Direct naar artikelinhoud

'Rijke mensen lijken op een benzinetank die nooit gevuld raakt'

In zijn roman 'Kapitaal' beschrijft John Lanchester op magistrale wijze het leven in Londen zoals het is tijdens de Grote Schuldencrisis. 'Ik wou de stad tonen zoals ik ze door mijn raam zie.'

December 2007. In de huizen van Pepys Road, een doodgewone straat in de wijk Clapham in Zuid-Londen, leven de bewoners hun dagelijkse leventje. In huis nummer 51 denkt bankier Roger Yount tijdens het dichtknopen van zijn op maat gemaakte kostuum lekkerbekkend aan zijn kerstbonus van 1 miljoen pond; zijn vrouw Arabella houdt zich onledig met het zoeken naar een nieuwe nanny en met het uitdelen van bevelen aan de Poolse klusjesman Zbigniew. In nummer 42 speurt de hoogbejaarde Petunia Howe van achter haar kanten gordijn naar de komst van de thuisbesteldienst van de supermarkt. Terwijl in nummer 27 de 17-jarige Senegalese voetbalbelofte Freddy Kamo in afwachting van zijn eerste wedstrijd bij zijn nieuwe club uit de Premier League videospelletjes speelt, slingert voor zijn voordeur de Zimbabwaanse parkeerwachter Quentina een foutgeparkeerde James Bondachtige Aston Martin op de bon. Het huiselijke geluk in Pepys Road lijkt niet stuk te kunnen, tot er op elke deurmat foto's van elk huis vallen met daarop de tekst: 'Wat van jou is, wordt van ons.'

Pepys Road is de setting voor Kapitaal van de Britse auteur John Lanchester (1962). Deze schitterende roman schetst op meeslepende wijze de impact van de financiële crisis op het leven van een dwarsdoorsnede van de Londense bevolking. Hij zoomt niet alleen in op de rijkere, gesettelde inwoners, maar ook op nieuwkomers zoals Zbigniew en Matya, de kersverse Hongaarse nanny van de Younts.

De straat in Clapham waar John Lanchester woont, lijkt een kopie van het door hem verzonnen Pepys Road. Ook hier stammen de lieflijke huizen uit het einde van de negentiende eeuw en werden ze in oorsprong gebouwd voor gezinnen uit de lagere middenklasse. In de jaren vijftig van de twintigste eeuw namen de eerste zwarte gezinnen er hun intrek. Toen de huizenprijzen aan het einde van het Thatcherbewind langzaam begonnen te stijgen, verkochten zij hun woning aan meer gegoede middenklassers die, toen de prijzen nog meer de pan uit rezen, op hun beurt hun huizen verkochten aan nog rijkere middenklassers. "Wij hebben ons huis twintig jaar geleden gekocht", zegt Lanchester. "Nu zouden we het ons niet meer kunnen permitteren. Want Clapham is nu erg geliefd bij bankiers die probleemloos 2,5 miljoen pond voor een rijtjeshuis zoals het onze neertellen."

De enige oorspronkelijke bewoner in Pepys Road is de stokoude Petunia Howe. Zijn in de meeste gelijkaardige Londense buurten de 'originele bewoners' verdwenen?

Lanchester: "Ik sprak onlangs met een kunsthistoricus die een paar straten verder woont. Hij heeft drie decennia in Amerika gewerkt en vertelde me dat hij de eerste blanke inwijkeling in zijn straat was. De etnische samenstelling is ondertussen opnieuw totaal veranderd. De originele bewoners van vijftig jaar geleden zoals Petunia zijn bijna allemaal weg. Ik durf er veel op te verwedden dat je in mijn straat niemand van ouder dan 25 vindt die hier geboren is. Tijdens de Koude Oorlog maakten sommige Londense wetenschappers zich zorgen over wat de gevolgen voor de stad zouden zijn van een goed gemikte Russische atoombom. Ze gingen ervan uit dat het centrum weggevaagd zou worden en tekenden rond de plaats van de inslag cirkels: in de zone rond de bomkrater zouden er geen overlevenden zijn, in de zone daarrond zouden de overgebleven zwaargewonden een afschuwelijke dood sterven, in de zone daarrond zou het handvol overlevenden creperen tijdens een nucleaire winter. De bom is nooit gevallen, maar nu heeft geld wel iets gelijkaardigs veroorzaakt: de oorspronkelijke middenklassebewoners zijn onder druk van het grote geld steeds verder weg van het centrum van de stad naar de buitenwijken verdreven."

Zijn arme mensen soms fijner dan rijke?

"(lacht) Ik vind dat niet, maar ik denk wel dat armere mensen een realistischererelatie met geld hebben. Het is een dagelijkse bekommernis voor hen, waardoor ze er bewuster mee omgaan. Mensen die meer dan genoeg geld hebben, worden onverzadigbaar en lijken op een benzinetank die nooit gevuld raakt. De laatste twintig jaar is er een ingrijpende verandering gekomen in onze houding tegenover consumptie: we zien het als iets dat eindeloos kan blijven uitbreiden en gedragen ons daar ook naar. We leven volgens het principe dat the sky the limit is en dat het ook prima is om steeds meer te willen. Ooit was het een belangrijke negatieve eigenschap: mensen namen aanstoot aan medemensen die met hun rijkdom te koop liepen. De gedachte dat ongebreidelde consumptie vulgair en slecht is, is weg. Voor Londenaars is het zelfs iets nastrevenswaardig geworden."

Komt dat omdat Londen met de City het financiële hart van Europa huisvest?

"Zeker. De leden van de middenklasse vinden ongelijkheid best oké als ze zelf tot de welstellenden behoren, maar ze haten het als er mensen zijn die veel rijker zijn dan zij. In Londen wonen succesvolle medische specialisten en advocaten die woedend zijn omdat ze in verhouding tot de superrijken 'arm' zijn. De kerstbonus van 1 miljoen pond waar bankier Roger Yount in het boek op rekent, is echt geen overdrijving.

"De bonussen in de City hebben meteen effect op de huizenprijzen in Londen. Ze hebben de demografische compositie van de stad fundamenteel veranderd. Dat vind je niet terug in Brussel of Parijs, maar is typisch voor steden met een grote financiële sector zoals Londen of New York. In Manhattan leeft er niemand meer zoals wij. Op dat eiland wonen geen journalisten, leraars of verplegers. De financiële sector heeft ervoor gezorgd dat het centrum van Londen en New York bevolkt wordt door mensen met een astronomisch inkomen die zich geen zorgen hoeven te maken over wat iets kost."

Zet de kredietcrisis hen dan niet weer met hun voeten op de grond?

"De mensen die onder de kredietcrisis lijden, zijn niet degenen die er verantwoordelijk voor waren. De verantwoordelijken voor de excessen stellen het uitstekend en hebben daar amper een prijs voor betaald. Ik vind dat bijzonder gevaarlijk. De financiële sector heeft nog evenveel macht als vroeger, is niet aan banden gelegd en geniet van net dezelfde privileges als vóór de schuldencrisis. De kwalijke gevolgen van wat de financiële whizzkids hebben aangericht, worden niet door henzelf, maar door alle gewone burgers betaald. De keiharde realiteit is dat we pas aan het begin staan: vermoedelijk zal het ons een decennium kosten om de put te vullen die de financiële sector voor ons gegraven heeft."

Zbigniew, Matya en Quentina dromen zoals zoveel andere migranten en vluchtelingen van een nieuw leven in Londen. Waar komt de aantrekkingskracht van de stad vandaan?

"Heel Groot-Brittannië is aantrekkelijk voor migranten omdat we rijk zijn én omdat we nog steeds een rechtsstaat zijn. Niemand zal je tegen de muur zetten en je zult hier niet van honger sterven. Er is ook het vooruitzicht dat je hier een nieuw leven voor jezelf kunt uitbouwen. Ik raakte niet zo lang geleden in de pub aan de praat met een Poolse mevrouw. Haar motief om naar Londen te komen was vooral de aantrekkingskracht van onze rijkdom en het succes van onze superrijke toplaag. Haar London Dream is een variant van deAmerican Dream. Al die migranten maken van Londen een open, energieke stad. Hier kunnen mensen met om het even welke huidskleur doorstoten naar de top. In de City lopen keurige blanke heren en dames in pak en das naast keurige zwarte heren en dames in pak en das. Ik denk niet dat je als migrant in Brussel dezelfde kansen hebt.

"Met een sneltreinvaart rijden we naar een samenleving vol 19de-eeuwse ongelijkheid. Dat wordt een van de grote problemen voor onze politici. Er leeft weinig animo bij hen om daar iets aan te doen, want het is makkelijker om de dingen op hun beloop te laten. Jarenlang is ons wijsgemaakt dat deregulering in de financiële sector een goede zaak is, want door de rijken snel veel rijker te laten worden, zouden de middenklassers en arme dompelaars ook langzaam een beetje rijker worden. De schuldencrisis heeft pijnlijk duidelijk gemaakt dat dat een misvatting is. De bewijzen liggen op straat: de rijken worden nog rijker, terwijl alle andere mensen verarmen en de middenklasse wegsmelt als sneeuw voor de zon. Sinds 1980 is in Amerika meer dan de helft van de toename van het inkomen naar 1 procent van de bevolking gegaan. Zoiets kun je onmogelijk blijven verdedigen. Nu zitten we in de fase dat mensen zich daar vragen over stellen; het zal niet zo lang meer duren voor ze ook verandering zullen eisen."

De link tussen de titel van uw roman en Het kapitaal van Marx is niet toevallig?

"Ik heb na het schrijven van dit boek meer Marx gelezen dan ervoor. Maar ik wou dat mijn roman doordrongen was van het begrip 'kapitaal' in zowel de politieke en economische, als in alle andere betekenissen. We geloven nog steeds dat onze centen ons belangrijkste kapitaal zijn. Dat is een bijzonder spijtige vergissing."

John Lanchester Kapitaal vertaald door Roland Fagel, Prometheus, 512 p., 19,95 euro