je kan fantastisch spelen tegen Uruguay, dat is leuk, maar naar de finale kijkt de hele wereld. Daar moet je reclame maken voor je voetbal! Dat hebben we niet gedaan. Op fysiek vlak hebben we daar gespeeld als een ploeg uit de Engelse derde klasse. Johan Cruijff zegt altijd: liever 7-4 verliezen met aantrekkelijk voetbal, dan 1-0 winnen met spijkerhard catenaccio. Dat is de Hollandse school in een notendop. En die hebben we, zoals je al zei, verloochend.”

Je spreekt van een Nederlands WK-trauma, maar had dat trauma niet beperkt kunnen worden door niet op voorhand te schreeuwen: ‘Wij worden wereldkampioen!’?

“Bij de spelers leefde dat gevoel wel, maar de fans twijfelden. Zeker de zware blessure van Robben vlak voor de start van het WK was een flinke domper op het optimisme. En toen kwam de eerste match tegen Denemarken ... die was ronduit zwak! We wonnen daar met wat geluk en iedereen vroeg zich af of we de volgende ronde wel zouden halen. Vervolgens ging het erg moeizaam tegen Japan en dan kwam er nog een armzalige match tegen Kameroen. We hebben al die partijen gewonnen, maar het verliep o zo stroef. Dat heeft de verwachtingen bij de media en de fans getemperd. De spelers daarentegen, die hebben altijd geloofd dat ze wereldkampioen konden worden. Die waren vastberaden van begin tot einde.”

Wesley Sneijder misschien nog het meest?

“Sneijder was in Zuid-Afrika de motor van Oranje. Op twee jaar tijd heeft die jongen een fantastische spurt gemaakt in zijn niveau en hij stak op het moment van het WK in bloedvorm. Sneijder is niet de geboren leider, maar met zijn prestaties dwingt hij die status wel af. Dat Diego Forlan uiteindelijk uitgeroepen werd tot beste speler van het WK en Sneijder slechts tweede werd, vond ik vreemd. Maar ook andere spelers hebben op het WK het beste van zichzelf gegeven. Maarten Stekelenburg was samen met Iker Casillas de beste keeper van het toernooi. En ook Giovanni van Bronckhorst heeft, buiten alle verwachtingen, fantastisch gespeeld. Dan had je nog Dirk Kuyt, de onverzettelijke Hollander die maar blééf gaan. We hadden op dit WK eigenlijk een ploeg die te vergelijken is met die van de Rode Duivels in ’86. Ook daar had je meteen sympathie voor en ook daar speelden een paar spelers onverwacht een toptoernooi.”

Hier in België herinneren we ons na de finale vooral de aandoenlijke beelden van huilende Hollanders op het Museumplein in Amsterdam. Hebben jullie dat al wat verteerd ondertussen?

“Ja hoor. Wij worden altijd een beetje héél erg gek vlak voor zo’n WK, maar de dag na de finale is alle versiering alweer weg en gaan we verder. Deze keer was er een paar dagen later zelfs nog een grote viering in Amsterdam. Normaal zou dat feest gewoon in de stad hebben plaatsgevonden, maar men heeft er snel nog een rondvaart van gemaakt. Die massale steun heeft de spelers deugd gedaan. Al hadden ze onmiddellijk na de finale eigenlijk niet veel zin om te vieren. Het gaat bij een WK niet om de tweede plaats hé.”

Welke les heeft Nederland uit het WK 2010 getrokken?

“Dat we over vier jaar wél wereldkampioen zullen worden!” (lacht) (JBG)