Direct naar artikelinhoud

De juiste boodschap op het juiste moment

Jan Terlouws (85) tv-pleidooi voor meer vertrouwen en een leefbare toekomst gaat viraal. De pakkende toespraak van de schrijver-politicus komt op een moment dat jonge generaties wereldwijd hun geloof in de democratie verliezen en niet meer weigerachtig staan tegenover autoritaire regeringsvormen.

"Ik heb een prachtig leven gehad en ik wil dat jullie dat ook hebben." Met deze woorden, gericht aan de jongeren in het publiek, sloot de Nederlandse schrijver en voormalig D66-politicus Jan Terlouw zijn toespraak af in het felbekeken tv-programma De wereld draait door. Presentator Matthijs van Nieuwkerk had Terlouw "bij wijze van verjaardagscadeau" een vrij platform gegeven voor een toekomstpleidooi.

De Grand Old Man van de Nederlandse politiek vertelde dat hij als kind de oorlog had meegemaakt, maar daarna ook getuige was van de opbouw van de welvaartsstaat met zijn gezondheids- en pensioensysteem. "Het was de tijd dat de touwtjes uit de brievenbus hingen waardoor iedereen gewoon binnen kon bij zijn buren. We vertrouwden elkaar."

Die tijd is volgens Terlouw definitief voorbij: anno 2016 heerst tussen burgers en politici en tussen burgers onderling grote achterdocht. "Politiek en bevolking moet terug naar een vertrouwensdemocratie", besluit Terlouw. "Politici moeten opnieuw integer en onkreukbaar zijn en het belang van toekomstige generaties dienen."

Het tv-fragment ging viraal, ook in België. Vele commentatoren hebben niets dan lof voor Terlouw omdat hij op het juiste moment een cruciale boodschap brengt. Kritische stemmen vinden dan weer dat Terlouw de juiste analyse maakt, maar er niet bij durft vertellen dat "vooral de multiculturele maatschappij verantwoordelijk is voor het huidige wantrouwen".

Dat de heldere boodschap van een wijze man zoveel deining veroorzaakt, heeft deels te maken met het momentum: Trump wordt president van Amerika en in Frankrijk én Nederland maken populisten als Marine Le Pen en Geert Wilders een reële kans om over enkele maanden de verkiezingen te winnen.

Feit is dat Terlouws boodschap ondersteund wordt door een nieuw onderzoek van de universiteiten van Harvard en Melbourne waaruit blijkt dat jongeren wereldwijd hun geloof in de democratie aan het verliezen zijn. "De onverschilligheid en de afstandelijkheid van millennials ten aanzien van democratische instellingen en ideeën is dermate groot dat velen onder hen bereid zijn om alternatieve en meer autoritaire regeringsvormen uit te proberen", schrijven de onderzoekers Yascha Mounk en Roberto Stefan Foa.

De grafieken van hun studie zijn confronterend: hoe jonger de ondervraagden, hoe lager het geloof in democratie (zie grafiek). Zo vindt slechts 19 procent van de Amerikaanse jongeren "dat een militaire overname in geen geval legitiem" kan zijn. In Europa is het cijfer minder hoog, maar toch opvallend: 36 procent. Nog een opmerkelijk cijfer: slechts een derde van de Amerikaanse millennials beschouwt burgerrechten als 'absoluut essentieel'.

De meeste recente Eurobarometer van de Europese Commissie lijkt de hypothese van Terlouw te bevestigen, ook al moet genuanceerd worden dat het klimaat van wantrouwen in Nederland veel zachter is dan in bijvoorbeeld België. Zo heeft 54 procent van de Nederlanders vertrouwen in zijn of haar regering en parlement: het dubbel van het Europees gemiddelde. In België ligt het vertrouwen van burgers in parlement en regering veel lager: 37 en 34 procent.

Ook het geloof in de nationale economie is bijzonder hoog in Nederland: 78 procent. De Belg heeft hier een veel somberder beeld: slechts 37 procent heeft vertrouwen in de economie.

Zinloosheid en onvrede

Sociaal psycholoog Alain Van Hiel wijst erop dat het onderlinge vertrouwen onder Nederlandse burgers relatief hoog blijft. "In ontwikkelde landen is het onderlinge vertrouwen veel hoger dan in bijvoorbeeld Afrikaanse landen." Maar Van Hiel verwijst ook naar het onderzoek van de Amerikaanse politicoloog Robert David Putnam die in zijn land een trend van individualisering waarnam waardoor de gemeenschap almaar minder belangrijk werd en het onderlinge vertrouwen afnam. "Het eindresultaat van dit alles was volgens Putnam dat actief burgerschap en maatschappelijke betrokkenheid op een laag pitje kwamen te staan en dat leidde tot een gevoel van zinloosheid en onvrede."