Direct naar artikelinhoud

Duur(zaam) bouwen loont

Een nieuw huis bouwen mag enkel nog energiezuinig. De normen worden alweer verscherpt en dat gaat door tot 2021. 'Reken op 20.000 euro extra kosten. Maar na 25 jaar ben je per maand ruim 500 euro goedkoper uit. Het is nu aan banken en overheid om die investering te drukken.'

"Het was een vijftal pagina's voor een gezinswoning. Nu is het een paar kilo papier. Energieprestatie-eisen, thermische isolatie-eisen, binnenklimaateisen, eisen voor hernieuwbare energie, voor netto-energiebehoefte, voor ventilatie." Iedere architect rammelt het lijstje af wanneer je vraagt of het ingewikkelder is geworden, een huis bouwen. De rode draad zijn twee woorden: 'eisen' en 'investeringen.' Voor een doorsnee gezinswoning schatten experts de meerkost voor die energiebesparende maatregelen, die sinds 2007 zijn doorgevoerd, op 20.000 euro.

Niet verwonderlijk dus dat bouwend Vlaanderen zich sakkerend afvraagt waarvoor dat soort 'pesterijen' nodig zijn. Nu ook weer zullen bouwlustigen de ecostandjes op Batibouw afspeuren. Want daarnaast zijn ook bouwgrond en materialen duurder geworden, kun je geen 110 procent meer lenen bij de bank maar moet je méér eigen kapitaal inbrengen. Bovendien betalen bouwers nog altijd een arm en een been aan registratierechten en btw. Energiebesparende snufjes lijken dan een luxe voor wie wat extra centen over heeft en de planeet genegen is, maar géén verplichtingen op straffe van gepeperde boetes. "De boete kan voor bouwaanvragen vanaf 1 januari 2014 oplopen tot 10.000 euro bij niet-naleven van de wetgeving", zegt ingenieur Kris Van Craen van studiebureau Van Craen en Partners, een studiebureau actief in de bouwsector en o.a. gespecialiseerd in EPB-verslaggeving.

Aan wie heeft de kandidaat-bouwer dat te danken? Twee jaar geleden kwam EU-commissaris voor Klimaatactie Connie Hedegaard het op Batibouw zonder verpinken uitleggen. "De Unie kan de volledige energieconsumptie van België en Nederland uitsparen en de uitstoot met vijf procent doen dalen met energieneutraler bouwen. De Europese lidstaten gaan dan ook tegen 2020 het energieverbruik met doen 20 procent doen dalen, de CO2-reductie met 20 procent terugdringen en voor een aandeel van 20 procent hernieuwbare energie zorgen. Gebouwen zorgen voor 40 procent van de totale energieconsumptie, dus ligt daar de grootste uitdaging."

Die is vertaald in normen voor energieprestaties en binnenklimaat (EPB). En die 'E-score' is verstrengd van 100 naar 80 in 2010 en naar 70 in 2012. Op 1 januari dit jaar daalde de E-score nog eens, naar maximaal E60. Tegen 2020 wordt dat E45, tegen 2021 E30. Wat zoveel betekent als bijna-energieneutraal bouwen. Parallel zijn de waarden voor warmte-isolatie die al sinds 1992 bestonden, het 'K-peil', ook verstrengd. Voor elke nieuwbouw moet over die maatregelen vooraf een haalbaarheidsstudie gemaakt worden. Vandaar dat experts als Van Craen studiebureaus hebben die draaien op dat soort onderzoeken en berekeningen.

Strenger

Nieuw sinds dit jaar: strengere isolatiewaarden voor beglazing, daken, plafonds, buitenmuren, vloeren, deuren en poorten. Bovendien moeten nieuwe woningen vanaf 1 januari 2014 een minimumhoeveelheid hernieuwbare energie opwekken met ofwel een zonneboiler, fotovoltaïsche panelen, warmtepompen, biomassa als hoofdverwarming of de aansluiting bij stadsverwarming of -koeling, of de participatie in een nieuw project met hernieuwbare energie binnen de provincie. Voorwaarde is dat je minstens 10 kWh per jaar energie per vierkante meter bruikbare oppervlakte uit hernieuwbare energiebronnen haalt.

Volgens architect Paul Vandenbussche, gespecialiseerd in betaalbaar bouwen, ligt de meerkost van de nieuwe ingrepen in vergelijking met 2006 niet onder de 20.000 euro. Dat ligt niet enkel aan de energiebesparende maatregelen maar ook aan de duurdere materialen. Gemiddeld geschat echter, valt de meerkost uiteen in enerzijds de eis om hernieuwbare energie op te wekken en de energiebesparende ingrepen. "Zonnepanelen voor een nieuw huis kosten algauw 7.500 euro, een zonneboiler 5.000 euro en een warmtepomp tot 20.000 euro", zegt Vandenbussche.

Van Craen schat de meerkost om zelf een deel groene energie op te wekken op minstens 5.000 euro voor standaard eengezinswoningen. "Voor de zwaardere isolatie-eisen sinds het begin van de wetgeving dat 5 à 6000 euro en voor de ventilatie-eisen ook zoveel.

Van Craen schat de meerkost om zelf groene energie op te wekken op minstens 5.000 euro. "Voor de zwaardere isolatie-eisen is dat 5 à 6000 euro en voor de ventilatieroosters die nu verplicht zijn ook zoveel. Daarnaast moet je nog zo'n vijfduizend euro rekenen aan extraatjes. We zitten nu aan muren van bijna 40 centimeter - voorheen was dat 30 centimeter. Dat betekent zwaardere funderingen en spouwhaken. Ook een meerkost."

Vandenbussche vindt de regels niet flexibel genoeg: "Een woning extra isoleren zorgt al voor fikse energiebesparing. Waarom volstaat dat niet? In principe zijn die maatregelen heel erg toe te juichen, maar steeds meer kandidaat-bouwers kunnen die kost niet aan en vallen nu uit de boot."

Creatiever

Nochtans zijn de voordelen duidelijk. "Het dwingt ons creatiever te zijn, je energiefactuur daalt, je spaart het milieu en op langere termijn kun je een stuk terugverdienen", bevestigen de specialisten. Daarover maakte het Vlaams Energieagentschap een berekening voor vijf types woning. De onderzoekers houden rekening met talloze mogelijke combinaties van energiebesparende maatregelen om de totale woonkost te berekenen. Die omvat zowel de investeringskosten, energiekosten, onderhoudskosten, herinvesteringskosten en restwaarden. Conclusie: "Het isolatiepeil van E40 en K30 is het meest voordelige." Dat wil zeggen dat het energiepeil waar woningen tegen 2021 verplicht aan moeten voldoen de financieel slimste oplossing is. Maar dan moet je wel de juiste combinatie maatregelen voor jouw bouwplan selecteren en in staat zijn de meerkost op te hoesten.

"Dat laatste is het enige échte probleem", zegt Joost Callens van bouwbedrijf Durabrik. "Een gezinswoning van 160 vierkante meter gebouwd voor 2007 betekent nu gemiddeld een maandelijkse woonkost van 1.243 euro per maand. Daarin bedraagt de energiekost 242 euro. Op basis van de prijsevoluties die onder andere de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) verwacht, zou dat plaatje er binnen 25 jaar helemaal anders kunnen uitzien. Dan zou de maandelijkse woonkost ongeveer 1.728 euro worden en het aandeel energie zou daarin 1.250 euro zijn."

Het verschil met een woning gebouwd volgens de sinds dit jaar ingevoerde E60 norm is groot. Diezelfde woning zou aanvankelijk 1.451 euro per maand kosten. Het aandeel energie is dan 124 euro per maand. Na 25 jaar is de kost 1.275 euro per maand, wat dus al 453 euro minder is dan wanneer u nog een energieverslindende woonst zou mogen zetten. Het aandeel energiekosten is na 25 jaar geslonken tot 642 euro, minder dan de helft van de energiekosten in de niet-energiezuinige woning.

Wie nu al kiest voor de E45- norm, slaat er nog meer uit. "De maandelijkse kost is nu 1.501 euro, na 25 jaar volgens deze berekening 1.184 euro. De aanvankelijke energiekost is 99 euro, na 25 jaar zou het 514 euro zijn. "Onze klanten zien dit wel zitten, maar het is vaak een te zware opgave om de aanvankelijke investering op te hoesten. Hier moeten banken en overheden tussenkomen", zegt Callens. Hedegaard stelde in dat verband al voor om lagere interesten op hypotheken te koppelen aan het energiepeil van een woonst. Callens: "Ik ben over dat soort ingrepen aan het praten met banken. Er zijn allerlei opties voor hen en de overheid. Verlaag registratrierechten, koppel de woonbonus aan het energiepeil van een woning en laat de banken bij hypothecaire leningen inderdaad niet alleen rekening houden met het profiel van de koper maar ook met dat van de woning. Een woonst die nu niet aan de energienormen voldoet, zal binnen twintig jaar een risico op de markt zijn in plaats van een goede investering want alle gebouwen gaan hoe dan ook steeds energiezuiniger zijn. Europa heeft die trein in gang gezet en gaat die zeker niet meer doen omkeren."

Met dank aan Serge de Gheldere, Futureproofed.