Direct naar artikelinhoud
Roméo Elvis, koning rap: ‘Ik heb veel drugs gebruikt en gedronken, maar ik vervloek mijn jeugd niet’
Interview

Roméo Elvis, koning rap: ‘Ik heb veel drugs gebruikt en gedronken, maar ik vervloek mijn jeugd niet’

Beeld rv

2018 was het jaar waarin Roméo Elvis tot de broer van Angèle werd gedegradeerd. Maar de Brusselse rapper droomt ervan de hegemonie te doorbreken. Chocolat, zijn eerste soloplaat, moet hem daarbij helpen. ‘Ik ben een competitiebeest. Ik wil de grootste worden.’

Roméo Johnny Elvis Kiki Van Laeken zit languit in een leren zetel van een smakeloos Brussels viersterrenhotel – een e-sigaret in de ene hand, een chocoladereep in de andere. 194 centimètres de talent, zoals hij zelf rapt. Hij zit er in zijn gekende stijl: laconiek, in een trainingspak dat je een zwerver dan wel een stijlgoeroe zou toewijzen. Roméo Elvis is te punk voor de chique hotelkamer waar het interview plaatsvindt, maar de plek waar de rapper ons ontvangt, zegt vooral veel over de hoge vlucht die hij de laatste jaren heeft genomen.

Roméo Elvis is een wereldster in de gebieden waar Frans de voertaal is. Ook Vlaanderen eet gulzig uit zijn hand. In elke zaal waar hij een voet zet – of het nu boven, onder of op de taalgrens is – dreigt het storm te houden. Hij is in relatief korte tijd de doorsnee concertzalen à la Ancienne Belgique ontgroeid. Eind april wacht Vorst Nationaal, en in Frankrijk verkoopt de boomlange Brusselaar de ene arena na de andere uit. Je kan niet om het fenomeen heen: Roméo Elvis is de posterboy van de Belgische raprenaissance.

Hij heeft die verworven status deels aan zichzelf te danken, maar evengoed aan zijn rechterhand en beatbakker Le Motel. Ze brachten samen twee albums uit, ze haalden awards binnen, ze scoorden een gouden plaat, ze verkochten zalen uit. Maar Roméo Elvis achtte de tijd rijp om de tandem in te ruilen voor een eigen vervoersmiddel. “Na dit project duik ik opnieuw de studio in met Le Motel”, weet de rapper zeker, “maar ik heb een punt bereikt dat ik wil tonen dat ik ook op eigen benen kan staan.”

Op Chocolat speelt de populairste rapper van België cavalier seul. Het resultaat is een plaat met 19 nummers waarop onder anderen Damon Albarn, Témé Tan en Zwangere Guy over de vloer komen. Die albumtitel onthult trouwens niet dat Roméo Elvis een zoetebek is – chocolat is een van zijn elfendertig synoniemen voor wiet.

Jean Connerie

Solo Roméo heeft geen complete make-over ondergaan. Er zijn wel degelijk raakvlakken tussen zijn eigen werk en zijn albums met Le Motel. Zo dribbelt de broer van Angèle nog steeds tussen voetbalmetaforen en verhalen over zijn ervaringen met cannabis. Maar het grote verschil zit ’m in de diepgang. Roméo Elvis durft op Chocolat gruwelijk eerlijk te zijn – over zijn drugsgebruik, over zijn jeugd, over het migratiebeleid van Theo Francken, over de liefde en over zijn onzekerheden. “Est-ce que les gens s‘intéressent vraiment aux messages? Est-ce que je suis vraiment un mec doué?”, stelt de rapper zichzelf in vraag op ‘Solo’. Hij mag de vraagtekens die in zijn hoofd spoken definitief schrappen: op Chocolat bewijst Roméo Elvis dat de successen van zijn vorige projecten geen toevalstreffers waren.

Het is enigszins bewonderenswaardig dat de zoon van Allez Allez-bassist Serge ‘Marka’ Van Laeken en actrice Laurence Bibot zo snel na zijn laatste worp met Le Motel al met nieuw – eigen – werk komt. Sinds 2013 spuwt de Brusselse boy wonder nieuwe muziek aan de lopende band, zonder ooit een pauze te nemen. Wanneer we Roméo Elvis met zijn werkethiek confronteren, lacht hij de tanden bloot. Hij legt zijn e-sigaret neer en begint op zijn hand te tellen. “Vijf”, toont hij. “Ik heb in zes jaar tijd vijf projecten uitgebracht. Dat is veel, maar ik moet van het momentum profiteren. Als de storm rond mijn naam vroeg of laat gaat liggen, wil ik mezelf niets beklagen. Ik ben een werkpaard. Ik werk veel, wellicht te veel, maar ik ben niet bang voor een burn-out. Ik weet waar mijn grenzen liggen.”

Roméo Elvis: ‘Je kan moeilijk hoogte van mij krijgen. Maar de verhalen op ‘Chocolat’ ben ik ten voeten uit.’Beeld rv

De maquette van Chocolat zit al sinds 2016 in zijn hoofd. Hij heeft in totaal 45 nummers voor zijn solodebuut geschreven, waarvan er 19 de eindbestemming hebben gehaald. Vier songs waren verzekerd van hun plek, zegt Roméo Elvis. “Ik speelde al langer met het idee om iets met mijn vriend Zwangere Guy te doen. Ik wist ook dat ik een politiek nummer, een liefdeslied en een nummer over de dood zou schrijven.” Met dat laatste verwijst de Brusselaar naar ‘En silence’, waarin hij de dood van twee jeugdvrienden beschrijft. “On faisait des conneries sans faire de mal. Mais celle-là aura couté la vie de Simon. La tête dans une mare de sang inarrêtable. Les images d’un ami parti dans le silence.”

“Weet je, de dood van Simon achtervolgt mij al sinds mijn 15. Er gaat geen dag voorbij dat ik aan hem denk, en dat doet pijn. Ik móést over dat thema schrijven – niet zozeer om zijn dood te verwerken, wel om mijn liefde voor hem te vereeuwigen in mijn muziek.” Het is om dezelfde reden dat hij ‘Soleil’ schreef. Op Chocolat plaatst Roméo Elvis de mensen die hem na aan het hart liggen op een voetstuk. “Ik heb er lang voor gekozen om Lena (Simonne, vriendin en model van beroep, ELV) uit de schijnwerpers te houden, maar ik kan haar onvoorwaardelijke steun niet blijven negeren. Ik had nog nooit eerder een ode aan de liefde geschreven. Ik wilde van de gelegenheid gebruik maken om haar de plek te geven die ze verdient.”

Roméo Elvis ademt je m’en foutisme. Hij presenteert zich op sociale media als de eeuwige lachebek. Jean Connerie, de bijnaam van Jan Paternoster, zou hem beeldig staan – misschien wel beter dan bij de frontman van Black Box Revelation. Maar hij is méér dan een onnozelaar, drukt hij ons op het hart. “Ik heb de laatste jaren zoveel gedaan dat je misschien moeilijk hoogte van mij kan krijgen. Maar de verhalen die ik op Chocolat vertel: dat ben ik ten voeten uit. Ik draag geen masker.”

Heimwee

“Bien-sûr que ça fait plaisir que mon papa est fier quand il entend son petit à la radio”, zingt Roméo Elvis in ‘Intro’. Wilde gok: zijn ouders zullen opkijken wanneer ze bepaalde teksten ontleden. Wanneer hij het in zijn nummers over jeugdzondes heeft, heeft hij het in de eerste plaats over zijn drugsgebruik. “J’aimais la cocaïne, j’en ai même vendu à des parents (…) J’voulais m’donner une image autre que celle de l’enfant Bibot”, klinkt het in ‘194’. Hij wilde niet de zoon zijn van bekende ouders, dus was rebelleren de voor de hand liggende keuze. “Ik denk niet dat mijn vader weet dat ik ooit heroïne heb gebruikt. (droog) Tot nu dan.”

Ziet de gewezen etter van Linkebeek die woelige jeugd als een zegen of een vloek? “Ik heb veel onnozelheden op mijn geweten, maar ik ga mijn jeugd niet vervloeken”, zegt Van Laeken beslist. “Ik heb veel gedronken en veel drugs gebruikt, maar ik vind het belangrijk om dat onderwerp niet uit de weg te gaan. Ik sta nu anders tegenover alcohol en chemische drugs. Ik heb een degout voor druggebruikers ontwikkeld, voor cocaïneverslaafden in het bijzonder. Dit is de eerste keer dat ik een album maak waarop achter elke zin een filosofie of betekenis schuilt. De algemene boodschap is duidelijk: fuck la drogue, c’est de la merde.” Hij zegt het doodserieus, alsof hij zelf een heilige is. “Ik smoor dagelijks, maar recreatief. Ik ben geen gedrogeerde”, sust hij. “Hoewel ik wiet rook, wil ik de jeugd niet aansporen om chocolat te gebruiken. Maak alsjeblieft je school af en ga werken. Laat de drugs je leven niet inpalmen.”

Stiekem hoopt hij dat sommige van zijn songs ooit gebruikt zullen worden voor sensibiliseringscampagnes bij jongeren, maar dat zijn dromen voor later. Roméo Elvis heeft het juiste spoor gevonden. “Ik ben een vrij man en ik run een eigen zaak.” Hij glundert, trekt aan zijn e-sigaret en veert recht. “Je weet toch dat ik achter de kassa van Carrefour heb gewerkt? Weet je waar ik een hekel aan had? Aan de muziek die ze er speelden. Ik herinner mij dat ik op een dag rekken aan het vullen was en in mezelf dacht: wanneer mijn muziek in deze winkel wordt gedraaid, heb ik het gemaakt.” Hoe dieper in het gesprek, hoe beter de anekdotes worden. Wanneer we naar zijn samenwerking met Damon Albarn polsen, kan hij zijn lach amper inhouden. “We hebben twee uur in de studio gezeten. Hij kapte de ene Duvel na de andere binnen, heeft piano gespeeld, zijn deel ingezongen en klaar.”

Roméo Elvis: “Ik ben een competitiebeest. Ik wil de grootste worden.”Beeld Francis Vanhee

Verder uitweiden over de klinkende namen die Roméo Elvis op zijn solodebuut te gast heeft, zou de aandacht van de essentie wegleiden. Damon Albarn, Zwangere Guy, M en Témé Tan leveren op Chocolat een noemenswaardige bijdrage, maar het is Van Laeken die de lakens uitdeelt. Hij heeft na een turbulente jeugd zijn talent gevonden en benut, maar toch heeft de Brusselaar heimwee naar vroeger. “Le passée commence à me manquer, malgré que je sois en première classe. Mes amis sont tous en deuxième, j’veux pas connaitre que les stars”, bromt hij in ‘Normal’, een nummer waarin de rapper afstand doet van de showbusiness. “Het gebeurt weleens dat ik mijn oude leven mis. Ik wil, net als jij, over straat kunnen wandelen en mensen kunnen begroeten zonder dat ik aangestaard word.” Het is de tol van de roem, beseft hij zelf. “Maar dit leven maakt mij eenzaam”, zucht hij. “Ik kan verdragen dat ik door wildvreemden aangesproken word, maar het knaagt aan mij dat ik steeds minder vrienden hoor en zie. Ik sta er vaak alleen voor. Om die reden zal ik nooit uit Brussel verhuizen. Ik ben te gehecht aan mijn entourage. Als ik ooit de banden met mijn roots doorknip, dreig ik de grip op mezelf te verliezen.”

Wanneer de eenzaamheid toeslaat, probeert Roméo Elvis de aandacht te verleggen naar zijn hoofddoel: nog grotere successen scoren. “Globaal gezien is Damso de grootste Belgische rapper, maar ik droom ervan om zijn plaats in te nemen. Ik wil de grootste worden. Ik ben op dat vlak een competitiebeest. Ik kan het om een of andere reden niet laten om mijn statistieken voortdurend te vergelijken met die van anderen. Ik wil steeds beter scoren, mezelf verder drijven. Angèle van haar troon stoten? (schatert) Ik zou wel willen, maar laten we eerlijk zijn. Dat is geen realistische doelstelling. Zij spreekt een breed publiek aan, ik ben maar een rapper, toch? Ik gun het haar ten volle.”

Chocolat van Roméo Elvis verschijnt op 12/4 bij Universal Music Belgium.