Direct naar artikelinhoud

Frère hertimmert zijn imperium

Albert Frère ziet af van de watervalstructuur van zijn financiële imperium. Als statement kan dat tellen. Frère is de man die misschien niet de financiële waterval heeft uitgevonden, hij heeft de methode wel geperfectioneerd.

Een watervalstructuur is in wezen eenvoudig. Een hoofdbelegger, in dit geval dus Albert Frère, ontwikkelt een lange controleketen waarbij hij aan het roer van het schip staat en telkens vers geld aantrekt. Het voordeel van die methode is dat Frère met een relatief bescheiden bedrag grote holdings als GBL controleert.

Sinds hij in 1982 aan de macht kwam bij GBL, ontwikkelde Frère zo een indrukwekkende waterval (zie grafiek). Het publiek kon intekenen op drie niveaus: de spilholding NPM bovenaan in de keten, net onder de familiale groep en de niet-genoteerde groep Erbe/Fingen, die Frère samen met BNP Paribas controleert.

Het volgende tussenstation voor het publiek is de Zwitserse holding Pargesa, die GBL controleert. De controle is in handen van Frère en de groep Power Corporation of Canada, gecontroleerd door de familie Desmarais.

Door de keten uit te rollen, behoudt Frère de controle over alle participaties, maar laat hij de beleggers die controle voor een belangrijk deel mee financieren. In ruil krijgen de beleggers dividenden. Het systeem draait goed zolang het vertrouwen van de beleggers niet geschonden wordt, en dat heeft Frère zelden gedaan.

Waarom heeft Frère beslist om NPM van de beurs te halen? Blijkbaar heeft NPM geen nut meer in de controleketen op GBL. Gilles Samyn, CEO van NPM en trouwe luitenant van Frère: “Naarmate NPM eigen aandelen opkocht, daalde het percentage vrij verhandelbare aandelen. Het werd dus in zekere zin normaal om dit te doen. Het is de eenvoudigste en billijkste oplossing om de structuur van de groep te vereenvoudigen, rekening houdend met alle aandeelhouders.”

Door het wegnemen van het publieke karakter van NPM valt meteen een reeks verplichtingen weg die aan een beursnotering verbonden zijn. Nu staat Frère bekend als iemand die scrupuleus aan de verplichtingen voldoet, en de transparantie biedt die vereist is. Niks meer, niks minder.

Een andere mogelijke reden is dat het eindspel is ingezet en dat de demarche rond NPM de voorbode is van een grotere operatie, misschien zelfs de aftocht van de financier.

De groep Frère is gebonden door twee partnerships. Aan de ene kant staat BNP Paribas, dat al sinds het midden van de jaren zestig met Frère samenwerkt. Paribas werd in 1999 wel overgenomen door BNP, maar dat woog tot nu toe niet op de samenwerking.

Aan de andere kant staat de familie Desmarais. Die band bestaat sinds het begin van de jaren tachtig en werd in 1990 beklonken met een formeel pact. De samenwerking loopt tot 2014. Die met BNP Paribas loopt eveneens tot die datum. Bondgenoot BNP Paribas zal geleidelijk aan volledig uit de groep van de Waalse miljardair stappen.

Wat zal de toekomstige strategie van NPM zijn? “Als het plan slaagt, wordt NPM een patrimoniumvennootschap die zich zal concentreren op de controle van de holdings Pargesa en GBL in samenwerking met de familie Desmarais”, licht Samyn toe. “De operatie heeft twee doelstellingen: NPM volledig in de handen van de familie Frère brengen en een strategische heroriëntering met een focus op steraandelen.”

Is 2014 de datum van Frères definitieve aftocht? Officieel luidt het dat de opvolging geregeld is. Die opvolger is de oudste zoon van Albert Frère, Gérald (60). Gérald heeft misschien niet het karakter van zijn vader, maar hij geeft in gesprekken wel aan dat hij decennialang gestudeerd heeft aan ‘de universiteit Albert Frère’ en dus ook het klappen van de zweep kent. Ook voor Gilles Samyn is een rol weggelegd bij de opvolging.

© De Tijd

Frère verdient iets minder in 2010

Albert Frère verdiende vorig jaar als gedelegeerd bestuurder van GBL 3,74 miljoen euro. Dat is 4,7 procent minder dan het jaar ervoor. Dat staat te lezen in het jaarlijks financieel verslag van de holding. Het vaste onderdeel van het remuneratiepakket klom weliswaar licht tot 2,89 miljoen, maar Frère kreeg geen variabele vergoeding. De zakenman kreeg wel voor 0,84 miljoen euro aandelenopties.

GBL krijgt voorts twee nieuwe bestuurders: Gérard Lamarche, financieel directeur van GDF Suez, en Antoinette d’Aspremont Lynden, een oud-gediende van de BBL en actief in de academische wereld.