camera closecorrect down eyefacebook Het Nieuwsblad nextprevquote share twitter video

Drie tieners opgepakt na filmpje van buitensporig geweld, jongeren duiken op aan instelling

Heksenjacht tegen ‘kopschopper’: adres verspreid en oproep om hem “lesje te leren”

Drie jongeren zijn ondertussen opgepakt voor het ‘kopschopfilmpje’ dat afgelopen weekend opdook. Twee van hen zijn al geplaatst door de jeugdrechter. Opvallend: als gevolg van de heksenjacht die op sociale media werd geopend door de videobeelden, dook tot tweemaal toe een groepje jongeren op bij de leefgroep waar een van de verdachten verbleef. Om hem een lesje te leren.

De gegevens van een minderjarige online zetten: mag dat?

De twee 17-jarigen die zondag werden opgepakt nadat ze een 59-jarige man hadden toegetakeld in het Antwerpse premetrostation Astrid, zijn door de jeugdrechter geplaatst in de gesloten jeugdinstelling in Everberg. Daar moeten ze vijf dagen blijven en daarna kan de jeugdrechter nog beslissen om hen een maand langer opgesloten te houden. Ze worden verdacht van diefstal met geweld. Gisteren werd ook nog een derde verdachte van 16 jaar opgepakt. Hij zou het filmpje hebben gemaakt en wordt vandaag voor de jeugdrechter geleid.

Het Antwerpse parket laat weten zwaar te tillen aan de feiten. “Ze zijn totaal onaanvaardbaar”, klinkt het. Omdat de twee verdachten 17 jaar oud zijn, kan de jeugdrechter hen uit handen geven, waardoor ze als volwassenen worden berecht. “Maar die procedure is erg uitzonderlijk”, zegt parketwoordvoerder Kristof Aerts. “Op dit moment is dat helemaal niet aan de orde, het onderzoek is nog volop aan de gang.”

De feiten speelden zich zaterdagochtend in de vroege uurtjes af. Het slachtoffer, de 59-jarige Jef die op het Antwerpse Linkeroever woont, was ingedommeld terwijl hij op de eerste tram zat te wachten. Hij werd daarna omsingeld door drie jongeren die hem bedreigden en geld eisten. Een van de jongeren filmde het incident, terwijl de 17-jarige A. tweemaal hard op het hoofd van het slachtoffer trapte. De beelden belandden op sociale media, wat het onderzoek in een stroomversnelling bracht.

Naar instelling

Omdat bij de videobeelden de gebruikersnaam van een van de jongeren stond, ontstond op sociale media al snel een heksenjacht en werden naam én adres van de verdachten gedeeld. “Laten we hem een lesje leren omtrent de kracht van sociale media”, was een van de oproepen.

In het geval van A. ging het om het adres van de jeugdinstelling waar hij verbleef. En daar doken zondagavond tot tweemaal toe groepjes jongeren op die A. “wilden spreken”, waarschijnlijk om hem een lesje te leren. Het personeel kon de jongeren duidelijk maken dat ze daar niets te zoeken hadden, en er was geen tussenkomst van de politie nodig. A. zat op dat moment trouwens ook al in de cel, in afwachting van zijn voorleiding bij de jeugdrechter.

Nepwapens

Het Antwerps parket stelt dat de jongeman wel enkele voorgaanden heeft, maar niet onder toezicht van de jeugdrechter stond voor strafbare feiten. Eerdere foto’s en filmpjes die A. op zijn sociale media plaatste, tonen in ieder geval aan dat hij niet bepaald op het juiste pad was: hij poseert er met (nep)wapens, hij filmt hoe een kennis een winkel besteelt en hij is zelf te zien terwijl hij over geparkeerde auto’s loopt.

De gegevens van een minderjarige online zetten: mag dat?

De gegevens van de ‘kopschopper’ die afgelopen weekend in Antwerpen een metroreiziger zwaar heeft aangepakt, werden op sociale media te grabbel gegooid. Maar dat is uiteraard strafbaar, zeggen experts.

“Mensen beseffen vaak niet dat het openbaar maken van identiteitsgegevens van vermeende verdachten tot een ware heksenjacht kan leiden. En niet zelden worden daarbij dan nog de verkeerde personen geviseerd”, klinkt het bij de computerspeurders van de federale politie. Sociale media-experte Sophie Verhalle geeft het voorbeeld van de aanslag van Boston in 2013, waarbij verkeerde namen van verdachten werden gepubliceerd op Facebook en Twitter. “In dit geval zitten we met het bijkomende feit het om een minderjarige gaat die al onder toezicht stond.”

“En de wet is in zo’n geval zeer duidelijk”, zegt de Antwerpse jeugdrechter Christian Denoyelle. “Hun identiteit of niets waaruit hun identiteit zou kunnen blijken, een foto van hun woning bijvoorbeeld, mag gepubliceerd worden. Of het nu op sociale media is of in een krant.” Het zal uiteindelijk aan het parket zijn om te beslissen of de overtreder, hij/zij die de identiteit heeft gepost, wordt gedagvaard voor de rechtbank. Als het een minderjarige is, zal het dossier naar de jeugdrechter gaan.(tg)