Direct naar artikelinhoud

De feeënlichte lingerie van Carine Gilson

Toen Gwyneth Paltrow na haar zwangerschap aan de wereld wou tonen dat ze nog altijd even sexy was, liet ze zich voor de cover van GQ fotograferen in lingerie van Carine Gilson. Zou ze vermoed hebben dat die allerfijnste kanten niemendalletjes worden gemaakt in een atelier in Anderlecht, op een boogscheut van Brussel-Zuid? ‘Wat ik maak is echte luxe’, zegt Gilson, ‘en ik ben er trots op dat die bij ons wordt gemaakt.’

n het voorjaar opende Carine Gilson een snoezig winkeltje in de Brusselse Dansaertstraat, een schrijn voor haar fijne lingerie, naar het voorbeeld van haar eerste boetiek in Parijs. “Het was een mooie verrassing dat we in Brussel zo goed onthaald zijn”, zegt de ontwerpster. “Ik denk dat we volgend jaar nog een eigen adres zullen toevoegen, waarschijnlijk in Londen.”

Eén adres per stad, dat is meer dan genoeg voor het precieuze product dat Gilson maakt. Ik ben de metalen trap opgeklommen in een anoniem pand in Anderlecht, en sta in het onverwacht lichte, transparante atelier. De meeste stikmachines zwijgen. Het is na vijven, de restjes mousseline, kant en zijde zijn bij elkaar geveegd, enkel de chef d’atelier blijft nog na om een dringende bestelling af te werken. De ontwerpster en zaakvoerster, Carine Gilson, komt lichtjes buiten adem de trap opgestormd, ze moest nog even bij de drukker zijn om de uitnodigingen voor Parijs te controleren. “Ik wil honderd procent controle”, zegt ze. “Over alles. Ik kan het me niet anders voorstellen.”

Ze gaat gekleed in jeans en een blauwe trui, zonder enige make-up. Wie haar ziet zou op het eerste gezicht niet denken dat ze opstaat en gaat slapen met de meest delicate lingerie, dat ze op vertrouwelijke voet omgaat met Arabische prinsessen en Oekraïense diva’s. Dat haar eerste aankoop, toen ze dertien jaar oud was, een jarretelgordel van kant was. “Ik ben dol op kant, altijd geweest. Dat mysterieuze en sensuele… Mijn eerste behaatjes waren van kant, van Nina Ricci en Chantal Thomass.”

Op kapstokken zie ik papieren patronen hangen, netjes geklasseerd. In dozen zitten de archieven, ook keurig in het gelid. Op kleine bustes zijn aanzetten van een nieuw model gespeld. Op een tafel liggen reepjes kant. Ze gaat zitten aan de overkant van een grote werktafel, schuift met een breed gebaar alles opzij en zegt: “Alles gebeurt hier, tot en met het verpakken. Dit is modern artisanaat. Onze trots is dat we onze eigenheid hebben kunnen behouden. Ook wij hadden de koers naar winst kunnen inzetten door in China te produceren. Maar dan heb je een ander product.”

ATELIER GERED

Als kind zat Carine Gilson voortdurend tussen spelden en stoffen. Haar moeder was naaister. “Mijn moeder wou niet dat ik op mijn beurt iets zou gaan doen in de mode, zij wist hoe zwaar het was. Ze had vele nachtjes doorgewerkt en ze wou me dat besparen. Maar ik sta heel erg op mijn strepen en heb mijn zin doorgedreven.”

Na de academie van Brussel trok ze naar de gerenommeerde Modeacademie van Antwerpen, al had ze iets anders voor ogen dan de meesten van haar medestudenten. Het was de lichting die na de Antwerpse Zes kwam, met Jean Paul Gaultier en Thierry Mugler als helden. Carine Gilson: “Het was de periode van de créateurs, de studenten waren allemaal bezig met prêt-à-porter. Ik kon me daar niet in ontplooien. Ik ben ook een créateur, vond ik, maar mijn wereld is die van de lingerie. Ik wou dromen en me amuseren. En ik was geobsedeerd door kant. Bedrukte stoffen zeggen me niets. Van prints hou ik niet, ik maak liever tekeningen met kant.”

Op haar drieëntwintigste tekent ze haar eerste lingeriecollectie en gaat ze op zoek naar een productieatelier. Zo belandt ze in Brussel bij Maille France, een klein atelier dat merkloze onderjurken maakt voor verschillende klanten. De twee oude heren die aan het hoofd stonden, bekeken haar map met schetsen, schudden het hoofd en zegden: “Helaas. We zouden het met plezier doen, maar we kunnen zelf het hoofd niet meer boven water houden.”

Het atelier werd gesloten. Gilson ziet de naaisters, de stikmachines, de resten nylon en kant en krijgt er ter plekke hartkloppingen van. Dit mag niet verloren gaan, denkt ze. Ze klopt aan bij de bank en krijgt een lening voor de aankoop van het kleine atelier Maille France. “In het atelier heb ik de technische kant van het vak geleerd, en geloof me vrij: lingerie zit heel ingewikkeld in elkaar.”

Ik krijg al het zweet in mijn handen als ik die vederlichte stofjes zie liggen die hier worden bewerkt, de fijne naden, de plooitjes en de applicaties. Om deze behaatjes, onderjurken en bustiers te maken, moet je feeënvingers en engelengeduld hebben, denk ik. “Dit is een devoré”, en ze wijst naar een half doorzichtig onderjurkje met een rand van uitgewerkte bloemmotieven. “Die worden hier getekend.” De kant komt uit Calais, de zijde uit Lyon. Maar de gouden vingers zijn van hier. Saana was stikster bij Maille France toen Gilson voor het eerst in het atelier kwam. Vandaag is ze chef d’atelier, en na vijven, als de andere naaisters naar huis zijn, werkt ze nog aan een moeilijk patroon. Voorzichtig strijkt ze de zwarte kant glad op een ivoorkleurige beha. Als ze even later het pand verlaat - en de vuilniszakken buitenzet - reikt ze haar bazin een doosje aan met wat repen kant. “Mijn huiswerk”, lacht Gilson. Want ze is niet alleen zaakvoerster, ze droomt niet alleen van de ontwerpen, af en toe probeert ze ook zelf nog iets uit, of legt ze de laatste hand aan een werkje.

PRINSESSEN EN STERREN

De couturelingerie van Gilson is erg gewild bij Arabische prinsessen, vertelt haar man, Stéphane Borremans, die de zaken behartigt, de foto’s maakt en het imago bewaakt. “In het Midden-Oosten is het nog de gewoonte om voor de bruid een volledige uitzet klaar te maken. Voor haar huwelijk moet ze dertig verschillende lingeriesetjes hebben, één voor elke dag van de maand.” Carine Gilson: “Voor privéklanten presenteren we de collectie in Londen of in Parijs, soms in het Ritz Hotel.” Ze wil niet al te zeer pronken met die bekende klanten, maar ze kan haar trots niet verhelen dat haar creaties geregeld de covers van magazines halen, al dan niet gedragen door hollywoodsterren. “Kijk, we hadden onlangs een dubbele pagina in de Financial Times, da’s toch mooi, niet?” De modereportage in het glossy magazine van de krant opent met een strakke bustier van Gilson boven een wijde rok van Paul Smith. “Technisch kunnen we veel, dus maken we al eens wat experimentelere dingen, soms enkele stukken speciaal voor de pers. Zoals deze body, heel gecentreerd, met baleinen, zeker niet om alle dagen te dragen. En tot onze verbazing wordt die toch gekocht. Corsetterie is duur: 850 euro voor een body, 700 euro voor deze bustier.”

“Mijn moeder had gelijk, we hebben heel moeilijke tijden gekend, maar we hebben ons universum gevonden. Ik maak deel uit van het kleine clubje zeldzame créateurs met een eigen atelier - verbeter me als ik me vergis. Ik ben autonoom, autodidact, onafhankelijk en dat is mijn grote rijkdom. Nu zijn we bezig de toekomst op te bouwen voor La Maison Carine Gilson. Het is geen merk, hoor, het moet een echt couturehuis worden. Een Brussels… Belgisch huis! (lacht) Exclusief.”

Op het programma staan nog enkele eigen boetieks. “Wat wij verkopen, zijn dromen, en een dergelijk product kun je enkel presenteren in zijn eigen universum. Met onze eerste boetiek in Parijs hebben we een concept neergezet. Een boudoir, hoewel ik een hartsgrondige hekel heb aan het cliché van boudoir-lingerie. We verkopen meer dan des petites culottes, hè. We hebben combinaisons, onderjurken die zich tot jurk transformeren, en bustiers die mogen gezien worden. We hebben zeer fraaie decolletés, en als je een mooie beha aan hebt, mag je gerust een knoopje meer van je blouse laten openstaan.

Een onderjurk is voor mij de vrouwelijkheid ten top. Niks mooiers dan een vrouw in onderjurk met een bijpassende beha die de vormen benadrukt. Dat is glamour. Voor de collectie van volgende zomer inspireer ik me op de retroglamour-chic van de jaren 1930 tot 50. Met forse insnoeringen in de taille.”

Londen en Antwerpen

“Beetje bij beetje hebben we onze naam gemaakt en een trouw clientèle opgebouwd. We zijn bekend voor onze kwaliteit en ons raffinement, voor onze terugkeer naar de echte luxe. Dat is zeldzaam vandaag. Het is wat makkelijk om te zéggen dat je luxe maakt, dat betekent nog niet dat het ook luxe ís. We maken elk seizoen een nieuwe collectie, met nieuwe kleuren en nieuwe stoffen. De vormen veranderen niet zo sterk, de mogelijkheden zijn nu eenmaal niet eindeloos in lingerie. Voor ons is luxe de keuze van de beste materialen, en vooral de manier waarop we in onze ateliers werken. Het is een echt product zoals het in een atelier de couturewerd gemaakt in de jaren vijftig. Dat wil zeggen met veel handwerk, met ‘kleine handen’ die het onmogelijkste naai- en stikwerk aankunnen.”

Voel je dat dan echt als je het aan hebt, wil ik weten. “Ja. Dat is toch wat de klanten zeggen. Als je het eenmaal hebt gedragen, wil je niets anders meer, zeggen ze. En ja, ook behoorlijk wat mannen komen bij ons over de vloer om zo’n mooi stuk cadeau te doen. Meer in Brussel zelfs dan in Parijs.”

Op het programma staat zeker een winkel in Londen. “Londen is superbelangrijk voor ons. We hebben veertien, vijftien jaar gewerkt met Agent Provocateur, dat toen begon met enkele zeer mooie merken. Joe Corré en Serena Rees verkochten Christian Dior - toen nog mooi -, de ‘echte’ Chantal Thomass én Carine Gilson. Ik ben na al die jaren als enige overgebleven. Maar nu is Corré weg en Agent Provocateur is veranderd van stijl. Onze Britse klanten zijn al jaren verslingerd aan onze lingerie en de vraag is er groot. Binnenkort doen we in Londen een trunk show. We hebben een verkoophoekje in Harrods en we zoeken voort naar de ideale plek voor een boetiek. Ook in Antwerpen doen we een trunk show en men trekt aan onze mouw om ook daar een winkel te openen. Misschien is dat de volgende stap, als we een leuk, klein adres vinden, voor niet te veel geld?”

Ze loopt er niet graag mee te koop, maar toch is Gilson er trots op dat haar creaties de voorpagina’s halen van bekende magazines, en gedragen worden door Gwyneth Paltrow, Monica Bellucci en Nicole Kidman.

Het liefst werkt Gilson met de fijnste kant van Calais, zoals voor dit rode setje. Linksboven de ontwerpster met haar modellen na een defilé in Miami.

In elke collectie - ook de huidige - zit één stuk dat eigenlijk als jurk kan worden gedragen. Niets zo sexy als een vrouw in een combinaison, zegt Gilson.