Direct naar artikelinhoud

Een publiek om op te vreten

Het Brussels International Fantastic Film Festival (BIFFF) is momenteel aan zijn 32ste editie toe en heeft inmiddels een groot en loyaal publiek opgebouwd. Maar het is ook een zeer kritisch én luidruchtig publiek.

Het BIFFF is een gerenommeerd festival voor films uit het fantastische, horror- en thrillergenre en beschikt ondertussen over een wel zeer participerend publiek. Dat begint al bij het filmpje dat als visueel logo vóór elke vertoning geprojecteerd wordt en waarbij een sinistere stem laat weten: "I'm back!" Massale reactie: "Nous aussi!"

De participatie begint al wanneer er een filmploeg wordt voorgesteld. Hun aanwezigheid wordt luidkeels geapprecieerd en er wordt aandachtig geluisterd naar hun uitleg. Maar dan volgt het: "Une chanson! Een lied!" En zo kan het gebeuren dat een beroemde filmster als Franco Nero een stukje uit de musical Camelot ten gehore brengt, dat een regisseur uit Nieuw-Zeeland een Maoriliedje zingt of dat een actrice zowaar een duet aangaat met de zaal. "If there's something strange in your neighborhood, who you gonna call?" U kent ongetwijfeld het door de hele zaal gescandeerde antwoord.

Verveling uitgesloten

Zo zijn er in de loop der jaren wel meer tradities en rituelen ontstaan. Als de presentator aankondigt dat de film deelneemt aan de competitie en dat de jury aanwezig is, vraagt hij steevast: "En wat zeggen wij tegen de jury?" Waarop de zaal in koor reageert met een vrolijk "bonjour jury!"

Toen regisseur Jaco Van Dormael bij de openingsvoorstelling het lint kwam doorknippen, stapte hij het podium op met de vraag: "Mais pourquoi sont ils si méchants?" Het antwoord niet op zich liet wachten: "Parce que!" Het is een dialoog die ook wel tijdens een filmvertoning vanuit de donkere zaal opklinkt.

De publieksparticipatie stopt immers niet als de zaal donker wordt en het scherm oplicht. Of zelfs nog vóór het scherm oplicht. "Cest flou!" is ook al zo'n klassieker. Net als "La porte!" als een of ander personage de deur open laat staan. Een dergelijke kreet roept soms een tegenreactie op: "Ta gueule!", al dan niet gevolgd door een vermaning om beleefd te blijven. Waarna er nog eens "ta gueule, s'il vous plaît" volgt.

Als een personage een sigaret opsteekt, lijkt het soms alsof de zaal een collectieve hoestbui krijgt. Telkens wanneer een volle maan in beeld komt, volgt onvermijdelijk een door merg en been dringend wolvengehuil. Als er toenadering tussen een man en een vrouw op komst is, klinken er overal zoengeluidjes. En als een vrouw haar borsten toont, klinkt er natuurlijk instemmend gefluit en is er meestal wel iemand die met gespeelde ernst uitroept: "Wat een mooie film!"

Wanneer een of ander monster aanstalten maakt om aan te vallen, weerklinkt de opgewonden kreet: "Aan tafel!" En als een personage laat horen dat het net iets vreselijks gezien heeft, kan de verklaring meteen volgen: "Dat was de film!"

Is dat niet moordend voor de films, zo'n woelig publiek? Niet echt, want als het verhaal spannend genoeg is en de aandacht kan vasthouden, blijft de zaal muisstil. De rumoerige reacties zijn dus meestal een soort graadmeter voor de sterkte en de impact van de film.

Verveling is sowieso uitgesloten. Als de film tegenvalt, kan je je nog altijd amuseren met wat er gebeurt in de zaal. In het Frans bestaat daar trouwens een mooie uitdrukking voor: "Le spectacle est dans la salle."

Brussels International Fantastic Film Festival, tot zondag 20 april in het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel. www.bifff.net